ECLI:NL:RBROT:2018:4448

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2018
Publicatiedatum
7 juni 2018
Zaaknummer
10/692142-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld in vereniging tegen politieambtenaar na KNVB-bekerfinale

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij openlijk geweld na de KNVB-bekerfinale tussen Feyenoord en FC Utrecht op 24 april 2016. De verdachte heeft samen met anderen geweld gepleegd tegen brigadier van politie Rotterdam-Rijnmond, [naam slachtoffer], door deze meermalen te schoppen en/of te trappen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en heeft dit zonder nadere motivering bewezen verklaard. De officier van justitie had een taakstraf van 240 uren geëist, maar de rechtbank heeft uiteindelijk een taakstraf van 200 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd in aanmerking genomen. Het geweld was gericht tegen een persoon die een publieke functie vervult, wat de rechtbank als onaanvaardbaar beschouwt. Dit soort geweld heeft niet alleen gevolgen voor de betrokken politieambtenaar, maar ook voor de veiligheid van andere burgers en de algehele maatschappelijke orde. De rechtbank heeft ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten en stabiele leefomstandigheden vertoonde. Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank besloten tot het opleggen van een taakstraf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/692142-16
Datum uitspraak: 8 juni 2018
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] .

1.Onderzoek op de terechtzittingen

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 23 en 25 mei 2018.
Op 25 mei2018 is de behandeling van de zaak hervat en heeft de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting gesloten.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. van den Berg heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het tenlastegelegde is door de verdachte bekend bij de politie. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Hij
op 24 april 2016
te Rotterdam, op de openbare weg, de Coen Moulijnweg,
na de KNVB-bekerfinale Feyenoord-FC Utrecht
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer] , brigadier
van politie Rotterdam-Rijnmond,
welk geweld bestond uit het meermalen, schoppen en/of trappen van die [naam slachtoffer] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, samen met anderen, na de voetbalwedstrijd tussen Feyenoord en FC Utrecht op 24 april 2016 schuldig gemaakt aan openlijk geweld tegen een politieambtenaar. De rechtbank acht het onaanvaardbaar dat de verdachte zich gewelddadig heeft opgesteld tegen een persoon die een publieke taak vervult. Dergelijk gedrag heeft tot gevolg dat deze persoon en zijn collega’s worden belemmerd in hun taakuitoefening en zich in toenemende mate onveilig voelen in hun werk. Daarnaast wordt het gevoel van veiligheid van andere burgers aangetast door dergelijke incidenten.
Het gedrag van de verdachte en degenen die samen met hem geweld pleegden is voor de andere, soms nog jonge, bezoekers van de voetbalwedstrijd een slecht voorbeeld hoe zich te gedragen als voetbalsupporter. Voetbalgeweld heeft zijn weerslag op de voetbalclubs en uiteindelijk komen de kosten die worden gemaakt om bij wedstrijden extra politie-eenheden in te zetten en de aangebrachte schade te herstellen, voor rekening van de gehele gemeenschap. Het voetbalspel, dat vermaak zou moeten bieden en toegankelijk zou moeten zijn voor iedereen, verliest zijn glans door relschoppers zoals de verdachte.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 23 maart 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 juli 2017. Dit rapport houdt het volgende in.
Er is bij de verdachte sprake van een stabiele huisvesting, een inkomen en dagbesteding in de vorm van een baan. Er zijn geen aanwijzingen om aan te nemen dat er op dit moment sprake is van psychische problematiek en/of middelenproblematiek. Wat betreft denkpatronen, gedrag en vaardigheden worden enige tekortkomingen gesignaleerd. Dit gezien het motief van de verdachte voor het ten laste gelegde en zijn handelen hiernaar. Gezien het voorgaande en het feit dat er geen sprake lijkt te zijn van eerder gewelddadig gedrag, ziet de reclassering geen aanknopingspunten voor reclasseringsbemoeienis. Er wordt dan ook een onvoorwaardelijke straf geadviseerd.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. Daarbij heeft de rechtbank mede acht geslagen op de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en A.A. Kalk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. drs. M.R. Moraal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 24 april 2016
te Rotterdam,
op of aan de openbare weg, de Coen Moulijnweg, in elk geval op of aan een
openbare weg,
voor, tijdens of na de KNVB-bekerfinale Feyenoord-FC Utrecht
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer] , brigadier
van politie Rotterdam-Rijnmond,
welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens) schoppen
en/of trappen van die [naam slachtoffer] .