ECLI:NL:RBROT:2018:3861

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 februari 2018
Publicatiedatum
17 mei 2018
Zaaknummer
10/711030-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van medeplegen van oplichting, poging daartoe, valsheid in geschrift en opzetheling met gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van medeplegen van oplichting, poging tot oplichting, valsheid in geschrift en opzetheling. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte slachtoffers heeft misleid door zich voor te doen als de rechtmatige eigenaar van een auto, waarvoor vervalste kentekenbewijzen werden gebruikt. De slachtoffers, die via Marktplaats in contact kwamen met de medeverdachte, zijn door deze oplichtingspraktijken benadeeld. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachte als betrouwbaar beoordeeld, ondanks enkele tegenstrijdigheden. De verdachte heeft wisselend verklaard over de herkomst van de auto waarin hij werd aangetroffen, die gestolen bleek te zijn. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat hij een gestolen voertuig voorhanden had en dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling. De rechtbank heeft de strafmaat gemotiveerd door de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging te nemen. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/711030-15
Datum uitspraak: 28 februari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte ] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. E.A. Blok, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 februari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. T.H. Slieker, heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 5 primair ten laste gelegde feit;
  • bewezenverklaring van de 1 tot en met 4 en 5 subsidiair ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering ten aanzien van feit 5 primair
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder
5 primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering ten aanzien van feiten 1 t/m 4 en 5 subsidiair
4.2.1.
Standpunt verdediging ten aanzien van feiten 1 en 2
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Hiertoe is het volgende aangevoerd.
Het enige bewijsmiddel dat voorhanden is om de verdachte te kunnen linken aan de ten laste gelegde feiten, zijn de verklaringen van de medeverdachte [naam medeverdachte] . Deze verklaringen zijn echter onbetrouwbaar gelet op tegenstrijdigheden in die verklaringen, en dienen daarom te worden uitgesloten van het bewijs.
4.2.2.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van de medeverdachte [naam medeverdachte] voor zover voor de bewezenverklaring in deze zaak relevant wel betrouwbaar zijn. Weliswaar zijn er tegenstrijdigheden te ontdekken in de verklaringen van [naam medeverdachte] , maar die hebben geen betrekking op haar oplichtingspraktijken en de rol van ene “ [voornaam verdachte] ” hierin. Hierover verklaart zij telkens consistent en gedetailleerd. Haar verklaringen op die punten vinden ook steun in de verklaringen van de aangevers. Gelet hierop en in combinatie met de overige bewijsmiddelen in het dossier komt naar het oordeel van de rechtbank vast te staan dat de verdachte degene is die door [naam medeverdachte] als “ [voornaam verdachte] ” wordt aangeduid en dat verdachte zich dus mede schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 omschreven feiten.
4.2.3.
Conclusie
De rechtbank acht de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2.4.
Standpunt verdediging ten aanzien van feiten 3 en 4
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van [naam medeverdachte] over deze feiten evenzeer dienen te worden uitgesloten van het bewijs gelet op de tegenstrijdigheden hierin.
Het overige bewijs, gebaseerd op onderzoek naar twee Nokia-telefoons en een Wolfgang-telefoon in de BMW waarin de verdachte reed ten tijde van zijn aanhouding, kan evenmin de verdachte belasten, omdat deze telefoons niet aan de verdachte toebehoren. Dat in zijn woning stickers met de IMEI-nummers die corresponderen met de IMEI-nummers van het Wolfgang telefoontoestel zijn aangetroffen, maakt dit niet anders. De verdachte mocht deze auto namelijk gebruiken van [naam 1] en [naam 2] . Vermoedelijk hebben zij deze stickers in de auto achtergelaten en heeft verdachte deze eruit gehaald toen hij de auto ging opruimen en ze vervolgens ergens in zijn woning gelegd. Waarschijnlijk zijn ze door toedoen van zijn vrouw in zijn administratiebakje terecht gekomen.
4.2.5.
Beoordeling
Ten aanzien van het verweer met betrekking tot de verklaringen van [naam medeverdachte] verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hierover in paragraaf 4.2.2. heeft geoordeeld.
