ECLI:NL:RBROT:2018:3759

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 mei 2018
Publicatiedatum
14 mei 2018
Zaaknummer
10/710298-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarigen en bezit van kinderporno met oplegging van TBS met voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van zijn dochter en nichtje, beide minderjarig, gedurende een lange periode. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen seksuele handelingen heeft gepleegd met zijn nichtje, die op het moment van de eerste handelingen nog geen twaalf jaar oud was, en met zijn dochter, die op het moment van de eerste handelingen pas drie jaar oud was. De verdachte heeft ook kinderporno in bezit gehad, waaronder beelden van de seksuele handelingen die hij met zijn dochter heeft verricht. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de langdurige periode waarin deze zijn gepleegd, zwaar laten meewegen in de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest, en daarnaast is hem ter beschikkingstelling (TBS) met voorwaarden opgelegd. Dit houdt in dat de verdachte onder toezicht van de reclassering zal staan en dat hij zich moet houden aan bepaalde voorwaarden om de kans op recidive te verkleinen. Tevens is er een Gedragsbeïnvloedende Vrijheidsbeperkende Maatregel (GVM) opgelegd, die inhoudt dat de verdachte zich gedurende vijf jaar moet onthouden van contact met zijn nichtje. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de rapportages van deskundigen betrokken, die hebben aangegeven dat de verdachte lijdt aan een pedofiele stoornis en dat behandeling noodzakelijk is om het recidiverisico te verlagen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een dergelijke maatregel vereisen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/710298-16
Datum uitspraak: 4 mei 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [woonplaats verdachte] , ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
raadsman mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 april 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de eerdere terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Veen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden, zoals deze zijn genoemd in het rapport van Reclassering Nederland van 24 januari 2018;
  • oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v van het wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel ex artikel 38v inhoudende het contactverbod met [naam slachtoffer 1] .

4.Waardering van het bewijs

De verdachte heeft het onder 4 ten laste gelegde feit bekend en nadien is geen vrijspraak bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte dit feit heeft begaan.
4.1.
Bewijswaardering feiten 1, 2 en 3
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van de handelingen zoals deze in feit 1 achter het tweede gedachtestreepje staan, te weten het brengen en/of houden van zijn penis in de mond van [naam slachtoffer 1] en/of laten likken aan zijn penis door [naam slachtoffer 1] en van feit 2 het eerste gedachtestreepje het laten likken aan zijn penis door [naam slachtoffer 1] . De verdachte heeft weliswaar verklaard dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, maar zegt hierover dat hij niet meer weet of zijn nichtje [naam slachtoffer 1] daadwerkelijk de bovengenoemde handelingen bij hem heeft verricht.
Daarnaast heeft de verdediging betoogd dat het moment van aanvang van de seksuele handelingen bij [naam slachtoffer 1] niet kan worden bewezen. Haar verklaringen zouden namelijk niet aansluiten bij de verklaringen die zijn afgelegd door haar vader [naam vader slachtoffer] en tante [naam tante slachtoffer] . Deze laatste twee verklaringen zouden beter aansluiten bij de herinneringen van de verdachte dat het misbruik later heeft plaatsgevonden. Van de eerder ten laste gelegde periode moet hij daarom worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 3 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank, met uitzondering van de bestanden die zijn aangetroffen op de gegevensdragers die zonder daarvoor bestemde speciale software niet meer eenvoudig voor de gebruiker te achterhalen zijn. De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verdachte deze gewiste afbeeldingenzelf niet meer kon terug halen en bekijken. Ten aanzien van die afbeeldingen kan het opzet dan ook niet bewezen worden en moet vrijspraak volgen.
4.1.2.
Beoordeling
Ten aanzien van het gevoerde verweer overweegt de rechtbank het volgende:
Op de zitting van 20 april 2018 heeft de verdachte verklaard dat hij inderdaad met [naam slachtoffer 1] ontuchtige handelingen heeft gepleegd, maar niet in de mate zoals is ten laste gelegd. Hij kan zich met name niet herinneren dat [naam slachtoffer 1] hem heeft gepijpt.
