Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.De eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die hij reeds in voorarrest heeft doorgebracht, en een proeftijd van 2 jaar;
- opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.
legaleherkomst blijkt. [naam medeverdachte 1] wordt bij vonnis van heden eveneens veroordeeld voor witwassen. Voor de overwegingen en bewijsmiddelen die hebben geleid tot die veroordeling wordt verwezen naar
bijlage IIbij dit vonnis. [8] Wel is duidelijk dat [naam medeverdachte 1] , naast bitcoins van criminele herkomst, ook bitcoins van niet-criminele herkomst had, maar de verdachte geeft geen begin van een uitleg waaruit zou kunnen blijken dat juist het niet criminele deel langs zijn bankrekeningen liep en dat [naam medeverdachte 1] met het contante geld dat [naam verdachte] voor hem pinde juist bitcoins van niet-criminele herkomst aankocht. Dat ligt ook niet voor de hand, gegeven het feit dat [naam medeverdachte 1] de verdachte en diens bankrekeningen gebruikte op de wijze zoals hiervoor geschetst. Bij gebreke aan een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst, moet dan ook geoordeeld worden dat de gelden die over de bankrekeningen van de verdachte liepen, een criminele herkomst hadden. Dat geldt ook voor de verkochte bitcoins die aan die gelden ten grondslag liggen.
bijlage IIbij dit vonnis gehecht. Zij verwijst voor een inhoudelijke reactie op de verweren naar die bijlage.
31 maart 2015te Rotterdam en/of Schiedam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
1.473.534,-euro heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) wisten, dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte hebben gemaakt
1.473.534,-euro, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding, de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerpen was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerpen voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) wisten, dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s) van het plegen van dat feit een gewoonte hebben gemaakt.
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid de verdachte
7.Motivering van de straf
8.Voorlopige hechtenis
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
107 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, aan een strafbaar feit schuldig maakt;