Ten aanzien van het verweer met betrekking tot het bewijs gerelateerd aan de genoemde telefoons oordeelt de rechtbank als volgt.
In de BMW waar de verdachte ten tijde van zijn aanhouding in reed zijn vijf telefoons aangetroffen, waaronder een telefoon van het merk Wolfgang. Deze telefoon heeft een simkaart met als bijbehorend telefoonnummer het telefoonnummer dat is gebruikt in de Marktplaatsadvertentie gebruikt voor het plegen van feit 3. Ook zijn er in deze telefoon foto’s aangetroffen van de auto die in deze advertentie zijn opgenomen. Verder is deze telefoon gebruikt om het adres in Zwartewaal waar de feiten 3 en 4 plaatsvonden op te zoeken. In de woning van de verdachte zijn IMEI-stickers gevonden die corresponderen met de IMEI-nummers van deze telefoon.
In de BMW zijn ook twee grijze Nokia-telefoons aangetroffen. Eén ervan is gebruikt met een simkaart die ook is gebruikt in een rode Nokia die in de woning van de verdachte is gevonden. In het geheugen van deze drie Nokia-toestellen staat een telefoonnummer dat gebruikt werd door [naam medeverdachte] .
De stelling van de verdachte dat de telefoons in de BMW niet van hem waren, maar van een medegebruiker van de BMW wordt door de rechtbank niet gevolgd. Ten eerste omdat de verdachte voor de koppeling tussen de rode en de grijze Nokia-telefoons geen aannemelijke verklaring heeft gegeven. Ten tweede omdat de verklaring die door de verdediging is gepresenteerd voor de IMEI-stickers thuis ongeloofwaardig is. Het is immers niet logisch dat de verdachte wel stickers met IMEI-nummers uit het voertuig meeneemt naar zijn woning, maar de telefoons die ook door die ander dan wel anderen zouden worden gebruikt in het voertuig laat liggen. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat aannemelijk is dat de genoemde telefoons aan de verdachte toebehoorden.
4.2.6.
Conclusie
De rechtbank acht de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2.7.
Standpunt verdediging ten aanzien van feit 5 subsidiair
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te komen voor opzet- dan wel schuldheling.
Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte niet wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de auto van diefstal afkomstig was.
4.2.8.
Beoordeling
Verdachte is bij zijn aanhouding aangetroffen in een omgekat voertuig, dat voorzien was van het kenteken [kentekennummer 1] , maar kon worden geïdentificeerd als zijnde een BMW van de 5-serie, kleur zwart, met het oorspronkelijke kenteken [kentekennummer 2] . Deze auto was op 8 januari 2015 gestolen in Schiedam. Het kenteken [kentekennummer 1] was oorspronkelijk afkomstig van een schadeauto, die op 22 januari 2015 is verkocht aan een persoon genaamd [naam verdachte ] .
De verdachte heeft wisselend verklaard over de aanschaf van deze auto. Zo heeft hij bij de politie gezegd dat niet hij, maar zijn broer de auto heeft aangeschaft en dat hij de auto af en toe van zijn broer leende. Eerst ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij degene was die de schadeauto heeft gekocht en dat hij van anderen, namelijk ene [naam 1] en [naam 2] , in de auto mocht rijden. Verdachte heeft verklaard dat hij in hun opdracht de schadeauto heeft gekocht en op naam van zijn broer heeft laten zetten. Zij hadden hem verzekerd dat hij op die manier ook een dure auto kon rijden. De verdachte heeft verder niet tot nauwelijks over [naam 1] en [naam 2] verklaard. Aan deze wisselende verklaringen hecht de rechtbank geen geloof.
Ook over de beweerdelijke reparatie van de schadeauto heeft de verdachte geen verifieerbare verklaringen afgelegd. De auto waarin de verdachte is aangehouden op
10 maart 2015 (feitelijk dus het gestolen voertuig) was in prima staat en had een fabrieksmatig aangebracht dakraam. De schadeauto waarvan het kenteken werd gebruikt was echter total loss verklaard en had bovendien geen dakraam.
