5.4.Beoordeling
Algemeen
Op grond van vaste jurisprudentie inzake witwasdelicten kan het in de tenlastelegging opgenomen onderdeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’ - het hoeft niet per se te gaan om een nauwkeurig omschreven misdrijf - bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp - in casu een uiteindelijk fors geldbedrag - uit enig misdrijf afkomstig is.
Allereerst zal moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien dat het geval is, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp/de voorwerpen. Die verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn.
In het onderhavige geval gaat het om een verdenking van witwassen door middel van handel in bitcoins en daaruit voortvloeiende opbrengsten. Bij haar beoordeling stelt de rechtbank het volgende voorop.
Het is een feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld. Het is eveneens een feit van algemene bekendheid dat, ter voorkoming van meldingen in het kader van de Wet melding ongebruikelijke transacties, geldbedragen worden opgenomen in meerdere tranches. Vastgesteld moet kunnen worden dat er geen legale economische verklaring is voor het wisselen dan wel het versturen van grote geldbedragen in bitcoins. Vaak wordt het contant omwisselen in een witwascyclus gedaan ter onderbreking van een papertrail. Vaststaat verder dat het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten niet gebruikelijk is en grote veiligheidsrisico’s met zich brengt. Tot slot geldt in zijn algemeenheid dat een verkoper van bitcoins hogere provisies moet betalen aan een particuliere bitcointrader dan aan een regulier bitcoinwisselkantoor.
Meer specifiek gericht op onderhavige zaak overweegt de rechtbank het volgende.
Het vermoeden van witwassen
In deze zaak kan geen brondelict worden vastgesteld voor een (witwas)handeling. Om vast te stellen dat de verdachte desondanks heeft witgewassen, moet beoordeeld worden of er een vermoeden was dat de bitcoins afkomstig waren uit enig misdrijf en er aldus een vermoeden van witwassen bestaat
.
Uit het dossier blijkt dat het overgrote deel van de bitcoins gestort in de wallets behorende bij de twee door de verdachte beheerde accounts bij Kraken afkomstig was van bitcoinclusters die vrijwel exclusief, direct en indirect afkomstig waren uit DarkNet Market bitcoinclusters. DarkNet Markets zijn internet marktplaatsen die zich bevinden op het afgeschermde TOR-netwerk dat anoniem internetgebruik mogelijk maakt. De websites van deze DarkNet Markets zijn alleen met speciale software te benaderen. Op deze DarkNet Markets wordt op grote schaal gehandeld in met name verboden goederen zoals drugs en wapens. Daarbij worden bitcoins gebruikt als betaalmiddelen. Deze omstandigheid is al een sterke aanwijzing dat de bitcoins die de verdachte en de medeverdachte heeft ontvangen, van een misdrijf afkomstig was.
Bovendien geldt dat het feitelijk handelen van de verdachte, zoals ook omschreven in de zogenaamde witwastypologieën, een sterke aanwijzing oplevert voor het vermoeden van witwassen. De ontvangen opbrengsten van de verkoop van bitcoins werd steeds door hem in gedeelten contant opgenomen, hetgeen ook wel als “smurfen” wordt geduid. Dit contante geld werd vervolgens door hem op openbare plaatsen overhandigd aan anonieme verkopers van bitcoins, welke bitcoins vervolgens werden overgedragen op de Kraken-accounts van de verdachte.
