ECLI:NL:RBROT:2018:4257

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 juni 2018
Publicatiedatum
1 juni 2018
Zaaknummer
10/732031-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel in kinderporno-zaak met verwerping van nietigheid dagvaarding en oplegging van taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

In de kinderporno-zaak tegen de verdachte, die op 1 juni 2018 door de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, werd de dagvaarding nietig verklaard door de verdediging. De rechtbank oordeelde echter dat de dagvaarding voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno, waarbij hij meermalen afbeeldingen had verworven die seksuele gedragingen toonden van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging voldoende feitelijk was omschreven, zodat de verdachte zich goed kon verdedigen. De verdachte had een gewoonte gemaakt van het bezit van kinderporno, wat leidde tot ernstige inbreuken op de lichamelijke integriteit van de betrokken kinderen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een eerdere veroordeling voor soortgelijke feiten en een psychologisch rapport dat wees op zwakbegaafdheid en een seksuele voorkeur voor pubers. De rechtbank legde een taakstraf van 180 uur op, naast een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar met een proeftijd van drie jaar en een behandelverplichting. De rechtbank benadrukte het belang van bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik en de noodzaak om ook degenen die kinderporno verzamelen aan te pakken. De uitspraak werd gedaan in tegenspraak, waarbij de rechtbank de verdachte schuldig bevond aan het ten laste gelegde feit en hem vrijsprak van andere beschuldigingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/732031-15
Datum uitspraak: 1 juni 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
mr. J.J. van ’t Hof, advocaat te Tilburg.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 mei 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. Baars heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot:

