ECLI:NL:RBROT:2018:3807

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2018
Publicatiedatum
15 mei 2018
Zaaknummer
10/740361-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen en wapenbezit in Rotterdam met aanzienlijke hoeveelheden drugs

Op 4 april 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 13 juli 2017 in Rotterdam werd aangehouden. De verdachte had een aanzienlijk geldbedrag van € 288.655,- in zijn bezit, evenals zes vuurwapens en 13,8 kg hennep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen toegang had tot de woning waar deze goederen werden aangetroffen, maar ook de beschikkingsmacht over deze goederen had. De verdachte had eerder verklaard dat hij geen wetenschap had van de aanwezigheid van deze goederen, maar de rechtbank verwierp deze verklaring als ongeloofwaardig. De officier van justitie had gevangenisstraf van vijf jaar geëist, evenals verbeurdverklaring van het geldbedrag en onttrekking aan het verkeer van de vuurwapens. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan witwassen en het in bezit hebben van vuurwapens en drugs. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijf jaar op en verklaarde het geldbedrag verbeurd, evenals de vuurwapens. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de samenleving, vooral gezien de combinatie van grote geldbedragen, vuurwapens en drugs.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/740361-17
Datum uitspraak: 4 april 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. G.N. Weski advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Het onderzoek op de terechtzitting is aangevangen en gesloten op 18 oktober 2017. Vervolgens is bij tussenvonnis van 24 oktober 2017 het onderzoek heropend en de hervatting daarvan bevolen op 8 november 2017. Op die terechtzitting is het onderzoek geschorst tot 17 januari 2018 en daarna tot 21 maart 2018. Op deze terechtzitting is vanwege de gewijzigde samenstelling van de rechtbank het onderzoek opnieuw aangevangen en opnieuw gesloten.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de
terechtzitting van 18 oktober 2017 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C. de Bruijn heeft gevorderd:
 bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
 veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar, met aftrek van het voorarrest;
 verbeurdverklaring van het in beslag genomen geldbedrag van € 288.655,-;
 onttrekking aan het verkeer van de op de lijst van in beslag genomen voorwerpen genoemde vuurwapens;
 teruggave van de in beslag genomen personenauto, merk Volkswagen, type Polo, voorzien van het kenteken [kentekennummer 1] .

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijsverweren
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het in de woning aan de [adres delict] te Rotterdam aangetroffen geld, de wapens en de drugs is aangevoerd dat de verdachte daar geen wetenschap van, laat staan beschikkingsmacht over had. Ten aanzien van het geldbedrag dat bij de fouillering bij de verdachte is aangetroffen, is aangevoerd dat de verdachte geen verhullingshandelingen heeft gepleegd, maar dat hij dit bedrag hoogstens voorhanden heeft gehad, terwijl hij niet wist en ook niet kon vermoeden dat dit geld van misdrijf afkomstig was.
4.1.2.
Beoordeling
Het in de tenlastelegging bedoelde geldbedrag van € 288.655,- betreft de totaalsom van het op 13 juli 2017 bij de fouillering van de verdachte aangetroffen geldbedrag van € 84.430,-, voor een deel bestaande uit bankbiljetten van € 500,- en het op die dag in de woning aan de [adres delict] de Rotterdam aangetroffen geldbedrag van € 204.225,-, eveneens voor een deel bestaande uit bankbiljetten van € 500,-.
De fouillering van de verdachte vond plaats nadat hij als bestuurder van de Volkswagen Polo met kenteken [kentekennummer 1] was staande gehouden. De verdachte was zenuwachtig en sprak met trillende stem toen de politie tijdens de fouillering het geldbedrag van bijna
€ 85.000,- bij hem aantrof.
In de auto waarin de verdachte reed is een sleutelbos aangetroffen. Aan die sleutelbos zaten een Chrysler autosleutel, een tagsleutel en nog twee andere sleutels. De sleutelbos werd direct, nog ter plaatse, aan de verdachte getoond. De verdachte verklaarde daarop dat de sleutels en de tagsleutel van zijn woning waren. Na onderzoek bleek dat de tagsleutel was afgegeven voor de woning aan de [adres delict] te Rotterdam. De tagsleutel bleek toegang te geven tot de openbare ruimte van dit appartementencomplex, waartoe de woning behoort. Een van de andere sleutels aan de sleutelbos bleek toegang te geven tot de voordeur van de woning aan de [adres delict] .
