In deze zaak vordert [eiser], als erfgenaam van [de vrouw], betaling van loon door gedaagden, die gezamenlijk opereren onder de naam Hotel De Gouden Leeuw. De vordering is gebaseerd op de stelling dat er sprake is van een overgang van onderneming, waardoor gedaagden als werkgever van [de vrouw] moeten worden aangemerkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [de vrouw] sinds 1994 werkzaam was in het restaurant en dat er een overgang van onderneming heeft plaatsgevonden op 1 maart 2017, na de beëindiging van de huur van het pand. Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat er geen sprake is van een identiteitsbehoud van de onderneming. De kantonrechter oordeelt dat de exploitatie van het restaurant door gedaagden na maart 2017 voortgezet is, en dat de identiteit van de onderneming in wezen behouden is gebleven. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van loon toe, met uitzondering van de loonheffing over februari 2017, en veroordeelt gedaagden tot betaling van € 19.676,51, vermeerderd met wettelijke rente. Gedaagden worden ook veroordeeld in de proceskosten.