4.Geldigheid dagvaarding

4.1.
Standpunt verdediging
Bij pleidooi heeft de verdediging aangevoerd dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard. Daartoe is reden omdat de Hoge Raad (HR) in zijn arrest van 24 juni 2014, (ECLI:NL:HR:2014:1497) heeft geoordeeld dat de in artikel 240b Sr bedoelde afbeeldingen voldoende feitelijk in de tenlastelegging moeten zijn omschreven.
Nu per gegevensdrager slechts door middel van een kruisjesformulier een selectie is beschreven van al het materiaal dat op die gegevensdrager is aangetroffen, is datgene wat wel in de dagvaarding is omschreven, onvoldoende duidelijk.
4.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastelegging voldoet aan de eisen van artikel 261 Wetboek van Strafvordering (Sv). In de tenlastelegging is steeds een concreet aantal foto’s en films ten laste gelegd dat overeenkomt met de kolom op bladzijde 52 van het proces-verbaal, waar de categorie wordt genoemd en waar wordt verwezen naar een individueel plaatje. Er is daarin een concrete beschrijving van een aantal afbeeldingen gegeven.
4.3.
Beoordeling
Bij de bespreking van het door de verdediging opgeworpen verweer staat de vraag centraal of de tenlastelegging zodanig feitelijk is omschreven dat de verdachte zich op basis van de inhoud van de tenlastelegging goed kan verdedigen. Dat betekent dat de tenlastelegging duidelijk, begrijpelijk, niet innerlijk tegenstrijdig en voldoende feitelijk moet zijn. Dat zijn de eisen die artikel 261 Sv, gelezen in samenhang met het bepaalde in artikel 6 lid 3 aanhef en onder a van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), aan een tenlastelegging stelt.
Niet valt in te zien waarom de dagvaarding, getoetst aan deze maatstaf nietig zou zijn. In de tenlastelegging wordt voldoende concreet vermeld wat er op de afbeeldingen is te zien. Aan de term “seksuele gedraging” wordt een feitelijke inhoud gegeven door omschrijvingen van de gedragingen die op de afbeeldingen te zien zijn.
Bovendien moet de tenlastelegging worden bezien in samenhang met het dossier.
De collectiescan die als bijlage I is gevoegd bij het proces verbaal van 23 april 2018, [naam bestand 1] , bevat een weergave van de strafbare elementen die zijn aangetroffen in het in beslag genomen materiaal. In deze collectiescan is door het plaatsen van een kruisje aangegeven welke vormen van seksuele handelingen zichtbaar zijn op de foto's en films/video's. Voorts verwijzen de nummers op de tweede collectiescan naar de omschrijvingen van die handelingen. Overigens is tijdens de behandeling ter zitting op geen enkel moment gebleken van enige onduidelijkheid bij verdachte of diens raadsman over hetgeen de verdachte wordt verweten.
Het verweer wordt derhalve verworpen.
4.4.
Conclusie
De dagvaarding is geldig.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
5.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
(op één of meer tijdstippen)
in of omstreeks de periode van 23 maart 2013 tot en met 20 mei 2014,
te Rotterdam, meermalen, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en video's en/of
films en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te
weten een laptop en één of meer externe harde schijven, en een USB-stick,
heeft verworven en in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn,
waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
( [naam bestand 2]
)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de
penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
niet heeft bereikt (met een vinger(s)/hand)
( [naam bestand 3]
)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en)
en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze
perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)foto's/film(s)
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 4]
)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij)
de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 5]
)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een gegevensdrager bevattende afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een gewoonte gemaakt van het verwerven en bezitten van kinderporno. Bij het vervaardigen van kinderporno wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken kinderen. Vaak zeer jonge kinderen worden door volwassenen gedwongen om zeer vèrgaande seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijk seksueel misbruik kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade voor de slachtoffers. Kinderen dienen hiertegen te allen tijde te worden beschermd.
De verdachte is mede verantwoordelijk voor dit seksueel misbruik, omdat hij door kinderporno te verzamelen, heeft bijgedragen aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en schadelijke kinderporno-industrie. De verdachte heeft zich van dit alles – ondanks een eerdere veroordeling voor soortgelijke feiten - kennelijk geen rekenschap gegeven en zich slechts laten leiden door zijn eigen seksuele behoeften. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno verzamelen.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 april 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder in Spanje is veroordeeld tot een forse gevangenisstraf voor een soortgelijk strafbaar feit.
8.3.2.
Rapportage
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van een psychologisch rapport gedateerd 16 december 2016 omtrent de verdachte opgemaakt door drs. M.H. Keppel, Gz-psycholoog.
In dit rapport wordt geconcludeerd dat de verdachte mogelijk een seksuele voorkeur heeft voor pubers vanaf twaalf jaar en dat hij daarnaast zwakbegaafd is, waardoor hij moeite heeft om situaties goed te interpreteren of in te schatten.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 14 mei 2018. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte is vanaf september 2016 in behandeling bij De Waag te Rotterdam. In eerste instantie was zijn houding ten aanzien van het downloaden van kinderporno ontkennend en bagatelliserend. Dit is in de afgelopen periode veranderd, omdat hij nu erkent dat onderliggende gevoelens een rol hebben gespeeld. De verdachte heeft in de afgelopen periode een aantal goede stappen voorwaarts gedaan. Omdat hij nu wel toegeeft dat hij met seksuele motieven naar kinderporno gekeken heeft en erkent dat dit fout is, heeft een behandeling zin en kan hij ander gedrag aanleren. Om de behandeling voort te zetten is een grote stok achter de deur in de vorm van een voorwaardelijk strafdeel wenselijk. De verdachte kan een eventuele werkstraf ondanks zijn lichamelijke klachten wel uitvoeren. Er zijn geen contra-indicaties en belemmerende factoren voor het uitvoeren van een werkstraf.
Als bijzondere voorwaarden wordt geadviseerd aan de verdachte een meldplicht en een verplichting tot ambulante behandeling op te leggen.
8.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Straffen
Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal die verdachte in bezit had, de leeftijd van de kinderen op de afbeeldingen en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het gevaar voor herhaling. Een veroordeling tot een forse gevangenisstraf in Spanje heeft de verdachte er niet van kunnen weerhouden zich wederom schuldig te maken aan een dergelijke feit.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf ook gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
Redelijke termijn
De doorzoeking in de woning van de verdachte heeft plaatsgevonden op 20 mei 2014. Vervolgens is de verdachte op 15 december 2014 door de politie verhoord. Na dit verhoor is er blijkens het dossier pas in mei 2016 een collectiescan aan het proces-verbaal toegevoegd. In dat jaar is ook het psychologisch rapport uitgebracht. Uiteindelijk is de zaak pas bijna drie en een half jaar na het politieverhoor ter zitting aangebracht. Hoewel het bekend is dat onderzoeken als het onderhavige over het algemeen veel tijd kosten, is het tijdsverloop tussen de doorzoeking en het aanbrengen van de zaak ter zitting (vier jaar) aanzienlijk geweest. Met betrekking tot dit tijdsverloop kan de verdachte geen verwijt worden gemaakt. De rechtbank zal het tijdsverloop daarom in de strafmaat verdisconteren.
In het geval de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, zou de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hebben opgelegd van één jaar. De rechtbank acht de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf – gelet op de zeer lange periode tussen het sluiten van het proces verbaal en het aanbrengen ter zitting - echter niet langer opportuun.
De officier van justitie heeft bij haar strafvordering in die zin rekening gehouden met het tijdsverloop, dat zij – naast een voorwaardelijke gevangenisstraf - in plaats van 240 uren taakstraf, een taakstraf van 180 uren heeft geëist.
De rechtbank zal aan de verdachte, conform de eis van de officier van justitie, een forse taakstraf en daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Daarmee wordt recht gedaan aan de ernst van het feit, aan de overschrijding van de redelijke termijn en aan de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De rechtbank hoopt met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf te bewerkstellingen dat de verdachte zich in de toekomst onthoudt van het plegen van strafbare feiten in het algemeen en van strafbare feiten met betrekking tot kinderporno in het bijzonder. Met de officier van justitie vindt de rechtbank een proeftijd van drie jaar noodzakelijk. Nu de reclassering voortzetting van de behandeling bij De Waag noodzakelijk acht, zal de rechtbank ook de bijzondere voorwaarden opleggen die hierna worden genoemd.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) jaar;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 (drie) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, Marconistraat 2,
3029 AK Rotterdam, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
2. de veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen voor (Forensische psychiatrie) - zedenbehandeling, bij De Waag Rijnmond of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
90 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.M. Havik, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en F.J. Koningsveld, rechters,
in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
(op één of meer tijdstippen)
in of omstreeks de periode van 23 maart 2013 tot en met 20 mei 2014,
te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een)
film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te
weten een laptop en/of drie, althans één of meer externe harde
schijf/schijven, en/of een USB-stick,
heeft verworven en/of in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of anaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
( [naam bestand 2]
)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de
penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
niet heeft bereikt (met een vinger(s)/hand)
( [naam bestand 3]
)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en)
en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze
perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)foto's/film(s)
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 4]
)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een perso(o)n(en)
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij)
de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt
tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 5]
)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)