In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 mei 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als Verzoekster, en CGG VENTURES B.V., de Vennootschap. Verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Poelman, verzocht om machtiging om een buitengewone algemene vergadering van de Vennootschap bijeen te roepen. Dit verzoek was ingegeven door onenigheid tussen de aandeelhouders, waarbij Verzoekster en een mede-aandeelhouder, [bedrijf 1], samen 2/3 van de aandelen bezitten, tegenover CMP Holding, de andere aandeelhouder. De Vennootschap, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.S. van Dijk, voerde verweer en stelde dat er een zwaarwichtig belang was dat zich verzette tegen het beleggen van de vergadering.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Verzoekster voldoende aandelen in het geplaatste kapitaal houdt om het verzoek in te dienen en dat de verzoeken om een vergadering te beleggen voldoende onderbouwd zijn. De rechter oordeelde dat er geen zwaarwichtig belang van de Vennootschap was dat zich verzette tegen het houden van de vergadering. De rechter benadrukte dat het bestuur van de Vennootschap verantwoording moet afleggen aan de algemene vergadering en dat de continuïteit van de onderneming niet in gevaar komt door het houden van de vergadering. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van Verzoekster grotendeels toegewezen, met de bepaling dat de vergadering binnen vier weken moet plaatsvinden en dat de Vennootschap in de proceskosten wordt veroordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van aandeelhouders in de besluitvorming van de Vennootschap en de verplichting van het bestuur om transparant te zijn over belangrijke besluiten, zoals de verkoop van dochterondernemingen. De rechter heeft ook de mogelijkheid voor partijen om een notaris aan te wijzen voor de leiding van de vergadering in overweging genomen, en verdere beslissingen zijn aangehouden.