4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
zij op 27 september 2013 te Roosendaal
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeninguit een geldautomaat
heeft weggenomen een geldbedrag (1.250,- euro), geheel toebehorende aan [naam slachtoffer 1] ,
waarbij haar mededader het weg te nemen
goed onder
zijnbereik heeft gebracht door middel van een
valse sleutel, te weten een bankpas tot welk gebruik haar
mededader niet gerechtigd/gemachtigd/bevoegd was;
2.
zij op 05 oktober 2013 te 's-Hertogenbosch
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeninguit een geldautomaat heeft
weggenomen een geldbedrag (1.000,- euro), geheel toebehorende aan [naam slachtoffer 2] ,
waarbij haar mededader het weg te nemen goed onder
zijnbereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te
weten een bankpas tot welk gebruik
haarmededader niet
gerechtigd/gemachtigd/bevoegd was;
3.
zij op 27 september 2013 te Roosendaal
tezamen en in vereniging met een ander ,
met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeninguit een geldautomaat heeft
weggenomen een geldbedrag (1.100,- euro), geheel toebehorende aan [naam slachtoffer 3] ,
waarbij haar mededader het weg te nemen goed onder
zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te
weten een bankpas tot welk gebruik haar mededader niet
gerechtigd/gemachtigd/bevoegd was;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.