Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 impliciet primair , 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting en de inspanningsverplichting om mee te werken aan de opgelegde begeleiding;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] tot een bedrag van € 4.828,87, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] tot een bedrag van € 19.791,80, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.poging tot doodslag;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij [naam benadeelde 1] / schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering benadeelde partij [naam benadeelde 2] / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (zegge: drie) jaren;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
€ 4.328,87 (zegge: vierduizend driehonderdachtentwintig euro en zevenentachtig cent), bestaande uit € 2.828,87 aan materiële schadevergoeding en € 1.500 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 4.328,87 (zegge: vierduizend driehonderdachtentwintig euro en zevenentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
53 (drieënvijftig) dagen;
€ 1.529,80 (zegge: duizend vijfhonderdnegenentwintig euro en tachtig cent), bestaande uit € 29,80 aan materiële schadevergoeding en € 1.500 aan immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.529,80 (zegge: duizend vijfhonderdnegenentwintig euro en tachtig cent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
25 (vijfentwintig) dagen;