Op 14 juli 2017 is deze woning doorzocht. Tijdens deze doorzoeking werden, behalve het genoemde geldbedrag van € 204.225,- tevens aangetroffen de in de tenlastelegging genoemde zes vuurwapens, munitie, patroonhouders, een demper en 13.795 gram hennep.
Deze goederen werden allen in één van de slaapkamers aangetroffen. In een spiegelkast in die slaapkamer werden een blauwe bigshopper en een groene shopper gevonden. De groene shopper bevatte een blauwe schoenendoos, een aluminium doos en een kartonnen doos. In de blauwe schoenendoos werd de hennep aangetroffen. In de aluminium doos werden, gedeeltelijk gewikkeld in een blauwwitte doek, vier handvuurwapens, munitie en patroonhouders gevonden. In de kartonnen doos zat een blauwe Primera plastic tas met daarin twee vuurwapens en een geluiddemper. In de blauwe bigshopper werden bundels met geld gevonden. Ook werden er bundels geld gevonden in een lade van de spiegelkast en in een rode plastic tas in een nachtkastje naast deze spiegelkast.
Op een vuurwapen en een patroonhouder die zich bevonden in de aluminimum doos is een
DNA-mengprofiel van drie personen aangetroffen, met DNA dat afkomstig kan zijn van de verdachte. Uit het NFI-rapport volgt dat de hypothese dat de verdachte en twee willekeurige personen de donor zijn van dit verkregen DNA-mengprofiel 500 miljoen maal waarschijnlijker is dan de hypothese dat drie willekeurige personen de donor zijn van dit DNA-mengprofiel. Voorts zijn op de aluminium doos twee vingerafdrukken gevonden die matchen met de vingerafdruk van de verdachte. Ook zijn op de blauwe Primera plastic tas twee vingerafdrukken gevonden die matchen met de vingerafdruk van de verdachte.
Blijkens de camerabeelden van het onderhavige appartementencomplex aan de [naam straat] te Rotterdam heeft de verdachte in de periode van 9 juli tot en met 13 juli 2017, op verschillende tijdstippen, het appartementencomplex en de garage van het complex betreden. Op 13 juli 2017 heeft hij het gebouw verlaten om 18.53 uur. Omstreeks 18.58 uur heeft de politie de verdachte zien rijden in de auto waarin hij later werd staande gehouden.
Er is nader onderzoek gedaan naar de Chrysler autosleutel die aan de sleutelbos zat die is aangetroffen in de Volkswagen Polo auto waarin de verdachte op 13 juli 2017 reed. Deze autosleutel bleek te behoren bij een Chrysler Voyager, met kenteken [kentekennummer 2] , die sinds 2014 op naam van de verdachte staat. Daarin werden twee verborgen ruimtes aangetroffen. In één van deze verborgen ruimtes werden bruine kruimels hasj aangetroffen. Deze auto werd bovendien op 15 juli 2017 op camerabeelden gezien in de garage van het appartementencomplex aan de [naam straat] .
Op grond van vorenstaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, wordt bewezen geacht dat de verdachte niet alleen de toegang had tot de woning aan de [adres delict] , maar ook wist van en de beschikkingsmacht had over alle in de woning aanwezige drugs, geld en wapens. Ook over het geldbedrag dat de verdachte op de dag van zijn aanhouding bij zich droeg, had hij de beschikkingsmacht. Hetgeen de verdediging tegen dit alles heeft aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden. Daarbij weegt mee dat de verklaringen van de verdachte daaromtrent onvoldoende onderbouwd en oncontroleerbaar zijn, en bovendien (na confrontatie met onderzoeksresultaten) herhaaldelijk zijn aangepast. De verklaringen van de verdachte worden daarom ongeloofwaardig geacht. Zijn verklaring omtrent de DNA-sporen en de vingerafdrukken acht de rechtbank zelfs buitengewoon onwaarschijnlijk. De rechtbank kan zich namelijk in alle redelijkheid er geen voorstelling van maken hoe zijn DNA terecht gekomen kan zijn op een patroonhouder die, gewikkeld in een doek, in een aluminium doos, in een tas zat opgeborgen, doordat (zoals hij zelf zegt) “hij in het appartementencomplex wel eens mensen heeft geholpen met het sjouwen van dozen in of uit de lift”. Even moeilijk voorstelbaar acht de rechtbank dat zijn vingerafdrukken op die wijze op het blik (waarin de wapens zijn gevonden) terecht gekomen zijn.
