Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1], en
[gedagde 2],
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
Artikel 6 Staat van de onroerende zaak. Gebruik.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 15 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagden] over de non-conformiteit van een appartement dat door [eiseres] was gekocht. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. B.R. Kleij, vorderde schadevergoeding van de gedaagden, die het appartement hadden verkocht, wegens gebreken aan de elektrische installatie. De eiseres stelde dat de elektrische installatie niet voldeed aan de wettelijke veiligheidseisen en dat de gedaagden hun mededelingsplicht hadden geschonden door deze gebreken niet voorafgaand aan de koop te melden. De gedaagden, vertegenwoordigd door mr. A.A. Zeeman, betwistten de vordering en stelden dat zij de woning dertien jaar zonder problemen hadden gebruikt.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden op basis van artikel 6 van de koopovereenkomst alleen aansprakelijk zijn voor gebreken die het normaal gebruik van de woning belemmeren. De rechter concludeerde dat de gebreken aan de elektrische installatie, hoewel ze in risicoklasse 2 waren ingedeeld, niet van dusdanige aard waren dat ze het normaal gebruik van het appartement als woonhuis in de weg stonden. De eiseres had bovendien voorafgaand aan de koop een bouwkundige keuring laten uitvoeren, waaruit bleek dat er slechts een beperkte reparatie nodig was. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de mededelingsplicht van verkopers en de verwachtingen die kopers mogen hebben bij de aankoop van een woning, vooral in het geval van oudere woningen. De rechter stelde vast dat de gedaagden niet tekortgeschoten waren in hun verplichtingen en dat de eiseres niet voldoende had aangetoond dat de gebreken aan de elektrische installatie het normaal gebruik van de woning belemmerden.