Op grond van het bovenstaande gaat de rechtbank ervan uit dat het overgrote deel van de door de verdachte ontvangen bitcoins ook daadwerkelijk een criminele herkomst hebben. Hierbij houdt de rechtbank ook rekening met de wetgeschiedenis van artikel 420bis en 420quater van het Wetboek van Strafrecht, waaruit volgt dat de wetgever het met het oog op een effectieve bestrijding van het witwassen noodzakelijk achtte om niet alleen voorwerpen onder het bereik van de witwasbepalingen te brengen die onmiddellijk of middellijk van misdrijf afkomstig zijn, maar ook voorwerpen die gedeeltelijk van misdrijf afkomstig zijn. Verder kan uit de wetsgeschiedenis worden afgeleid dat in het geval dat van misdrijf afkomstige vermogensbestanddelen zijn vermengd met vermogensbestanddelen die zijn verkregen door middel van legale activiteiten, het aldus vermengde vermogen kan worden aangemerkt als mede of deels uit misdrijf afkomstig (HR 23 november 2010, NJ 2011, 44). Dat betekent dat door eventuele vermenging van bitcoins die onmiddellijk of middellijk zijn verkregen uit misdrijven met bitcoins met mogelijk wel een legale herkomst, alle bitcoins van de verdachte als geheel of gedeeltelijk van misdrijf afkomstig moet worden aangemerkt. De geldbedragen met een totaal van € 804.564,- die in 2015 op de bankrekening van de verdachte (€ 643.973,-) en [naam medeverdachte 1] (€ 160.591,-) zijn gestort, zijn verkregen door de verkoop van deze bitcoins door de verdachte aan wisselkantoren. Dat betekent dat ervan wordt uitgegaan dat die geldbedragen eveneens geheel of gedeeltelijk van misdrijf afkomstig zijn.
Een legale herkomst van de op de bankrekening van de verdachte of van [naam medeverdachte 1] gestorte bedragen is ook anderszins niet gebleken. De verdachte noch [naam medeverdachte 1] hebben in de tenlastegelegde periode zodanige inkomsten verworven waarmee die herkomst kan worden verklaard. Verder kan worden vastgesteld dat de handel in bitcoins op de wijze zoals die blijkt uit het dossier voldoet aan de hiervoor genoemde algemene ervaringsregels van witwassen, namelijk het opnemen van relatief kleine contante bedragen ter voorkoming van een melding op grond van de Wet melding ongebruikelijke transacties, het handelen met contant geld ter doorbreking van de papertrail, en het handelen in bitcoins via een particuliere bitcointrader.
De verdachte heeft verklaard dat voor zover hij wist de bitcoinhandel legaal was en de verkopers van bitcoins er niet uit zagen als criminelen. Hij kan echter geen persoonlijke gegevens van deze verkopers overhandigen. Dit kan dan evenmin als een concrete, min of meer verifieerbare verklaring over een alternatieve - legale - herkomst van de bitcoins worden aangemerkt.
De volgende vraag die aan de rechtbank ter beoordeling voorligt, is of de verdachte wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat (een gedeelte van) de ontvangen en verzilverde bitcoins van enig misdrijf afkomstig waren.
Wetenschap criminele herkomst bitcoins
Op grond van de bewijsmiddelen wordt vastgesteld dat de verdachte wetenschap had dat de door hem verkregen en verzilverde bitcoins uit enig misdrijf afkomstig waren. Bij de beoordeling van de wetenschap wordt met name het volgende in aanmerking genomen.
In de eerste plaats wordt gewezen op een WhatsApp-gesprek dat de verdachte op 21 mei 2015 met [naam medeverdachte 2] heeft gevoerd. [naam medeverdachte 2] is bij vonnis van deze rechtbank van 6 maart 2018 veroordeeld voor (onder meer) gewoontewitwassen ten aanzien van de handel in bitcoins.
Uit het chatgesprek kan worden afgeleid dat de bank aan de verdachte vragen heeft gesteld over een ontvangen bedrag. De verdachte heeft tegen de bank gezegd dat het een lening van [naam medeverdachte 2] was, anders zou het “money laundering shit” zijn. Hij zegt verder: “I know their formula now. (…) It is not about being under a amount on your bank account. Its about the total amount of transactions. They have been following me since december. (…) They follow you as soon as you pass 50k on transactions i think. (…) Th best thing to do is just get people to open Banks”.
Daarnaast is van belang dat de verdachte er steeds voor kiest om de op zijn bankrekening en op de bankrekening van [naam medeverdachte 1] gestorte opbrengsten uit de verkoop van bitcoins gefaseerd opneemt. Dat is in het reguliere, legale, economische verkeer ongebruikelijk.