De bovengenoemde feiten en omstandigheden rechtvaardigen tevens het vermoeden dat de verdachte, door, naast wapens en drugs, tevens de beschikkingsmacht te hebben over bovengenoemde grote geldbedragen, zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van opbrengsten uit misdrijven. Van de verdachte mag worden verwacht dat hij, gelet op dit vermoeden, over de herkomst van de geldbedragen een op enigerlei wijze verifieerbare verklaring geeft. Met betrekking tot het in de woning aan de [adres delict] aangetroffen bedrag van € 204.225,- heeft de verdachte dat niet gedaan. De verklaring die de verdachte heeft gegeven over de herkomst en de bestemming van het bij hem aangetroffen bedrag van € 85.000,- wordt ongeloofwaardig geacht.
Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat het niet anders kan zijn dan dat de aangetroffen geldbedragen, gezamenlijk belopende de in de tenlastelegging genoemde totaalsom van € 288.655,- onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn. Niet gebleken is dat dit door de verdachte zelf gepleegde misdrijven betreft. Het verweer dat met betrekking tot het bij de fouillering van de verdachte aangetroffen geldbedrag geen sprake is van verhullingshandelingen behoeft daarom geen bespreking.
4.2.
Bewijsmiddelen en bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 13 juli 2017 te Rotterdam,
meerdere geldbedragen van in totaal
288.655 euro, voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist, dat bovenomschreven
geldbedragen geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk - afkomstig
waren/was uit enig(e) misdrijf/misdrijven;
2.
hij op 13 juli 2017 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1
Categorie 11 onder 29 van de Wet wapens en munitie,
- ( wapenomschrijving 6 en 7) te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van
die wet, geschikt om automatisch te vuren, van het merk Aype R9-ARMS, kaliber 9 mm
en bijbehorende geluiddemper en 2 patroonmagazijnen en een of meer bijbehorende
kogelpatronen, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 13 juli 2017 te Rotterdam wapens als bedoeld in artikel 2 lid
1. Categorie III onder 19 van de Wet wapens en munitie, te weten
- ( wapenomschrijving 1, 10 en 11) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die
wet in de vorm van een pistool van het merk/type
Glock 30S, kaliber .045 auto en
25 bijbehorende kogelpatronen (van het merk S&B) en 2 patroonmagazijnen. En
- ( wapenomschrijving 2 en 9) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in
de vorm van een pistool van het merk/type Ekol Tina, kaliber 6,35 mm en
7 bijbehorende kogelpatronen (van het merk S&B) en 1 patroonmagazijn, en
- ( wapenomschrijving 3 en 12) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet
in de vorm van een pistool van het merk/type FEG Pa-63, kaliber 7,65 mm en
13 bijbehorende kogelpatronen (van het merk S&B) en/of 1 patroonmagazijn, en
- ( wapenomschrijving 4) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in de
vorm van een pistool van het merk/type Walther P99, kaliber 9 mm en een of meer
bijbehorende kogelpatronen en 3 patroonmagazijnen, en
- ( wapenomschrijving 5) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in de
vorm van een pistool van het merk/type
Glock 17, kaliber 9 mm en meer
bijbehorende kogelpatronen en 2 patroonmagazijnen en 1 speedlader, voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 13 juli 2017 te Rotterdam munitie in de zin van artikel 1
onder 49 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten:
- ( wapenomschrijving 13) 9 kogelpatronen van het merk S&B, kaliber 9 mm, en
- ( wapenomschrijving 14) 15 kogelpatronen van het merk GFL, kaliber 9 mm, en
- ( wapenomschrijving 15) 19 kogelpatronen van het merk GFL, kaliber 9 mm, en
- ( wapenomschrijving 16) 24 kogelpatronen van het merk PMC, kaliber 9 mm, en
- ( wapenomschrijving 17)16 kogelpatronen van het merk S&B, kaliber 9mm, voorhanden
heeft gehad;
5.