De rechtbank stelt voorop dat zij de verklaring van [naam slachtoffer 1] over de aard en frequentie van de seksuele handelingen geloofwaardig acht. Door [naam slachtoffer 1] is in die verklaring een gedetailleerde beschrijving gegeven van de op het pijpen gerichte handelingen. Omdat verder uit de video die hij nadien zelf heeft gemaakt van het misbruik van zijn dochter (feit 4) blijkt van soortgelijk gedrag van de verdachte, acht de rechtbank aannemelijk geworden dat het seksueel misbruik van de verdachte zich ook tot die specifiek verweten handelingen bij [naam slachtoffer 1] heeft uitgestrekt. De rechtbank komt daarom tot een bewezenverklaring van de handelingen, zoals deze onder feit 1 tweede gedachtestreepje en feit 2 eerste gedachtestreepje zijn ten laste gelegd.
Zowel op zitting als in zijn politieverhoor van 16 juni 2017 heeft de verdachte verklaard dat [naam slachtoffer 1] minstens 5 jaar oud was toen hij voor de eerste keer seksuele handelingen met haar verrichtte. Het zou net voor zijn arrestatie in 1997 gebeurd zijn. [naam vader slachtoffer] heeft het in zijn verhoor van 24 mei 2016 erover dat [naam slachtoffer 1] op zeer jonge leeftijd, 5 of 6 jaar oud, bepaalde handelingen bij de verdachte moest doen. Ook door [naam tante slachtoffer] is verklaard dat de seksuele handelingen zijn begonnen toen [naam slachtoffer 1] vijf jaar oud was. Gelet op deze verklaringen, die elkaar ondersteunen, is de rechtbank van oordeel dat in ieder geval kan worden vastgesteld dat het seksueel misbruik van [naam slachtoffer 1] rond haar vijfde levensjaar is begonnen. Omdat het exacte moment niet meer is vast te stellen kiest de rechtbank als aanvangsmoment van de pleegperiode de dag dat [naam slachtoffer 1] vijf jaar is geworden.
Ten aanzien van de bestanden die zijn aangetroffen op de gegevensdragers is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de bestanden onder zich heeft gehad en de beelden die daarop hebben gestaan ook kende. Hiermee had de verdachte beschikkingsmacht en wetenschap. Dat hij mogelijk niet over software beschikte om eenmaal door hem gewiste bestanden terug te halen, doet daaraan niets af.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van
07 juni 1995tot en met 06 juni 2002 te Rotterdam
meermalen met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te
weten met [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ), handelingen heeft gepleegd
die telkens bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen
van het lichaam, namelijk het (meermalen)
- brengen/houden van zijn tong en/of vinger(s) in haar vagina, althans tussen
haar schaamlippen en
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en laten likken aan zijn
penis en
- betasten en/of likken van haar bil(len) en/of borst(en) en/of schaamstreek
en
- zich door haar laten aftrekken en
- zichzelf aftrekken in haar bijzijn;
2.
hij in of omstreeks de periode van
07 juni 1995tot en met 06 juni 2002 te Rotterdam
meermalen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te
weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ), buiten echt ontuchtige
handelingen heeft gepleegd, namelijk het meermalen
- laten likken aan zijn penis en
- betasten en/of likken van haar bil(len) en/of borst(en) en/of schaamstreek
en
- zich door haar laten aftrekken en
- zichzelf aftrekken in haar bijzijn;
3.
hij in of omstreeks de periode van
2 januari 2005 tot en met 18 juli 2016 te Maassluis en/of Rotterdam, althans
in Nederland, meermalen, telkens gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten cd’s en dvd's en harddisk en personal computers en SD-kaart - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is
betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt
( [naam bestand 1] en/of [naam bestand 2] en/ [naam bestand 3] en/of [nam bestand] en/of [naam bestand 4] )
en
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken
van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [naam bestand 5] en/of [naam bestand 6] en/of [naam bestand 7] en/of [naam bestand 8] en/of [naam bestand 9] )
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een
(erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die
persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 10] en/of [naam bestand 11] en/of [naam bestand 12] en/of [naam bestand 13] )
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 14] en/of [naam bestand 15] en/of [naam bestand 16] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
4.
hij in of omstreeks de periode van 02 januari 2008 tot en met 31 december 2015 te Rotterdam en/of Maassluis meermalen met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te
weten met [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2005), handelingen heeft
gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen
van het lichaam, namelijk het meermalen
- brengen/houden van zijn penis en/of vinger(s) en/of tong in/tegen haar vagina en/of mond en
- het door haar aan zijn penis laten likken en/of het laten betasten van zijn penis.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
ten aanzien van feit 1 en feit 4, telkens:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2, :
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3:
een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt. .
