ECLI:NL:RBROT:2018:4478

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
7 juni 2018
Zaaknummer
10/741221-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld tijdens voetbalrellen in Rotterdam op 7 mei 2017

Op 8 juni 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de voetbalrellen tussen Feyenoord en Excelsior op 7 mei 2017. De verdachte werd beschuldigd van openlijk geweld, nadat hij een blikje bier in de richting van de politie had gegooid, terwijl hij deel uitmaakte van een groep van ongeveer veertig personen die goederen naar de Mobiele Eenheid gooide. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door zijn handelen, bijdroeg aan de gewelddadige stemming en dat zijn opzet zich ook uitstrekte tot het geweld dat anderen pleegden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte openlijk in vereniging geweld had gepleegd tegen personen en goederen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en het signaal dat afgegeven moest worden tegen openlijke geweldpleging, vooral gezien de chaos die ontstond na de verloren wedstrijd van Feyenoord. De verdachte had geen strafblad voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank vond de bijdrage aan de geweldshandelingen ernstig genoeg om een straf op te leggen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/741221-17
Datum uitspraak: 8 juni 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. R.S. Boonstra, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 mei 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 160 uren, te vervangen door 80 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat onvoldoende uit het dossier blijkt dat de verdachte onderdeel uitmaakte van een groep van waaruit geweldshandelingen werden verricht en dat enkel kan worden vastgesteld dat hij in een eenmansactie een blikje bier heeft gegooid. De verdediging zet vraagtekens bij de waarde van het proces-verbaal van de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] , omdat dit 13 dagen na de aanhouding van de verdachte is opgemaakt.
4.1.2.
Beoordeling
De verdachte is tenlastegelegd dat hij openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd. Voor een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging dient het medeplegen van (openlijk) geweld te worden vastgesteld. Dat wil zeggen dat dit geweld in nauwe en bewuste samenwerking gepleegd moet zijn. Het opzet van de dader moet gericht zijn op het geweld en zijn bijdrage daaraan en hij moet aan het geweld hebben bijgedragen door zelf geweld te gebruiken of door een wezenlijke bijdrage te leveren aan het geweld van anderen. Het enkel deel uitmaken van een groep waarvan geweld uitgaat, is op zichzelf niet voldoende voor bewezenverklaring.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] blijkt dat zij hebben gezien dat de verdachte op 7 mei 2017 een glazen fles in de richting van de Mobiele Eenheid gooide, waarop hij door hen is aangehouden. In het proces-verbaal dat op 20 mei 2017 is opgesteld door dezelfde verbalisanten, is nader geverbaliseerd dat de verdachte deel uitmaakte van een groep van ongeveer veertig personen die goederen in de richting van de Mobiele Eenheid gooide. De rechtbank ziet geen aanleiding aan de betrouwbaarheid van de processen-verbaal van de verbalisanten te twijfelen.
De verdachte verrichtte een geweldshandeling op het moment dat ook anderen voorwerpen naar agenten, politiepaarden en voertuigen gooiden. Dit kan hem niet ontgaan zijn. Hij droeg met zijn handelen bij aan de gewelddadige stemming. Hieruit volgt dat het opzet van de verdachte zich (ook) uitstrekte tot het geweld dat anderen op dezelfde locatie pleegden. Ook dat geweld kan hem om die reden worden toegerekend. Die toerekening gaat niet zo ver dat de verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor geweld dat op andere plekken in de stad gepleegd werd. In zoverre zal de verdachte worden vrijgesproken.
4.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op 7 mei 2017 te Rotterdam,
op de Coolsingel, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen (met kracht)
naar, althans in de richting van, één of meer politieagent(en) en/of
politievoertuig(en) gooien met
(glazen) flesje(s) ende(e)l(en) van (een) stoeptegel(s)en/ofandere voorwerpen
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
Zondag 7 mei 2017 had een feestelijke dag moeten worden voor Feyenoord, de supporters en voor de stad Rotterdam. Meteen nadat Feyenoord de wedstrijd verloren had is op meerdere plekken in de stad de vlam in de pan geslagen. Het centrum van Rotterdam werd een slagveld, waar niet alleen leden van de Mobiele Eenheid belaagd zijn door relschoppers, maar ook politiepaarden en politievoertuigen werden bekogeld met stenen, flessen, blikjes, vuurwerk en andere voorwerpen. De verdachte en degenen die samen met hem geweld pleegden, hebben Feyenoord in het bijzonder en het voetbal in het algemeen een slechte dienst bewezen.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een krachtig signaal moet worden afgegeven waaruit blijkt dat de openlijke geweldpleging zoals deze op 7 mei 2017 op verschillende plaatsen in de stad plaatsvond, volstrekt onaanvaardbaar is.
De rol van de verdachte bestond niet alleen uit het getalsmatig versterken van de groep relschoppers, maar ook uit een bijdrage aan de geweldshandelingen door een glazen flesje in de richting van de politie te gooien.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 maart 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. De rechtbank zal rekening houden met het feit dat de verdachte door de voorlopige hechtenis zijn baan is kwijtgeraakt.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het tenlastegelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 100 (honderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
94 (vierennegentig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
47 (zevenenveertig) dagen;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en A.A. Kalk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 7 mei 2017 te Rotterdam,
op of aan de openbare weg(en), de Coolsingel en/of de Lijnbaan en/of de Korte
Lijnbaan en/of het Rode Zand en/of de Meent en/of het Stadhuisplein en/of het
Beursplein en/of de Karel Doormanstraat en/of het Binnenwegplein en/of de Van
Oldebarneveltstraat en/of de Van Oldebarneveltplaats en/of de Oude Binnenweg
en/of de Haagseveer, in elk geval op of aan (een) openbare weg(en),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen, althans éénmaal (telkens) (met kracht)
naar, althans in de richting van, één of meer politieagent(en) en/of
politievoertuig(en) en/of politiepaard(en) gooien met
(een) (glazen) flesje(s) en/of
(een) blikje(s) en/of
(een) ste(e)n(en) en/of
(een) de(e)l(en) van (een) stoeptegel(s) en/of (een) stoeptegel(s) en/of
(een) fiets(en) en/of (een) pilon(nen) en/of
(een) hek(ken) en/of (een) ijzeren pa(a)l(en) en/of
(een) verkeersbord(en) en/of (een) parasolvoet(en) en/of
(een) (plastic) stoel(en) en/of (een) reclamebord(en) en/of
(een) brandende fakkel(s) en/of vuurwerk en/of
(een) ander(e) voorwerp(en)
en/of
- meermalen, althans éénmaal, gooien van (een) hek(ken) en/of (een) ander(e)
voorwerp(en) op de rijbaan om de politieagent(en) en/of politievoertuig(en) en/of
politiepaard(en) tegen te houden en/of te belemmeren
en/of
- meermalen, althans eenmaal, zoeken van de confrontatie met de
politieagenten en/of vertonen van agressief gedrag en/of op luide
(agressieve) toon roepen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en/of
"Kankerjoden", althans woorden van gelijke (opruiende) aard en/of strekking
en/of
- meermalen, althans éénmaal, trappen tegen (een) hek(ken) en/of (een)
politievoertuig(en);