hij op 13 juli 2017 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer
13.795,1 gram hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
witwassen;
2.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II van die wet;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een onderdeel van een wapen van categorie II van die wet, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
3.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III van die wet, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
4.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
5.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een bijna € 300.000,-. Het witwassen van crimineel vermogen vormt, zeker in deze omvang, een aantasting van de legale economie en is een bedreiging voor de samenleving vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer.
Daarnaast heeft de verdachte een arsenaal aan vuurwapens, waaronder zware vuurwapens, zoals een machinepistool. Het onbevoegd voorhanden hebben van dergelijke wapens brengt een groot gevaar voor de samenleving en een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich. Dat dit risico niet slechts denkbeeldig is, blijkt wel uit het feit dat de samenleving meer en meer wordt geconfronteerd met schietincidenten in bijvoorbeeld het uitgaansleven en liquidaties in het criminele circuit. Het is inmiddels geen uitzondering meer dat daarbij ook (al dan niet per vergissing) slachtoffers vallen die helemaal niets met het criminele circuit te maken hebben.
Dat de verdachte daarnaast ook nog ruim 13 kilogram hennep voorhanden heeft gehad, maakt dit alles nog zorgelijker. De combinatie van deze grote geldbedragen, meerdere vuurwapens en drugs duiden op betrokkenheid bij zware criminaliteit. De rechtbank acht dit zeer verontrustend en zeer ongewenst. Tegen mensen, zoals de verdachte, die zich hiermee bezig houden, dient de samenleving te worden beschermd. Ook vanuit generaal preventieve overwegingen is de enige straf die daar tegenover kan staan een onvoorwaardelijke
gevangenisstraf van langere duur. Daarbij is mede acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De omstandigheid dat de verdachte blijkens een uittreksel uit de justitiële documentatie van 5 maart 2018 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten is geen reden om anders te oordelen.

8.In beslag genomen voorwerpen

Het in beslag genomen geldbedrag van € 288.655,- zal worden verbeurd verklaard.
Met betrekking tot dit aan de verdachte toebehorende geldbedrag is het onder 1 bewezenverklaarde witwassen begaan.
De in beslag genomen vuurwapens van het merk Walther P 99 en Glock 17 zullen worden onttrokken aan het verkeer, omdat met betrekking tot die wapens de onder 3 bewezenverklaarde feiten zijn begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet.
Ten aanzien van de in beslag genomen personenauto met kenteken [kentekennummer 1] , zal een last worden gegeven tot teruggave aan een ander dan de verdachte, te weten de kentekenhouder van die auto.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 57, 60 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, 3, 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en 2 en 11 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte ter zake van deze feiten tot een
gevangenisstraf voor de duur van 5 (zegge: vijf) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
verklaart verbeurd, als bijkomende straf voor het onder 1 bewezenverklaarde feit, het geldbedrag van € 288.655,-;
verklaart onttrokken aan het verkeer de twee zwarte vuurwapens van het merk Walther P 99 respectievelijk Glock 17;
gelast de teruggave aan de rechthebbende, te weten de kentekenhouder van de personenauto van het merk Volkswagen, type Polo 2011, kleur grijs, voorzien van het kenteken [kentekennummer 1] .
