ECLI:NL:RBROT:2018:4481

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
7 juni 2018
Zaaknummer
10/742065-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld tijdens voetbalrellen in Rotterdam op 7 mei 2017

Op 8 juni 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de voetbalrellen na de wedstrijd Feyenoord - Excelsior op 7 mei 2017. De verdachte heeft bekend een fles in de richting van de politie te hebben gegooid op de Coolsingel, waar meerdere relschoppers actief waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en goederen. Gezien de ernst van het feit en de zorgelijke persoonlijke omstandigheden van de verdachte, heeft de rechtbank besloten een deel van de opgelegde straf voorwaardelijk op te leggen. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook de rol van de verdachte in de rellen benadrukt, waarbij hij niet alleen de groep relschoppers versterkte, maar ook actief deelnam aan de geweldshandelingen. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met het strafblad van de verdachte, dat geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten vertoonde, maar wel voor andere delicten, zoals winkeldiefstallen. De rechtbank heeft de verdachte begeleiding toegewezen om hem te helpen zijn leven op de rit te krijgen, gezien zijn schulden en afhankelijkheid van de voedselbank. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank een krachtig signaal wilde afgeven tegen de onaanvaardbare openlijke geweldpleging die op die dag plaatsvond.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/742065-17
Datum uitspraak: 8 juni 2018
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 mei 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 120 uur, te vervangen door 60 dagen hechtenis, met aftrek van de duur van de voorlopige hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het tenlastegelegde is door de verdachte bekend bij de politie. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op 7 mei 2017 te Rotterdam,
op de Coolsingel
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen, althans éénmaal (met kracht)
naar, althans in de richting van, één of meer politieagent(en) en/of
politievoertuig(en) gooien met
een glazen flesjeen/of andere voorwerpen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
Zondag 7 mei 2017 had een feestelijke dag moeten worden voor Feyenoord, de supporters en voor de stad Rotterdam. Direct nadat Feyenoord de wedstrijd verloren had is op meerdere plekken in de stad de vlam in de pan geslagen. Het centrum van Rotterdam werd een slagveld, waar niet alleen leden van de Mobiele Eenheid belaagd zijn door relschoppers, maar ook politiepaarden en politievoertuigen werden bekogeld met stenen, flessen, blikjes, vuurwerk en andere voorwerpen. De verdachte en degenen die samen met hem geweld pleegden, hebben Feyenoord in het bijzonder en het voetbal in het algemeen een slechte dienst bewezen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een krachtig signaal moet worden afgegeven, waaruit blijkt dat de openlijke geweldpleging zoals deze op 7 mei 2017 op verschillende plaatsen in de stad plaatsvond, volstrekt onaanvaardbaar is.
De rol van de verdachte bestond niet alleen uit het getalsmatig versterken van de groep relschoppers, maar ook uit een bijdrage aan de geweldshandelingen door een bierflesje in de richting van de politie te gooien.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 maart 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, maar wel voor andere delicten, vooral een groot aantal winkeldiefstallen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen.
De verdachte laat een voor zijn leeftijd zorgelijk beeld zien, met in korte tijd een groot aantal strafbare gedragingen, vooral winkeldiefstallen. Hij heeft naar eigen zeggen schulden en moet rondkomen met hulp van de voedselbank. De rechtbank is van oordeel dat de verdachte begeleiding nodig heeft om zijn leven op de rit te krijgen, omdat hij dit kennelijk niet zelfstandig aankan. De rechtbank zal om die reden een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 63 en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het tenlastegelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
94 (vierennegentig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
47 (zevenenveertig) dagen;
bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte,
groot 40 (veertig) urenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt, en zich houden aan de aanwijzingen die hem worden gegeven;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en A.A. Kalk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 7 mei 2017 te Rotterdam,
op of aan de openbare weg(en), de Coolsingel en/of de Lijnbaan en/of de Korte
Lijnbaan en/of het Rode Zand en/of de Meent en/of het Stadhuisplein en/of het
Beursplein en/of de Karel Doormanstraat en/of het Binnenwegplein en/of de Van
Oldebarneveltstraat en/of de Van Oldebarneveltplaats en/of de Oude Binnenweg,
in elk geval op of aan (een) openbare weg(en),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen, althans éénmaal (telkens) (met kracht)
naar, althans in de richting van, één of meer politieagent(en) en/of
politievoertuig(en) en/of politiepaard(en) gooien met
(een) (glazen) flesje(s) en/of
(een) blikje(s) en/of
(een) steen(en) en/of
(een) deel(en) van (een) stoeptegel(s) en/of (een) stoeptegel(s) en/of
(een) fiets(en) en/of (een) pilon(nen) en/of
(een) hek(ken) en/of (een) ijzeren pa(a)l(en) en/of
(een) verkeersbord(en) en/of (een) parasolvoet(en) en/of
(een) (plastic) stoel(en) en/of (een) reclamebord(en) en/of
(een) brandende fakkel(s) en/of vuurwerk en/of
(een) andere voorwerp(en)
en/of
- meermalen, althans éénmaal, gooien van (een) hek(ken) en/of (een) andere
voorwerp(en) op de rijbaan om de politieagent(en) en/of politievoertuig(en) en/of
politiepaard(en) tegen te houden en/of te belemmeren
en/of
- meermalen, althans eenmaal, zoeken van de confrontatie met de
politieagenten en/of vertonen van agressief gedrag en/of op luide
(agressieve) toon roepen van de woorden: “Rotterdam Hooligans” en/of
“Kankerjoden”, althans woorden van gelijke (opruiende) aard en/of strekking
en/of
- meermalen, althans éénmaal, trappen tegen (een) hek(ken) en/of (een)
politievoertuig(en);