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel is zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich gedurende vele jaren schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten. De verdachte heeft in een periode van zeven jaar seksueel misbruik gepleegd met zijn nichtje [naam slachtoffer 1] en later eveneens gedurende een periode van zeven jaar met zijn dochter [naam slachtoffer 2] , die bij aanvang pas drie jaar oud was.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat zijn nichtje en zijn dochter in hem hadden. Daarnaast heeft de verdachte misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin de slachtoffers zich bevonden. Er was sprake van een groot leeftijdsverschil en overwicht. Met zijn handelen heeft de verdachte keer op keer een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Daarnaast heeft de verdachte de tegen hem ingebrachte verwijten bijna een jaar lang ontkend. Aangeefster [naam slachtoffer 1] zou liegen en de gevonden afbeelding zouden geen kinderporno zijn. Pas na de confrontatie met de gevonden videobeelden van de verdachte met zijn dochter kwam de verdachte tot een bekentenis. Ook ter zitting lukte het de verdachte nog niet de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor alle bewezenverklaarde handelingen en bleek dat hij nog weinig inzicht had in de impact op de slachtoffers, noch in de oorzaken van zijn eigen gedrag.
Dit soort zedendelicten worden als uitermate schokkend ervaren in de samenleving. Ernstiger nog is de schade die de verdachte heeft toegebracht aan de slachtoffers, zoals dit onder meer blijkt uit de ter terechtzitting uitgesproken slachtofferverklaring van [naam slachtoffer 1] . Door zijn handelen heeft de verdachte de norm dat kinderen vrij en onbezorgd moeten kunnen opgroeien in ernstige mate geschonden. Kinderen die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik, zeker door die personen waarop zij onvoorwaardelijk moeten kunnen vertrouwen en bij wie zij zich veilig hadden moeten weten, ervaren in veel gevallen nog jaren de grote psychische schade die hen daardoor is aangedaan. In haar slachtofferverklaring gaf [naam slachtoffer 1] hiervan ook concrete voorbeelden.
Voorts was de verdachte in het bezit van kinderporno, waaronder nota bene een film die hij had gemaakt van de seksuele handelingen die zijn eigen dochter bij hem had moeten verrichten. Voor de dochter van de verdachte moet het bestaan van die film nog extra beschadigend geweest zijn of blijken te zijn.
Door het verwerven en in bezit hebben van kinderporno blijft de vraag daarnaar bestaan. Door het verzamelen van kinderpornografische afbeeldingen is het de verdachte, indirect, dan ook mede toe te rekenen dat uiterst laakbare mensonterende handelingen die plaatsvinden met kinderen van zeer jonge leeftijd, blijven plaatsvinden en worden bevorderd. Het mag als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen vaak grote psychische schade oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 5 januari 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
Voor wat betreft de persoon van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de rapporten van de deskundigen en hun verklaringen op de terechtzitting.
Psycholoog R. Bout heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 16 januari 2018. Op de terechtzitting van 20 april 2018 heeft hij zijn advies nader toegelicht. De bevindingen van de deskundige houden - kort weergegeven - het volgende in.
Betrokkene is een thans 48-jarige man bij wie er sprake is van een pedofiele stoornis, niet exclusieve type, gezien zijn interesse in seksuele handelingen met minderjarigen. Daarnaast is er sprake van een ongespecificeerde communicatiestoornis gekenmerkt door moeite met het sociale gebruik van verbale en non-verbale communicatie in de omgang met anderen.