De verklaring van verdachte dat het hem bij de aankoop niet was opgevallen dat de schadeauto geen dakraam had acht de rechtbank evenzeer ongeloofwaardig, omdat een dakraam van een auto een zodanig opvallend kenmerk is, dat dit direct zichtbaar is.
Gelet hierop is het volstrekt aannemelijk dat verdachte wist dat hij in een andere auto dan de volgens zijn verklaring door hemzelf gekochte schadeauto reed. En bij gebreke van een aannemelijke andere verklaring moet verdachte dus geweten hebben dat hij een gestolen voertuig voorhanden had.
4.2.9.
Conclusie
De rechtbank acht het onder 5 subsidiair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 4 en 5 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 12 januari 2015 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 8400 euro), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een auto, merk en type Volkswagen Polo, (laten) voorzien van andere, niet bij die auto behorende, kentekenplaten en kentekenbewijzen en aldus (laten) voorzien van een valseidentiteit en
- die autovia een advertentie op www.markplaats.nl te koop aangeboden en
- nadat die [naam slachtoffer 1] als aspirant koper, zich via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en bezichtiging gemaakt en
daarbij een valse naam gebruikt en
- zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en voor een te goeder trouw zijnde verkoper en zich voorgedaan als beschikkingsbevoegd over de te koop aangeboden auto en
- de indruk gewekt dat de op/bij die auto aanwezige kentekenplaten en kentekenbewijzen voor die auto waren afgegeven en aldus bij die auto hoorde en dat het een "eerlijke" auto betrof en
- tegen die [naam slachtoffer 1] , nadat deze het overeengekomen aankoopbedrag had betaald, gezegd: "Ik ga dit geld thuis neerleggen, daarna kunnen we met elkaar naar het postkantoor gaan voor overschrijving, als u mij daarna thuis wilt afzetten en(vervolgens)
- die [naam slachtoffer 1] vervalste kentekenbewijzen (deel I A, II en I B) overhandigd en (vervolgens)
- die [naam slachtoffer 1] een (nabijgelegen) blok woningen aangewezen en aangegeven aldaar woonachtig te zijn om vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] achterbleef, via een steegje te verdwijnen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op of omstreeks 12 januari 2015 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, tezamen en in vereniging, opzettelijk heeft afgeleverd en voorhanden gehad vervalste kentekenbewijzen (Volkswagen Polo, [kenteken [kentekennummer 3] ]) - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat deze geschriften bestemd waren voor gebruik als ware deze echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- de originele documentgegevens van de kentekenbewijzen zijn geradeerd en/of (vervolgens)
- valselijk nieuwe documentgegevens op de kentekenbewijzen zijn aangebracht;
3.
hij op 07 maart 2015 te Zwartewaal, gemeente Brielle, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn
mededader(s)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 9800 euro), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen
aldaar met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en
bedrieglijken in strijd met de waarheid
- een auto, merk en type Volkswagen Polo, (laten) voorzien van andere, niet bij die auto behorende, kentekenplaten en kentekenbewijzen en aldus (laten) voorzien van een valse identiteit en
- die auto via een advertentie op www.markplaats.nl te koop aangeboden en
- nadat die [naam slachtoffer 2] als aspirant koper, zich via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en bezichtiging gemaakt en
daarbij een valse naam gebruikt en
- zich (tegenover die [naam slachtoffer 2] ) uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en voor een te goeder trouw zijnde verkoper en zich voorgedaan als beschikkingsbevoegd over de te koop aangeboden auto en
- de indruk gewekt dat de op/bij die auto aanwezige kentekenplaten en kentekenbewijzen voor die auto waren afgegeven en aldus bij die auto hoorde en dat het een "eerlijke" auto betrof,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 07 maart 2015 te Zwartewaal, gemeente Brielle, tezamen en in vereniging, opzettelijk heeft afgeleverd en voorhanden gehad vervalste kentekenbewijzen (Volkswagen Polo, [kenteken [kentekennummer 4] ]) - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen
-, terwijl hij en zijn mededaders wisten dat
deze geschriften bestemd waren voor gebruik als ware deze echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- de originele documentgegevens van de kentekenbewijzen zijn geradeerd en/of
- de thans op de kentekenbewijzen aanwezige documentgegevens op onjuiste/afwijkende wijze zijn aangebracht;
5.
