Op 20 april 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in zijn woning een automatisch vuurwapen, een AK-47, en een patroonmagazijn had aangetroffen. De zaak kwam aan het licht na een tip, waarna het wapen door een medeverdachte naar de woning van de verdachte was gebracht. De verdachte en zijn medeverdachten hebben zich van het wapen gedistantieerd, maar er zijn foto's en video's gemaakt waarbij de verdachte het wapen vasthield. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het wapen en de munitie gedurende een bepaalde periode in zijn woning heeft bewaard en dat hij niet voldoende heeft gedaan om het wapen te verwijderen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen het wapen in zijn bezit had, maar ook actief betrokken was bij het tonen en gebruiken ervan.
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk, maar de rechtbank legde uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden op. De rechtbank weegt hierbij de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee. De verdachte had geen strafblad voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank oordeelde dat het bezit van een automatisch vuurwapen een ernstig risico met zich meebrengt voor de maatschappij. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie en heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van streng optreden tegen vuurwapenbezit, gezien de risico's die dit met zich meebrengt voor de openbare veiligheid.