Betrokkene is, vanuit zijn communicatiestoornis, in het dagelijks leven verminderd in staat om sociale contacten te leggen met volwassenen. Hij gaat contacten met volwassen vrouwen aan die hij leert kennen via het internet in het buitenland. Betrokkene heeft veel behoefte aan seks (hypersekualiteit) en wanneer hij dit niet bij zijn levenspartner kan krijgen, is hij onvoldoende in staat om contacten met andere leeftijdsgenoten aan te gaan. Daarbij heeft hij interesse in seksuele handelingen met een minderjarige, voortkomend uit de pedofiele stoornis. Vanuit deze stoornis heeft hij, kinderporno gedownload en meermaals seksueel contact gehad met zijn minderjarige nichtje en dochter. Hij heeft zich laten leiden door zijn seksuele behoeften zonder daarbij voldoende rekening te houden met de negatieve
consequenties voor zichzelf en anderen. Het risico zit hem met name in de omgang met een minderjarige met wie hij een band heeft of langzaamaan op kan bouwen. Onderzoeker is dan ook extra bezorgd wanneer de huidige verloofde van betrokkene en hun eenjarige dochter met betrokkene worden herenigd. Voldoende toezicht zou dan het risico kunnen verminderen. Onderzoeker is van mening dat het recidiverisico op korte termijn laag is maar dat op (middel)lange termijn de kans matig tot hoog is, zeker wanneer er minderjarigen in de buurt van betrokkene zijn met wie hij een band heeft dan wel kan opbouwen. Onderzoeker is van mening dat betrokkene de tenlastegelegde feiten in verminderde mate kunnen worden toegerekend. Langdurig toezicht is noodzakelijk. Behandeling kan in ogen van de onderzoeker plaatsvinden in het kader van een tbs met voorwaarden, waarbij het striktere juridisch kader voor betrokkene kan dienen als extra stok achter de deur. Betrokkene heeft aangegeven dat hij open staat voor een dergelijke behandeling.
Psychiater T. van Lent heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 19 januari 2018. Op de terechtzitting van 20 april 2018 heeft hij zijn advies nader toegelicht. De bevindingen van de deskundige houden - kort weergegeven - het volgende in.
Bij betrokkene is er sprake van een sterke aanwijzing voor een autismespectrumstoornis.
Op het gebied van sociaal inzicht en gedrag, waar duidelijk persisterende deficiënties bestaan, komt dit heel duidelijk tot uitdrukking. Van stereotype of repetitieve motorische bewegingen en het vast houden aan dezelfde inflexibele routines is bij betrokkene in veel mindere mate sprake. Differentiaal diagnostisch zou nog gedacht kunnen worden aan een sociale communicatiestoornis waarbij dan ook het gebruik van verbale en non-verbale communicatie gestoord is. De bovenmatige interesse in seks is van dien aard dat er gesproken kan worden van een hyperseksualiteit. Om het recidive risico te kunnen reduceren wordt een intensieve behandeling noodzakelijk geacht gericht op de pedofiele stoornis, hyperseksualiteit en de sociaal-relationele en communicatieve beperkingen in het kader van de zeer waarschijnlijke autismespectrumstoornis. De combinatie van deze stoornissen en beperkingen vergroot het recidiverisico en bij een behandeling zal in het kader van risicomanagement de behandeling zich dan ook op de verschillende stoornissen en beperkingen moeten richten en de onderlinge invloed daar van op het denken, gevoel en gedrag van betrokkene. Er wordt een intensief behandelprogramma geadviseerd omdat er op meerdere terreinen interventies noodzakelijk zijn gezien de aard, het aantal en de onderlinge beïnvloeding van de verschillende stoornissen en de beperkingen bij betrokkene. Gezien de aard van de stoornissen en beperkingen die voor een belangrijk deel als onderdeel van zijn persoon kunnen worden beschouwd wordt een langdurige begeleiding en toezicht tijdens de afbouw en vervolgens na afloop van de behandeling geadviseerd.
Onderzoeker is van mening dat betrokkene de tenlastegelegde feiten in verminderde mate kunnen worden toegerekend.