Dit alles doet sterk vermoeden dat de verdachte wist dat de herkomst van de door hem ontvangen (en vervolgens verzilverde) bitcoins crimineel was. Er zijn echter nog meer belastende omstandigheden.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard over de marge die hij hanteerde bij de inkoop van bitcoins. Hij verklaarde dat 6% marge de beste situatie was, maar dat hij niet op elke transactie 6% heeft verdiend. Zijn prijs week volgens hem ongeveer 2% af ten opzichte van de marges die gehanteerd werden door wisselkantoren. De officier van justitie heeft onweersproken gesteld dat wisselkantoren zoals Kraken een marge van 0 tot 0,26% rekenen. Dit zou dus een verschil in marge van bijna 6% zijn. Hoe dan ook staat vast dat de gevraagde marge van de verdachte over het algemeen substantieel hoger was dan het marktconforme “tarief”. De verdachte was er van op de hoogte dat zijn klanten desondanks bereid waren om deze hogere marge te betalen om aan contant geld te komen. De enige logische verklaring voor die bereidheid was het kunnen verblijven in de anonimiteit, en dat kent zijn prijs. De verdachte heeft ook verklaard dat hij slechts enkele klanten had, terwijl het gaat om een zeer groot totaalbedrag aan ontvangen en vervolgens (via Kraken) verzilverde bitcoins (€ 804.564,-). Ondanks deze omstandigheden heeft de verdachte geen onderzoek naar de herkomst van de bitcoins gedaan. De verdachte heeft ook geen onderzoek gedaan naar de identiteit van de verkopers, maar garandeerde juist de anonimiteit van de transactie. Hij wilde niet thuis afspreken, maar op openbare plaatsen.
Uit bovenstaande feiten en omstandigheden -in onderling verband en samenhang bezien- kan wetenschap van de verdachte van de criminele herkomst van de ontvangen en vervolgens (via Kraken) verzilverde bitcoins worden afgeleid. Door desondanks geen persoonsgegevens te vragen, geen onderzoek te verrichten naar de herkomst van de bitcoins en betaling in contant geld aan te bieden, heeft de verdachte naar het oordeel van de rechtbank minst genomen willens en wetens de aanmerkelijke kans in het leven geroepen en aanvaard dat malafide verkopers gebruik maakten van zijn diensten en de door hem omgezette bitcoins dus een criminele herkomst hadden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat hiermee bewezen is dat de verdachte tenminste voorwaardelijk opzet heeft gehad op het witwassen van bitcoins en geldbedragen voortkomende uit de verkoop ervan.
Apple MacBook Pro en Volkswagen Golf
Vastgesteld is dat de verdachte een deel van het geldbedrag dat door het verzilveren van de bitcoins is verkregen, heeft besteed aan de aanschaf van een Apple MacBook Pro en een Volkswagen Golf. Door het aanschaffen van deze goederen heeft de verdachte het middellijk uit enig misdrijf afkomstige geldbedrag omgezet en daarmee een volgende witwashandeling verricht. Het witwassen van deze goederen acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Overige geldbedragen
De verdachte heeft verklaard dat het bedrag van € 8.000,- dat hij op de bankrekening eindigend op [nummer 1] heeft gestort, afkomstig was van zijn bitcoinhandel. Dit geldt eveneens voor het bij hem aangetroffen contante geldbedrag van € 12.000,-. Dit betekent dat de verdachte ook deze bedragen voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze indirect afkomstig waren van misdrijven.
Medeplegen
Uit het dossier blijkt genoegzaam dat de verdachte het witwassen in nauwe en bewuste samenwerking met onbekend gebleven verkopers heeft begaan. Hierbij is sprake van een gezamenlijke uitvoering. De verdachte was een onmisbare schakel in een witwasketen. De bijdragen van de betrokken verkopers en de verdachte, steeds twee onafhankelijk van elkaar opererende marktpartijen, zijn elk van voldoende gewicht om van medeplegen te kunnen spreken.
Conclusie
De verweren worden verworpen. De verdachte heeft samen met anderen grote hoeveelheden bitcoins, grote geldbedragen en goederen voorhanden gehad danwel omgezet, terwijl hij wist dat deze voorwerpen van misdrijf afkomstig waren.