1.
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 juni 2013 tot en met
23 februari 2015, te Den Haag, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) (een) geheim(en), te weten informatie en/of gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA-online), in gebruik bij de Rechtbank Den Haag, in elk geval uit een geautomatiseerd systeem, waarvan zij, verdachte, als gerechtsambtenaar, werkzaam als administratief (juridisch) medewerker, bij de Rechtbank Den Haag, in elk geval een
ambtelijke functie, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij, verdachte, als
(gerechts-)ambtenaar, in elk geval uit hoofde van ambt, beroep en/of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt en/of beroep, verplicht was het te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, door toen daar (telkens) als (gerechts-)ambtenaar, (telkens) opzettelijk in GBA-online, in gebruik bij de Rechtbank Den Haag, in elk geval in een geautomatiseerd systeem, (namen van) personen heeft bevraagd, te weten:
-op of omstreeks 19 juni 2013 een persoon genaamd [naam persoon 1] en/of
-op of omstreeks 1 juli 2013 een persoon genaamd [naam persoon 2] en/of
-op of omstreeks 1 juli 2013 een persoon genaamd [naam persoon 3] en/of
-op of omstreeks 13 augustus 2013 een persoon genaamd [naam persoon 4] en/of
-op of omstreeks 26 mei 2014 een persoon genaamd [naam persoon 5] en/of
-op of omstreeks 6 juni 2014 een persoon genaamd [naam persoon 6] en/of
-op of omstreeks 6 juni 2014 een persoon genaamd [naam persoon 7] en/of
-op of omstreeks 16 februari 2015 een persoon genaamd [naam persoon 8] en/of
-op of omstreeks 23 februari 2015 een persoon genaamd [naam persoon 9] en/of
-op of omstreeks 23 februari 2015 een persoon genaamd [naam persoon 10]
en vervolgens de uit dit systeem afkomstige informatie te weten de gba-uitdraaien, in elk geval de bijbehorende personalia en/of adressen van deze personen heeft verstrekt aan
[naam medeverdachte] , in elk geval (een) mededeling(en) te doen waarvan zij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij, verdachte, als ambtenaar van justitie, in elk geval uit hoofde van ambt, beroep en/of wettelijk voorschrift verplicht was deze te bewaren;