Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 (impliciet) primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van het voorarrest;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van in totaal € 7.092,37, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij [naam benadeelde] / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 42 (zegge: tweeënveertig) maanden;
€ 7.092,37 (zegge: zevenduizend twee en negentig euro en zeven en dertig cent), bestaande uit € 592,37 aan materiële schade en € 6.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 7.092,37(hoofdsom,
zegge: zevenduizend twee en negentig euro en zeven en dertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening;
70 dagen;