Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiseres 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
J.C. Hol; redactie] te Dordrecht.
1.De procedure
- de dagvaardingen van 10 augustus 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties van [gedaagden] ;
- de conclusie van antwoord met producties van de Gemeente;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties van de zijde van [eisers] ;
- de brief van de rechtbank van 4 november 2015 waarbij partijen zijn opgeroepen voor de comparitie van partijen op 1 december 2015;
- de brief van de zijde van [eisers] van 23 november 2015 waarbij de bij vergissing niet bij de conclusie van antwoord in reconventie meegezonden productie 38 alsnog is overgelegd;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 december 2015, waarbij mondeling vonnis is gewezen;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 23 juni 2016;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 4 februari 2017;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 23 juni 2017;
- de conclusie na getuigenverhoor tevens akte houdende aanvulling grondslag vordering van [eisers] ;
- de conclusie na getuigenverhoor van [gedaagden] ;
- de conclusie van antwoord na getuigenverhoor van [eisers] ;
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van [gedaagden]
2.De vaststaande feiten
(…)
Deze akte luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
artikel 11 Erfdienstbaarheden
1. Ter uitvoering van voormelde overeenkomst wordt in de notariële akte van overdracht inzake deze overeenkomst gevestigd de erfdienstbaarheid van overpad om op de minst bezwarende wijze te komen van- en te gaan naar de openbare weg, te voet, eventueel tezamen met een klein motorisch of niet-motorisch voertuig ten laste van het aan Koper geleverde perceel [adres 4] , kadastraal bekend (…) een en ander zoals gearceerd is aangegeven op de bij deze overeenkomst behorende uitgiftetekening.
2. Het recht om te komen en te gaan mag slechts worden uitgeoefend door de gerechtigde van de [adres 2] .
3. Het is zowel de eigenaar van het heersend als dienend erf niet toegestaan vervoersmiddelen of voorwerpen op het terrein te plaatsen waardoor de toegangsweg niet meer overeenkomstig voormeld recht kan worden gebruikt.
5. De kosten voor het vestigen van de erfdienstbaarheid komen voor rekening van Koper.
(…)
Artikel 1
(…).”
3.De vordering in conventie3.1. [eisers] heeft na wijziging van eis bij akte houdende vermeerdering van eis gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:ten aanzien van [gedaagde 1] :Primair:te gebieden om binnen 48 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis mee te werken aan de uitvoering van de Overeenkomst door te compareren bij het passeren van de leveringsakte, tevens akte tot vestiging erfdienstbaarheid van weg, ten kantore van de [notaris] te Alblasserdam overeenkomstig diens concept gedateerd 16 april 2015 met dien verstande dat:I) ten aanzien van de voorwaarden waaronder van de weg gebruik mag worden gemaakt,primairwordt bepaald dat alleen de eigenaren van het perceel gelegen aan de [adres 2] (kadastraal bekend gemeente Alblasserdam, [kadasternummer] ) en de zijnen van het overpad gebruik mogen maken tenzij voor het gebruik door anderen voorafgaande schriftelijke toestemming is verstrekt door [eiser 1] en wel uitsluitend te voet en /of per (brom-) fiets en/of per motorfiets, zonder draaiende motor -en zonder het toebrengen van enigerlei hinder aan het dienende erf mag gebruiken en [gedaagden] te verbieden dat anderen dan [gedaagden] en de zijnen gebruik maken van dit (notarieel) te vestigen recht van overpad;subsidiairwordt bepaald dat die voorwaarden zijn zoals omschreven in de concept akte van [notaris] gedateerd 16 april 2015;
II)
ten aanzien van de ligging van de wegprimairwordt bepaald dat de weg achter de tuinen van [adres 1] en [adres 5] zal lopen op een wijze als staat aangegeven in de kleur groen in productie 10;
subsidiair word bepaald dat de weg loopt op de wijze als omschreven in de conceptakte van [notaris] van 16 april 2015;
bij gebreke waarvan de rechtbank iedere medewerker van het kantoor van [notaris] afzonderlijk middels het in deze te wijzen vonnis aanwijst om in de plaats van [gedaagden] te mogen compareren bij het verlijden van voornoemde leveringsakte;
