Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[rechthebbende],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft [verzoekster], vertegenwoordigd door mr. J.J.A. Bosch, een verzoek ingediend tot herstel van de arbeidsovereenkomst met de stichting AAFJE THUISZORG HUIZEN HOTELS, vertegenwoordigd door mr. S.I. Witkamp. Het verzoek is ingediend op 3 januari 2018 en betreft de afwijzing van de arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid van [verzoekster]. De mondelinge behandeling vond plaats op 14 maart 2018, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. [verzoekster] stelt dat Aafje niet heeft voldaan aan de re-integratieverplichtingen, terwijl Aafje betoogt dat zij aan alle verplichtingen heeft voldaan en dat de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV is opgezegd.
De feiten zijn als volgt: [verzoekster] is sinds 1 september 1999 in dienst bij Aafje en is op 24 april 2015 uitgevallen door psychische klachten. Aafje heeft op 21 november 2017 toestemming gekregen van het UWV om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, wat op 31 maart 2018 is gebeurd. [verzoekster] heeft een WIA-uitkering gekregen vanaf 21 april 2017. In de procedure heeft [verzoekster] verzocht om herstel van de arbeidsovereenkomst of, indien dat niet mogelijk is, om een billijke vergoeding van € 59.400,-.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Aafje zich heeft gehouden aan de re-integratieverplichtingen en dat het verzoek van [verzoekster] om herstel van de arbeidsovereenkomst en de billijke vergoeding moet worden afgewezen. [verzoekster] wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, vastgesteld op € 800,- aan salaris voor de gemachtigde van Aafje. De beschikking is uitgesproken door mr. K.J. Bezuijen op 29 juni 2018.