In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van afwijkende huurbedingen in een huurovereenkomst tussen Klépierre Management B.V. en Marsan Horeca B.V. Het verzoek is ingediend op 17 april 2018 en betreft bedingen die afwijken van de wettelijke bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft besloten om geen mondelinge behandeling te houden en heeft de uitspraak op dezelfde dag gedaan.
De huurovereenkomst betreft een huurperiode van tien jaar voor een gedeelte van de Markthal in Rotterdam. De partijen hebben bedingen opgenomen die de rechten van de huurder, Marsan Horeca B.V., kunnen aantasten, zoals het uitsluiten van huurprijsherziening en het beëindigen van de huurovereenkomst na tien jaar zonder rechterlijke toetsing. De kantonrechter heeft de maatschappelijke posities van de partijen beoordeeld en geconcludeerd dat de huurder, ondanks de afwijkingen, niet wezenlijk in zijn rechten wordt aangetast. De huurder heeft de mogelijkheid om de overeenkomst na vijf jaar te beëindigen, wat een zekere mate van flexibiliteit biedt.
De kantonrechter heeft de afwijkende bedingen goedgekeurd, omdat de belangen van beide partijen in evenwicht zijn en de huurder niet in een kwetsbare positie verkeert. De beslissing houdt rekening met de noodzaak voor de verhuurder om de aantrekkelijkheid van de Markthal te waarborgen en de mogelijkheid om in de toekomst te onderhandelen over de huurrelatie. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door de kantonrechter L.J. van Die en is openbaar uitgesproken.