subsidiair:primair:[gedaagden] te gebieden om met [eisers] verder in onderhandeling te treden over de inhoud van de erfdienstbaarheid en de wijze waarop de erfdienstbaarheid zal worden gevestigd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ten bedrage van
€ 1.000,- (zegge: duizend euro) voor iedere dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat [gedaagden] niet aan dit gebod, zoals neergelegd in het door de rechtbank te wijzen vonnis, voldoet;
subsidiair:i) voor recht te verklaren dat [gedaagde 1] zich jegens [eiser 1] schuldig heeft gemaakt aan schending van de precontractuele redelijkheid en billijkheid dan wel zich jegens [eisers] schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige daad door de onderhandelingen tussen partijen over de te vestigen erfdienstbaarheid niet voort te zetten;
ii) voor recht te verklaren dat [gedaagden] hierdoor schadeplichtig jegens [eisers] is geworden, en
iii) [gedaagden] te veroordelen tot vergoeding van de door [eisers] geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
primair en subsidiair:[gedaagden] te veroordelen in de kosten van dit geding en te bepalen dat [gedaagden] over de proceskostenveroordeling de wettelijke rente verschuldigd is in het geval van niet tijdige betaling binnen 48 uur na betekening van het vonnis alsmede [gedaagden] te veroordelen in de kosten van de vertegenwoordiger, dan wel de kosten die gemaakt worden door inschrijving van het vonnis in het register, alsmede [gedaagden] te veroordelen in de nakosten in geval van niet-nakoming in der minne binnen 48 uur na betekening van het vonnis;
ten aanzien van de Gemeente:primair:1) voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen de Gemeente c.s. en [eisers] niet door de buitengerechtelijke verklaring van de Gemeente van 30 juni 2015 is ontbonden;
subsidiair:de Koopovereenkomst als ontbonden te verklaren zodra tussen [gedaagden] en [eisers] in rechte onherroepelijk vaststaat dat [gedaagden] niet gehouden is aan de overeenkomst uitvoering te geven of anderszins gehouden is mee te werken aan het vestigen van enig recht van overpad;
meer subsidiair:de koopovereenkomst tussen de Gemeente en [eisers] als ontbonden te verklaren zodra aan de door de rechtbank te bepalen voorwaarden is voldaan;
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:de gemeente in de kosten van de procedure te veroordelen en te bepalen dat de Gemeente over de proceskosten de wettelijke rente verschuldigd is in het geval van niet tijdige betaling binnen 48 uur na betekening van het vonnis alsmede de Gemeente te veroordelen in de nakosten in geval van niet-nakoming in der minne binnen 48 uur na betekening van het vonnis.
4.De vordering in reconventie
5.5. De beoordeling in conventie
De akte had één pagina, die hebben we met zijn allen doorgenomen. Daarin stond onder andere het recht van overpad. We hebben afgesproken dat het nieuwe recht van overpad over mijn terrein zou lopen, dat was langs de sloot en voor mijn woning langs. Op de kaart staat dat niet helemaal juist ingetekend, het tracé moest dichter voorlangs mijn huis lopen, over het bestaande voetpad. [eiser 1]( [eiser 1] ; opmerking rechtbank)
had die avond ook een tekening gemaakt, waarop het tracé van het recht van overpad over mijn perceel staat ingetekend. Op die avond ging [gedaagde 1] grotendeels akkoord. [eiser 1] heeft nog een wijziging aangebracht op verzoek van [gedaagde 1] en toen hebben we met z’n allen ondertekend. U wijst mij erop dat onder de akte van Productie 7 mijn naam niet staat. Ik durf u niet te zeggen of op het stuk dat ik de avond heb ondertekend, mijn naam wel stond, ik ga ervanuit van wel.(…)
Misschien is het me die avond niet opgevallen welke naam er onder die akte stond. De anderen hebben dit blijkbaar ook niet gezien. We waren blij dat we er eruit waren. Na het tekenen hebben we nog een glaasje wijn gedronken.”
Ik kon de mensen aan de tafel zelf niet zien. Ik kon wel alles horen. Ik heb ook een aantal malen heen en weer gelopen tussen het kantoor, de woonkamer en meterkast. Later die avond heb ik die kaart ook zelf gezien, [eiser 1] heeft de kaart aan mij laten zien. (…)
Er was een goede sfeer die avond, volgens mij was iedereen blij dat het zo kon worden opgelost: het recht van overpad en de strook grond. Die avond is er ook een stuk ondertekend. (…).