Voor zover de tenlastegelegde feiten bewezen worden geacht, wordt gezien de ernst van de tenlastegelegde feiten en het delict recidive gevaar de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) onder voorwaarden geadviseerd. Een tbs met dwangverpleging wordt niet in eerste instantie geadviseerd omdat betrokkene nog niet eerder een behandeling heeft gevolgd voor de eerdere beschreven stoornissen en beperkingen en dat is zorginhoudelijk prognostisch een gunstig gegeven.
Psycholoog dr. R.A.R. Bullens heeft twee rapporten over de verdachte opgemaakt gedateerd 17 mei 2017 en 5 september 2017. Deze rapporten houden - kort weergegeven - het volgende in.
Bij betrokkene is er sprake van een ziekelijke stoornis in de vorm van een pedofiele stoornis (niet-exclusieve type, seksueel aangetrokken tot meisjes, beperkt tot incest). Daarnaast is er sprake van een 'andere gespecificeerde parafiele stoornis', te weten hebefilie (tevens van het niet-exclusieve type, seksueel aangetrokken tot puberale meisjes). Ook is er bij betrokkene sprake van hyperseksualiteit. Omdat er bij betrokkene - zonder behandeling - sprake is van een matig recidiverisico, is een behandeling - bij bewezen geachte feiten - geïndiceerd. Deze behandeling kan ervoor zorgen dat het recidiverisico op de langere termijn wordt verlaagd. Betrokkene geeft te kennen open te staan voor behandeling. Wel twijfelt hij eraan of er wel sprake zou zijn van een pedofiele stoornis en of hij hier dan ook voor zou moeten worden behandeld.
Op de terechtzitting van 20 april 2018 heeft dr. R.A.R. Bullens aangegeven dat hij bij het opmaken van zijn rapporten over beperkte informatie beschikte en dat hij niet bekend was met de door de andere deskundigen opgemaakte rapporten, maar dat hij zich naar aanleiding van hetgeen op de zitting naar voren is gekomen, kan aansluiten bij het advies van de beide andere deskundigen, namelijk dat een TBS met voorwaarden is aangewezen.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 24 januari 2018. Door reclasseringswerker M. Peeters is op de zitting het advies nader toegelicht en bevestigd. Dit houdt het volgende in.
De reclassering opteert voor het opleggen van een TBS met dwangverpleging gezien de hardnekkige, langdurige en nog nooit behandelde problematiek van betrokkene en zijn beperkte responsiviteit. Indien de bij betrokkene vastgestelde (multi)problematiek niet op gedegen (behandel)wijze aangepakt wordt, te weten met een stap voor stap (en niet in tijd beperkende) gefaseerde uitstroom met passende begeleiding en controle, is het de verwachting dat hij na verloop van tijd wederom delictgedrag zal gaan vertonen.
Wanneer de rechtbank niet overweegt om de maatregel TBS met dwangverpleging op te leggen, wordt geadviseerd om het kader TBS met voorwaarden, maar dan in combinatie met de Gedragsbeïnvloedende Vrijheidsbeperkende Maatregel (hierna GVM), op te leggen.
Vooralsnog toont betrokkene zich nog gemotiveerd voor het (behandel)traject TBS met voorwaarden, alhoewel hij zijn seksuele problematiek grotendeels bagatelliseert. Dit beperkte inzicht, in combinatie met de ernst van zijn (delictbevorderende) problematiek van waaruit jarenlange forse scheefgroei is ontstaan, met daarnaast zijn recente verliezen op sociaal-maatschappelijk gebied, het verhoogde recidiverisico op seksuele delicten in algemene zin en het geruime tijd kunnen volgen van (de resocialisatie van) betrokkene, maakt het van belang dat een dergelijk traject binnen een stevig(er) forensisch kader met een ruime looptijd en een breed arsenaal aan passende interventies kan plaatsvinden.
Dit maakt dat de reclassering de maatregel TBS met voorwaarden thans wel als haalbaar, maar op termijn niet als volledig afdoende beschouwt om bij betrokkene op termijn gedragsbeïnvloeding en derhalve een verlaagd recidiverisico te kunnen bewerkstelligen.