subsidiair
hij in de periode van 08 januari 2015 tot en met 10 maart 2015 te Schiedam en Geervliet, gemeente Nissewaard, een auto (merk BMW 5-serie, kleur zwart, kenteken [kentekennummer 5] ), heeft voorhanden gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
medeplegen van oplichting
2.
medeplegen van opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, afleveren en voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst
3.
medeplegen van poging tot oplichting
4.
medeplegen van opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, afleveren en voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst
5.
opzetheling
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting en een poging daartoe.
De slachtoffers kwamen een auto bezichtigen naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats waarbij de medeverdachte [naam medeverdachte] zich voordeed als de eigenaresse van de, naar later bleek, gestolen auto. Zij gebruikte daarbij vervalste autopapieren. In een geval is het zover gekomen dat het slachtoffer contant € 8.400,- heeft betaald nadat hij de verdachte hierover telefonisch had gesproken. De medeverdachte zou dit geld thuis even gaan wegleggen, maar is niet meer teruggekomen. De verdachte heeft schaamteloos misbruik gemaakt van het vertrouwen van dit slachtoffer. Hij heeft dit slachtoffer benadeeld en verder het voor een normaal handelsverkeer nodige onderlinge vertrouwen tussen kopers en verkopers schade toegebracht.
Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling doordat hij gebruik maakte van een omgekatte BMW waarvan hij wist dat dit een gestolen auto betrof. Hij heeft hiermee geprofiteerd van een misdrijf dat door een ander is gepleegd en hiermee een bijdrage geleverd aan het bevorderen van het plegen van diefstallen en het daarmee berokkenen van schade aan de slachtoffers hiervan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
19 januari 2018 op naam van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte rechtspersoon in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 10 maart 2015 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is er in deze zaak geen sprake van bijzondere omstandigheden.
Tussen 10 maart 2015 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van bijna drie jaar. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van twee jaar, is er in de onderhavige zaak sprake van een overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) van een jaar. Nu deze overschrijding niet is toe te rekenen aan de verdachte, dient dit gecompenseerd te worden door vermindering van de op te leggen straf met 1 (één) maand gevangenisstraf.
In het geval de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, zou de rechtbank een gevangenisstraf hebben opgelegd voor de duur van 8 maanden. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf van 7 maanden opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen personenauto met goednummer [beslagnummer] terug te geven aan de rechthebbende.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen bezwaar gemaakt tegen teruggave van deze auto aan de rechthebbende.
8.3.
Beoordeling
Ten aanzien van de in beslag genomen personenauto zal een last worden gegeven tot teruggave aan diegene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Vordering benadeelde partij

De heer [naam benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 8.400,- aan materiële schade.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering geheel kan worden toegewezen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel en de verhoging met de wettelijke rente. De verdachte is hoofdelijk aansprakelijk.
9.2.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen gelet op de bepleite vrijspraak.
9.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De vordering is genoegzaam onderbouwd en door de verdediging niet inhoudelijk betwist. Daarom zal de vordering worden toegewezen.