De meneer die zojuist samen met mij op de gang heeft gezeten om vandaag ook een verklaring af te leggen(…),
heb ik die avond niet gezien. Ik zie hem vandaag voor het eerst.” Verder heeft [persoon 2] , voor zover van belang, verklaard: “
Ik stond in de keuken bij het aanrecht, de anderen zaten aan tafel. Ik heb wel bijna een uur daar zo gestaan.
Ik wist niet wat de plannen met het pad waren. Ik heb die avond toch iets meegekregen van het gesprek, maar ik vond het privézaken. Ik heb begrepen dat het over het overpad over de grond van mijn broer ging. Over de plannen van [eiser 1] met die grond heb ik die avond niets gehoord, dat heb ik later van [eiser 1] en mijn broer gehoord. U houdt mij voor de tweede alinea van mijn verklaring (productie 9). Wat daar staat over de plannen van de familie [eiser 1] om het straatje bij hun tuin te betrekken en de garage van mijn broer ook, heb ik die avond zelf niet gehoord, dat kan ik mij zo niet herinneren. Dat heb ik wel achteraf gehoord. Ik heb wel gezien dat er een stuk papier op tafel lag en dat daarover werd gepraat en dat dit ondertekend werd, ook door mijn broer.(…)
Een kadastrale kaart(…)
heb ik die avond niet gezien. (…) ik heb dhr [gedaagde 1] die avond zelf niets horen zeggen over de verkoop van het straatje, ik heb wel gehoord dat hij akkoord ging met het nieuwe overpad over de grond van mijn broer.”
[eiser 1] wilde die strook grond bij zijn perceel trekken en wilde dat het overpad over het perceel van mijn zwager, de broer van mijn man, zou lopen. Dat was het. Ik heb me altijd wat afzijdig gehouden van deze kwestie. Ik heb wel een keer met mevrouw [gedaagde 2] over deze kwestie gesproken. Ik heb toen van haar begrepen dat zij wel wist hoe het nieuwe overpad zou komen te lopen over het perceel van de broer van mijn man.”
Dit stuk(de onderhandse akte van 17 september 2014; opmerking rechtbank)
bevat de afspraak die wij met elkaar (dus ook met de familie [gedaagde 1] ) hebben gemaakt over het recht van overpad over het door ons te kopen perceel. Over de concrete uitwerking van het recht van overpad zouden we nog met elkaar praten. Wij gingen uit van een looppad over het bestaande pad voor ons huis langs, alleen bestemd voor de familie [gedaagde 1] . Wij hadden ‘overpad’ opgezocht op google en daaruit hadden wij opgemaakt dat het alleen over bewoners zou gaan. En wij hadden informatie dat de familie [gedaagde 1] maar een beperkt gebruik van het bestaande overpad maakte, alleen om de kinderen naar school te brengen. En in het contract stond ‘looppad’. Tijdens de afspraak bij ons thuis na de verhuizing (dus omstreeks maart 2015) bleek ons dat de familie [gedaagde 1] meer eisen had, zoals het gebruik van brommers en toegang voor anderen dan de familie zelf. Daar zijn we niet uitgekomen.(…)
De angel van de kwestie is denken wij dat wij zijn uitgegaan van een looppad met een beperkt gebruik en de familie [gedaagde 1] is uitgegaan van een onbeperkt gebruik”
Het gebruik van het bestaande pad door de familie [gedaagde 1] was heel beperkt, het ging over kinderen die naar school werden gebracht en soms met verjaardagen familiebezoek. (…)
Op die avond in september 2014, toen het contract is getekend(de onderhandse akte van 17 september 2014; opmerking rechtbank)
was alles rond, dat wil zeggen er zou een nieuw looppad over de grond van [persoon 1]( [persoon 1] ; opmerking rechtbank)
