In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Sulzer Turbo Services Rotterdam B.V. en de verweerder, die zonder vaste woon- of verblijfplaats procedeerde in persoon. De arbeidsovereenkomst van de verweerder, die sinds 18 november 2013 in dienst was bij Sulzer als Project Leader, werd ontbonden per 1 juli 2018. De ontbinding vond plaats na overeenstemming tussen partijen over een verstoring van de arbeidsverhouding, die een redelijke grond voor ontbinding opleverde. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juni 2018 hebben partijen afgesproken dat Sulzer binnen vier weken na de ontbinding een eindafrekening zal opmaken, waarin openstaande vakantiedagen en opgebouwde vakantiegeld worden verwerkt. Tevens is afgesproken dat er geen verrekening van creditcarduitgaven zal plaatsvinden met deze posten. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. drs. E. van Schouten en uitgesproken ter openbare terechtzitting.