Het kader TBS met voorwaarden kan maximaal negen jaar duren en daarmee zou het betrokkene de noodzakelijke structuur en een (behandel)traject, begeleiding en controle op maat kunnen bieden, doch dan wel in combinatie met de GVM.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gevangenisstraf
Nu de conclusies van de deskundigen gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht. De rechtbank zal dit betrekken in de beoordeling van de aan de verdachte op te leggen straf.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op het leed dat de verdachte heeft toegebracht aan beide slachtoffers, de lange periode waarin de feiten zijn gepleegd en ook op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank is ten aanzien van de onder feit 1 en feit 2 bewezenverklaarde delicten sprake van eendaadse samenloop, omdat de gedragingen in die mate een samenhangend, zich op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat de verdachte daarvan (in wezen) slechts één verwijt kan wordt gemaakt. Bij de strafbepaling zal hiermee rekening worden gehouden.
Tbs met voorwaarden
Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusies van de deskundigen dat oplegging van de terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden noodzakelijk is. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eisen een dergelijke maatregel. Deze maatregel is nodig om de verdachte gedurende de daarvoor bestemde periode intramuraal te doen behandelen in een klinische setting. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezenverklaarde feiten en het gevaar voor herhaling. De rechtbank zal het advies van de reclassering om een TBS met dwangverpleging op te leggen niet volgen, omdat de verdachte niet eerder behandeld is geweest en de drie gedragsdeskundigen aangeven dat met een TBS met voorwaarden volstaan kan worden.
Vastgesteld wordt dat de bewezenverklaarde feiten, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, misdrijven betreffen als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1, Sr.
Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande TBS met voorwaarden worden opgelegd. Hierbij zal de rechtbank de door de reclassering geformuleerde voorwaarden overnemen. Er wordt onvoldoende aanleiding gezien om de verdediging te volgen in de wijzigingen die zij heeft voorgesteld.
Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelen (GVM)
Artikel 38z Sr maatregel
De reclassering heeft in het advies gemotiveerd verzocht, voor zover de rechtbank niet overgaat tot het opleggen van een TBS met dwangverpleging, een GVM als bedoeld in artikel 38z Sr op te leggen naast de TBS met voorwaarden. De reclassering heeft er geen vertrouwen in dat na ommekomst van de maximale duur van de TBS het recidiverisico al voldoende zal zijn teruggebracht. Ook de gedragsdeskundigen hebben onderbouwd aangegeven zorgen te hebben over de kans op recidive bij de verdachte, omdat hij nog niet eerder voor zijn stoornissen is behandeld en hij die vastgestelde stoornissen niet volledig erkent.
De raadsman heeft verzocht van het opleggen van een GVM af te zien, aangezien niet bekend is welke invloed de op te leggen straf en de behandeling in de TBS maatregel op de verdachte zal hebben en, verder, de periode tot de eventuele tenuitvoerlegging van deze maatregel zodanig lang is dat het niet mogelijk is om over de noodzaak daarvan enige voorspelling te doen.
Vastgesteld is dat de verdachte zich gedurende jarenlang en in vergaande mate seksueel heeft vergrepen aan twee zeer jonge kinderen, namelijk zijn eigen dochter en zijn nichtje. Daarnaast heeft hij gedurende vele jaren op grote schaal kinderpornografie gedownload. Hierbij is het vervolgens niet alleen gebleven bij het passieve bezit daarvan, maar heeft hij nog verstrekkender stappen ondernomen door ook zelf films met kinderpornografische inhoud te maken waarvoor hij onder meer zijn eigen dochter heeft misbruikt.
Met name de combinatie van deze strafbare gedragingen en het feit dat zij elkaar onderling versterken, baart de rechtbank ernstig zorgen. Ook de onderliggende stoornissen bij de verdachte, waaronder pedofilie en hyperseksualiteit, vragen intensieve en langdurige behandeling, waarvan het succes mede afhankelijk is van het inzicht en de acceptatie van betrokkene. Tot op heden ziet de verdachte de strafwaardigheid van zijn handelen echter nog niet in en wuift hij de nadelige gevolgen voor de slachtoffers weg. Het feit dat hij ook nu nog de risico’s van de door hem gewenste spoedige hereniging met zijn Filipijnse verloofde en hun 1-jarige dochter niet onder ogen ziet of kan zien, maakt duidelijk dat de verdachte nog een lange weg te gaan heeft.