en [getuige 1] komen. [getuige 1] wist precies hoe het zat, hij was erbij. De heer [gedaagde 1] was er ook bij en heeft toen niets gezegd over nadere eisen. Het was volledig duidelijk voor alle betrokken, [getuige 1] , meneer [gedaagde 1] en ons dat het om een looppad zou gaan. Het klopt dat [getuige 2] die avond ook in huis was, hij was in de kelder bezig met de computer en de kelder staat in open verbinding met de keuken, waar wij met z’n allen aan tafel zaten. Dat het die avond in maart 2015, toen wij bij [getuige 1] en [persoon 1] thuis samen met hen en met de familie [gedaagde 1] hebben gesproken over de uitwerking van het recht van overpad is misgegaan, heeft ons overvallen. Wij hadden niet verwacht dat de familie [gedaagde 1] met nadere eisen zou komen. Wij gingen er vanuit dat het rond was, anders waren we niet tot de aankoop van het perceel van [persoon 1] en [getuige 1] overgegaan, er stond een handtekening onder het contract, wij gingen ervan uit dat het goed was. De familie [gedaagde 1] was immers in september 2014 akkoord gegaan met een looppad over het perceel waar [persoon 1] nu woont. Ik meen dat de familie [gedaagde 1] die avond in september 2014, toen het contract was gesloten, akkoord is gegaan met een voortzetting van het bestaande gebruik, maar dan over een ander pad. Dat is die avond in september niet uitdrukkelijk zo besproken, de precieze uitwerking van het recht van overpad is die avond in september 2014 niet aan de orde gekomen.(…)
Wij hebben in september 2014 toen het contract is ondertekend besproken dat het om een looppad zou gaan langs het huis van [persoon 1] en [getuige 1] en voorlangs het huis.
“hoe gaan we dit doen? [eiser 1] zei dat we dit later nog in detail konden afspreken. Ik heb toen gevraagd: [eiser 1] , is dit nu al de officiële overeenkomst? Hij zei toen: de officiële documenten moeten allemaal nog bij de notaris worden opgesteld. Dat gaf tijd om nog over alle details afspraken te maken. Het document dat die avond voor lag was uitsluitend bedoeld om het gesprek met de gemeente te starten. Er zou nog een definitieve overeenkomst bij de notaris komen. Ik begreep dat dit document een soort intentieverklaring was.”
€ 1.582,- aan salaris voor de advocaat, gebaseerd op 3,5 punten van liquidatietarief II, in totaal derhalve € 1.867,-.
of zoveel eerder of later als Partijen overeenkomen”. Vast staat voorts dat de Gemeente als voorwaarde voor het overdragen van de strook grond aan [eisers] stelde dat [eisers] met [gedaagden] overeenstemming zouden bereiken over een recht van overpad. Die overeenstemming is niet bereikt, ook niet nadat de Gemeente op haar kosten mediation heeft aangeboden. De Gemeente kon en mocht dan ook bij brief van 13 juli 2015 [eisers] een termijn van vier weken geven om de strook gemeentegrond alsnog overgedragen te krijgen, onder gelijktijdige vestiging van een erfdienstbaarheid ten gunste van [gedaagden] , bij gebreke waarvan buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst zou volgen. Vast staat dat [eisers] niet binnen die termijn de strook gemeentegrond hebben afgenomen van de Gemeente. [eisers] zijn daarmee in verzuim geraakt en ontbinding van de koopovereenkomst door de Gemeente is onder die omstandigheden toegestaan. De rechtbank deelt niet het standpunt van [eisers] dat van tekortschieten aan hun zijde geen sprake is omdat het [gedaagden] zijn die weigeren mee te werken. Voor zover dat tekortschieten [eisers] niet kan worden toegerekend, laat dat de mogelijkheid tot ontbinding door de Gemeente onverlet; voor ontbinding is niet nodig dat de tekortkoming toerekenbaar is. Van een ontbinding niet rechtvaardigende tekortkoming is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. De Gemeente voert terecht aan dat van haar niet kan worden verwacht de koopovereenkomst in stand te laten totdat onherroepelijk vast staat dat [gedaagden] niet hoeven mee te werken aan de vestiging van de erfdienstbaarheid. Nu overeenstemming tussen [eisers] en [gedaagden] ver te zoeken is en niet te verwachten valt dat dat op korte termijn verandert, en dat nu juist een voorwaarde was voor de Gemeente om tot verkoop van de strook gemeentegrond over te gaan, mocht de Gemeente onder de gegeven omstandigheden overgaan tot ontbinding van de koopovereenkomst.