Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- de heer mr. E.R. Butin Bik, advocaat (hierna: advocaat).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 23 mei 2018 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b van de Faillissementswet, waarin zij vroeg om een voorlopige voorziening om de energielevering te hervatten. De rechtbank heeft op 18 juni 2018 een zitting gehouden waarbij de verweerster, Eneco Services B.V., niet aanwezig was, maar wel een verweerschrift had ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de energielevering op 30 april 2018 was beëindigd, wat een bedreigende situatie voor verzoekster opleverde. De rechtbank heeft ambtshalve rechtsgronden aangevuld en geconcludeerd dat verzoekster recht heeft op heraansluiting van de energielevering, aangezien zij zich al sinds 2016 in een minnelijk schuldhulpverleningstraject bevindt en aan de voorwaarden voor heraansluiting is voldaan. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster zwaarder laten wegen dan die van verweerster, en heeft de heraansluiting voor de duur van zes maanden toegewezen, onder de voorwaarde dat de lopende termijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.