Mede gelet op de inschatting van de deskundigen en hetgeen hiervoor is overwogen, komt de rechtbank tot de conclusie dat de kans niet ondenkbeeldig is dat het recidiverisico na ommekomst van de TBS met voorwaarden nog niet tot een aanvaardbaar niveau zal zijn teruggedrongen. Ter bescherming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen zal de rechtbank dan ook (ambtshalve) tevens de maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr aan de verdachte opleggen. Bij die maatregel wordt aangesloten bij de voorwaarden die ook aan de op te leggen TBS-maatregel worden verbonden.
Artikel 38v Sr maatregel
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte een maatregel in de zin van artikel 38v Sr opgelegd, strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 60 maanden, inhoudende een contactverbod met [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] .
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte zich weer belastend zal gedragen ten opzichte van [naam slachtoffer 1] zal deze op te leggen maatregel dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen gevangenisstraf en maatregelen passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen goederen:
1
STK DVD Kl: grijs
Usb stick opschrift “ [naam opschrift] (goednr 5058983)
1
STK Computer
LENOVO
personal computer (beslagcode A.A2.26)
1
STK Computer
MENA
personal computer (beslagcode A.A01.21)
1
STK Harddisk
SEAGATE
beslagcode A.A01.19
82
STK DVD
-
cd’s /DVD’s (1 t/m 82) (beslagcode A.A01.8)
1
SD-kaart
te onttrekken aan het verkeer.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen goederen zullen worden onttrokken aan het verkeer. De feiten zijn met behulp van voornoemde voorwerpen begaan.

9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd:
[naam benadeelde]ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade.
9.1.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij
[naam benadeelde]door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden, rechtstreeks (immateriële) schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en door de verdachte niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 7 juni 1995.
Nu de vordering van de benadeelde partij
[naam benadeelde]zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
9.2.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij
[naam benadeelde]een schadevergoeding betalen van € 10.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c, 36f, 37a, 38, 38a, 38v, 38z, 57, 240b, 244, 247, van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
  • de ter beschikking gestelde pleegt geen strafbare feiten;
  • de ter beschikking gestelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking verlenen aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de ter beschikking gestelde zal zijn medewerking verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van TBS-gestelden;
  • de ter beschikking gestelde stelt zich onder toezicht van de reclassering en houdt zich aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden. Betrokkene zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan het convenant tussen reclassering en politie, dat onder meer inhoudt dat hij door de wijkagent bezocht kan worden in zijn huis of omgeving;
  • de ter beschikking gestelde zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven;
  • de ter beschikking gestelde zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfsadres, worden vooraf met de reclassering besproken;
  • de ter beschikking gestelde verschaft de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
  • de ter beschikking gestelde heeft op geen enkele wijze contact met de slachtoffers in onderhavige zaak: dochter [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2005 en nicht [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] , tenzij anders besloten, nader te bepalen door de reclassering en/of andere instanties. Hij houdt zich aan de aanwijzingen die door deze instanties aan hem gegeven worden, ook ten aanzien van zijn dochter, die woonachtig op de Filipijnen of toekomstige kinderen;
  • de ter beschikking gestelde wordt verboden contact te (laten) leggen met minderjarigen. Hij houdt zich aan de aanwijzingen die door de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders aan hem gegeven worden.
