ECLI:NL:RBROT:2018:490
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom door ACM aan gemeente Veenendaal voor parkeertarieven
Op 24 januari 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening van de gemeente Veenendaal tegen een last onder dwangsom die door ACM was opgelegd. ACM had de gemeente opgedragen om de integrale kosten van de gemeentelijke parkeergarages en parkeerterreinen door te berekenen in de parkeertarieven, zoals voorgeschreven in artikel 25i van de Mededingingswet (Mw). De gemeente Veenendaal betwistte dat zij deze verplichting had en voerde aan dat straat-parkeren en vergunning-parkeren niet onder de mededingingsregels vallen, omdat deze activiteiten geen economisch karakter hebben. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente inderdaad niet de integrale kosten doorberekent en dat de last onder dwangsom terecht was opgelegd. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen evident onrechtmatig besluit was en de besluiten van ACM naar verwachting in stand zouden blijven. De uitspraak benadrukt de scheiding tussen publieke taken van gemeenten en economische activiteiten die onder de mededingingsregels vallen.