Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ontvangen op 23 maart 2018;
- het verweerschrift met producties, ontvangen op 26 april 2018;
- de bij brief van 7 mei mei 2018 overgelegde productie aan de zijde van [verweerder];
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling overgelegde pleitaantekeningen aan de zijde van HVO.
2.De feiten
4.Het verweer en het zelfstandig verzoek van [verweerder]
€ 7.841 bruto en een billijke vergoeding van € 75.000 bruto aan [verweerder] ten laste van HVO, één en ander met vermeerdering met de wettelijke rente vanaf het tijdstip van de opeisbaarheid van de genoemde vergoedingen en de veroordeling van HVO in de proceskosten. Voorts heeft Uerbefeldt verzocht om, in het geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst, bij het bepalen van de einddatum rekening te houden met de voor de werkgever geldende opzegtermijn zonder aftrek van de periode die is gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van dagtekening van de ontbindingsbeschikking.