Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 74 dagen met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 100 uur (50 dagen vervangende hechtenis bij niet voldoening daarvan).
4.Waardering van het bewijs
- Uit het tapgesprek van 7 april 2016 lijkt te volgen dat in elk geval kort voor dit gesprek drugs aanwezig is geweest in de bovenwoning en dat de verdachte daarmee bekend was. Dat zich op of na 7 april 2016 nog drugs in de bovenwoning bevonden blijkt uit dit gesprek niet, noch blijkt daaruit wat de link is tussen deze drugs en de verdachte.
- Op camerabeelden is te zien dat er veel bewegingen plaatsvinden tussen de coffeeshop, de bovenwoning en het sigarenmagazijn. De verdachte is op die beelden slechts een enkele keer te zien. Op vrijdag 7 oktober 2016 is te zien dat de verdachte om 11.54 uur de coffeeshop verlaat, in het portiek belt en kort daarna de coffeeshop weer binnen gaat. Diezelfde dag om 12.03 uur worden de verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte] op het trottoir gezien, met een blanke man met een groene tas in zijn hand. Informatie over de inhoud van deze groene tas ontbreekt. Om 20.43 uur gaat de verdachte de bovenwoning in. Om 20.48 uur verlaat de verdachte deze bovenwoning en sluit de voordeur af. Daarna bukt de verdachte en raapt een witte plastic tas op. De verdachte is dus kennelijk op 7 oktober 2016 in de bovenwoning geweest. Of op dat moment drugs aanwezig waren in de bovenwoning en zo ja, waar en hoeveel, blijkt niet uit het dossier. Ook blijkt niet uit het dossier of op dat moment (ook) anderen in de woning aanwezig waren; andere personen die mogelijk zeggenschap over de softdrugs hadden.
- Blijkens het overzicht gehecht aan het proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaalnummer [nummer proces-veraal] , documentnummer [nummer document] (doorgenummerde pagina 1336 behorend bij het verdovende middelen dossier) wordt de verdachte ook op 13 oktober 2016 op de beelden gezien. Waar de verdachte dan precies is en wat hij doet, blijkt niet. Ook de rol van andere mensen die op de beelden te zien zijn, waaronder werknemers van de coffeeshop blijft onduidelijk.
verenigingmet anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
5.Strafbaarheid feiten
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen en tezamen en in vereniging met anderen gepleegd;
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, tezamen en in vereniging met anderen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Geen straf of maatregel
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
- gelast de teruggave aan de rechthebbende(n);
,(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
,te weten de zojuist benoemde voorwerpen, gebruik gemaakt en/of