In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot herroeping van een eerder verstekvonnis. De eiseres, Barkaris B.V., had verzocht om herroeping van een vonnis van 2 november 2016, waarin zij was veroordeeld tot betaling aan S.M.E.S. 2 B.V. Barkaris stelde dat S.M.E.S. 2 bedrog had gepleegd door relevante facturen te verzwijgen die al waren betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure tot herroeping niet tijdig was ingesteld, aangezien Barkaris al eerder op de hoogte was van het vonnis en de openstaande facturen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van bedrog of het achterhouden van beslissende stukken door S.M.E.S. 2. Barkaris heeft onvoldoende bewijs geleverd om haar vordering te onderbouwen. De rechtbank heeft het verzoek tot herroeping afgewezen en Barkaris veroordeeld in de proceskosten van S.M.E.S. 2, die zijn begroot op € 3.010,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.