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.K. Asscheman-Versluis, voorzitter,
en mrs. P. van Dijken en M. Smit, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S. Salah-Hashim, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 april 2018.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13juli 2017 te Rotterdam, althans in Nederland,
a) van een of meerdere voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) van in totaal
288.655 euro, althans van een of meerdere geldbedragen, de werkelijke aard en/of de
herkomst en/of de vindplaats heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel verborgen heeft
gehouden en/of heeft verhuld wie de rechthebbende op dit voorwerp/deze voorwerpen is,
en/of dit voorwerp/ deze voorwerpen geld voorhanden heeft gehad,
dan wel
b) een of meerdere voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) van in totaal
288.655 euro, althans een of meerdere geldbedragen, heeft verworven en/of voorhanden
heeft gehad, en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, en/of van een of meerdere
voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) van in totaal 288.655 euro, althans
een of meerdere geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, wist, althans had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en)/geldbedrag(en) geheel of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren/was uit enig(e) misdrijf/misdrijven;
artikel 420bis/quater Wetboek van Strafrecht
artikel 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
subsidiair
hij op of omstreeks 13 juli 2017, te Rotterdam, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een geldbedrag van 288.655,- euro, heeft verworven,
en/of voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf;
artikel 420bis.1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 13juli 2017 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1
Categorie 11 onder 29 van de Wet wapens en munitie,
- ( wapenomschrijving 6 en 7) te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van
die wet, geschikt om automatisch te vuren, van het merk Aype R9-ARMS, kaliber 9 mm
en/of bijbehorende geluiddemper en/of 2 patroonmagazijnen en/of een of meer bijbehorende
kogelpatronen, voorhanden heeft gehad;
artikel 26 jo 55 Wet wapens en munitie
3.
hij op of omstreeks 13juli 2017 te Rotterdam een of meer wapens als bedoeld in artikel 2 lid
1. Categorie III onder 19 van de Wet wapens en munitie, te weten
- ( wapenomschrijving 1, 10 en 11) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die
wet in de vorm van een pistool van het merk/type Clock 30S, kaliber .045 auto en/of 25
bijbehorende kogelpatronen (van het merk S&B) en/of 2 patroonmagazijnen. en/of
- ( wapenomschrijving 2 en 9) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in
de vorm van een pistool van het merk/type Ekol Ttina, kaliber 6,35 mm en/of 7
bijbehorende kogelpatronen (van het merk S&B) en/of 1 patroonmagazijn, en/of
- ( wapenomschrijving 3 en 12) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet
in de vorm van een pistool van het merk/type FEG Pa-63, kaliber 7,65 mm en/of 13
bijbehorende kogelpatronen (van het merk S&B) en/of 1 patroonmagazijn, en/of
- ( wapenomschrijving 4) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in de
vorm van een pistool van het merk/type Waither P99, kaliber 9 mm en/of een of meer
bijbehorende kogelpatronen en/of 3 patroonmagazijnen, en/of
- ( wapenomschrijving 5) een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 39 van die wet in de
vorm van een pistool van het merk/type Clock 17, kaliber 9 mm en/of een of meer
bijbehorende kogetpatronen en/of 2 patroonmagazijnen en/of 1 speedlader, voorhanden heeft gehad;
artikel 26 jo 55 Wet wapens en munitie
artikel 26 lid 1 Wet wapens en munitie
4.
hij op of omstreeks 13juli2017 te Rotterdam munitie in de zin van artikel 1
onder 49 van
de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van
de Categorie III, te weten:
- ( wapenomschrijving 13) 9 kogelpatronen van het merk S&B, kaliber 9 mm, en/of
- ( wapenomschrijving 14) 15 kogelpatronen van het merk GfL, kaliber 9 mm, en/of
- ( wapenomschrijving 15) 19 kogelpatronen van het merk GfL, kaliber 9 mm, en/of
- ( wapenomschrijving 16) 24 kogelpatronen van het merk PMC, kaliber 9 mm, en/of
- ( wapenomschrijving 17)16 kogelpatronen van het merk S&B, kaliber 9mm, voorhanden
heeft gehad;
artikel 26 jo 55 Wet wapens en munitie
artikel 26 lid 1 Wet wapens en munitie
5.
hij op of omstreeks 13juli 2017 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer
13.795,1 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
artikel 3 onder C jo 11 Opiumwet