Nu de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader/mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader/mededaders de benadeelde partij betalen, is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2015.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 8.400,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 225, 326 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 5 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 4 en 5 subsidiair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de personenauto met goednummer [beslagnummer] ;
veroordeelt de verdachte, hoofdelijk met diens mededader(s), des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[naam benadeelde]te betalen een bedrag van
€ 8.400,- (zegge: achtduizend vierhonderd euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
12 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde]te betalen
€ 8.400,-(hoofdsom,
zegge: achtduizend vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 8.400,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
77 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en E.B.J. van Elden, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 12 januari 2015 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 8400 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een auto, merk en type Volkswagen Polo, (laten) voorzien van andere, niet bij die auto behorende, kentekenplaten en/of kentekenbewijzen en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
- die/een auto, merk en type Volkswagen Golf, voorzien van andere, niet bij die auto behorende kentekenplaten en/of kentekenbewijzen en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl te koop aangeboden en/of - nadat die [naam slachtoffer 1] als aspirant koper, zich via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging gemaakt en/of (daarbij) een valse naam gebruikt en/of
- zich uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans voor een te goeder trouw zijnde verkoper en/of zich voorgedaan als beschikkingsbevoegd over de (te koop aangeboden) auto en/of
- de indruk gewekt dat de op/bij die auto aanwezige kentekenplaten en/of kentekenbewijzen voor die auto waren afgegeven en/of (aldus) bij die auto hoorde en/of dat het een "eerlijke" auto betrof en/of
- tegen die [naam slachtoffer 1] , nadat deze het overeengekomen aankoopbedrag had betaald, gezegd: "Ik ga dit geld thuis neerleggen, daarna kunnen we met elkaar naar het postkantoor gaan voor overschrijving, als u mij daarna thuis wilt afzetten", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
- die [naam slachtoffer 1] ((een) vals(e), althans vervalst(e)) kentekenbewij(s)(zen) (deel I A, II en I B) (als schijnbaar onderpand) overhandigd en/of (vervolgens)
- die [naam slachtoffer 1] een (nabijgelegen) blok woningen aangewezen en aangegeven aldaar woonachtig te zijn om vervolgens, terwijl die [naam slachtoffer 1] achterbleef, via een steegje te verdwijnen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op of omstreeks 12 januari 2015 te Spijkenisse, gemeente Nissewaard, althans te Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad (een) vals(e) of vervalst(e) kentekenbewij(s)(zen) (Volkswagen Polo, [kenteken [kentekennummer 3] ]) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/deze echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- de originele documentgegevens van de kentekenbewijzen zijn geradeerd/verwijderd en/of (vervolgens)
- valselijk nieuwe documentgegevens op de kentekenbewijzen zijn aangebracht;
3.
hij op of omstreeks 07 maart 2015 te Zwartewaal, gemeente Brielle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 9800 euro), in elk geval enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen
aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid
- een auto, merk en type Volkswagen Polo, (laten) voorzien van andere, niet bij die auto behorende, kentekenplaten en/of kentekenbewijzen en/of (aldus) (laten) voorzien van een valse/andere identiteit en/of
- die/een auto, merk en type Volkswagen Golf, voorzien van andere, niet bij die auto behorende kentekenplaten en/of kentekenbewijzen en/of (aldus) voorzien van een valse/andere identiteit, via een advertentie op www.markplaats.nl te koop aangeboden en/of - nadat die [naam slachtoffer 2] als aspirant koper, zich via een in die advertentie vermeld telefoonnummer had gemeld, een afspraak voor een ontmoeting en/of bezichtiging gemaakt en/of (daarbij) een valse naam gebruikt en/of
- zich (tegenover die [naam slachtoffer 2] ) uitgegeven voor de rechtmatige eigenaar en/althans voor een te goeder trouw zijnde verkoper en/of zich voorgedaan als beschikkingsbevoegd over de (te koop aangeboden) auto en/of
- de indruk gewekt dat de op/bij die auto aanwezige kentekenplaten en/of kentekenbewijzen voor die auto waren afgegeven en/of (aldus) bij die auto hoorde en/of dat het een "eerlijke" auto betrof,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 07 maart 2015 te Zwartewaal, gemeente Brielle, althans te Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden gehad (een) vals(e) of vervalst(e) kentekenbewij(s)(zen) (Volkswagen Polo, [kenteken [kentekennummer 4] ]) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl hij en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat
dit/deze geschrift(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/deze echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- de originele documentgegevens van de kentekenbewijzen zijn geradeerd/verwijderd en/of
- de thans op de kentekenbewijzen aanwezige documentgegevens op onjuiste/afwijkende wijze zijn aangebracht;
5.
primair
hij op of omstreeks 08 januari 2015 en/of 09 januari 2015 te Schiedam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk BMW 5-serie, kleur zwart, kenteken [kentekennummer 5] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 08 januari 2015 tot en met 10 maart 2015 te Schiedam en/of Geervliet, gemeente Nissewaard, althans in Nederland een goed, te weten een auto (merk BMW 5-serie, kleur zwart, kenteken [kentekennummer 5] ), heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.