Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 904,00 (2 punt × tarief € 452 )
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderde eiser, een restauranthouder, schadevergoeding van de Gemeente Schiedam na het onterecht intrekken van zijn horeca-exploitatievergunning. De vergunning was op 12 augustus 2013 ingetrokken, maar in een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam op 26 mei 2015 was vastgesteld dat deze intrekking onrechtmatig was. Eiser stelde dat hij door deze intrekking aanzienlijke financiële schade had geleden, waaronder investeringskosten, huisvestingskosten en exploitatieverliezen. De rechtbank oordeelde dat de Gemeente Schiedam aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de onrechtmatige intrekking van de vergunning, maar dat eiser zijn schade niet voldoende had onderbouwd. De rechtbank wees een deel van de vorderingen toe, waaronder een schadevergoeding van € 11.239,72, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten aan de zijde van eiser. De rechtbank concludeerde dat de schadevergoeding bedoeld was om eiser in de situatie te brengen waarin hij zich had bevonden als de normschending niet had plaatsgevonden, maar dat niet alle gevorderde schadeposten konden worden toegewezen omdat eiser onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn claims.