Op 15 juni 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die betrokken was bij ongeregeldheden rondom het Turkse consulaat op 12 maart 2017. De verdachte werd beschuldigd van openlijke geweldpleging en baldadigheid. Tijdens de zitting op 4 juni 2018 werd het bewijs besproken, waaronder camerabeelden van de gebeurtenissen. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastelegging en een jeugddetentie van twee weken, met een taakstraf van 100 uur. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet betrokken was bij het openlijk geweld en dat zijn handelingen niet als baldadigheid konden worden gekwalificeerd.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De beelden toonden niet aan wat de verdachte precies had gegooid en of dit gevaar of nadeel voor de politie had kunnen veroorzaken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten en sprak hem vrij van openlijke geweldpleging en baldadigheid. Dit vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, met mr. M.V. Scheffers als voorzitter, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.