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan een klinische behandeling te (nog nader te bepalen door IFZ), of soortgelijke instelling zulks ter beoordeling van NIFP-IFZ en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven, ook als dit inhoudt de inname van de hem door de behandelaren voorgeschreven medicatie op de voorgeschreven wijze en controle hierop;
  • de ter beschikking gestelde werkt na zijn klinische behandelopname mee aan een Ambulant Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) bij een nader te indiceren klinische behandelsetting, ook als dit betekent een time-out opname van maximaal veertien weken per kalenderjaar;
  • de ter beschikking gestelde werkt mee aan behandel- en begeleidingstrajecten betreffende resocialisatie en nazorg, overeenkomstig de te geven aanwijzingen door de reclassering. Ook als dit inhoudt een forensische ambulante (deeltijd) behandeling bij een nader te bepalen forensische polikliniek;
  • de ter beschikking gestelde laat zich na zijn klinische behandeling opnemen in een RIBW indien dit door de behandelaars en/of reclassering nodig wordt geacht en/of ambulant begeleiden in een door een door de reclassering goedgekeurde en geschikte woonplek;
  • de ter beschikking gestelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
  • de ter beschikking gestelde geeft inzage in zijn financiën en werkt indien nodig mee aan een passend financieel begeleidingstraject;
  • de ter beschikking gestelde geeft openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties. Hij werkt mee aan de opbouw van een steunend sociaal netwerk en verleent toestemming tot contactopname met een nieuwe relatie;
  • de ter beschikking gestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van het op digitale wijze (met een seksuele intentie) communiceren met minderjarigen/kinderen en/of onthoudt zich van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en/of onthoudt zich van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen/kinderen wordt gecommuniceerd, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht de afspraak omvat dat betrokkene geen wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur mag hebben of gebruiken en het toezicht verder mede kan bestaan uit controle van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd;
  • de ter beschikking gestelde houdt zich aan de afspraken omtrent middelengebruik die hij met zijn behandelaar en de reclassering maakt en laat zich hier indien nodig op controleren via urine- en blaascontroles;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden te begeleiden;
legt de veroordeelde op de maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z Sr en verbindt daaraan dezelfde voorwaarden als hiervoor zijn vermeld;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 5 jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
zich te onthouden van direct of indirect contact met [naam slachtoffer 1] , gedurende 5 jaren na
heden;
bepaalt dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar zal zijn;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer: :
1
SD-kaart
1
STK DVD Kl: grijs
Usb stick opschrift “ [naam opschrift] (goednr 5058983)
1
STK Computer
LENOVO
personal computer (beslagcode A.A2.26)
1
STK Computer
MENA
personal computer (beslagcode A.A01.21)
1
STK Harddisk
SEAGATE
beslagcode A.A01.19
82
STK DVD
-
cd’s /DVD’s (1 t/m 82) (beslagcode A.A01.8)
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 juni 1995tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij
[naam benadeelde]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde]te betalen
€ 10.000,-(hoofdsom,
zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juni 1995 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 10.000,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
85 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. C.G. van de Grampel en G.P. van de Beek, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. van den Bosch, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
07 juni 1993 tot en met 06 juni 2002 te Rotterdam
(meermalen) (telkens) met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te
weten met [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ), handelingen heeft gepleegd
die (telkens) bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen
van het lichaam,
namelijk het (meermalen)
- brengen/houden van zijn tong en/of vinger(s) in haar vagina, althans tussen
haar schaamlippen en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en/of laten likken aan zijn
penis en/of
- betasten en/of likken van haar bil(len) en/of borst(en) en/of schaamstreek
en/of
- zich door haar laten aftrekken en/of
- zichzelf aftrekken in haar bijzijn;
2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
07 juni 1993 tot en met 06 j\mi 2002 te Rotterdam
(meermalen) (telkens) met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te
weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] ), buiten echt ontuchtige
handelingen heeft gepleegd,
namelijk het (meermalen)
- laten likken aan zijn penis en/of
- betasten en/of likken van haar bil(len) en/of borst(en) en/of schaamstreek
en/of
- zich door haar laten aftrekken en/of
- zichzelf aftrekken in haar bijzijn;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
2 januari 2005 tot en met 18 juli 2016 te Maassluis en/of Rotterdam, althans
in Nederland, en/of te Caloocan, althans in de Filipijnen
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten (een) cd('s) en/of dvd('s)
en/of harddisk en/of personal computer(s) en/of SD-kaart - van seksuele gedragingen, waarbij
iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is
betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het lichaam
van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt
( [naam bestand 1] en/of [naam bestand 2] en/ [naam bestand 3] en/of [nam bestand] en/of [naam bestand 4] )
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken
van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [naam bestand 5] en/of [naam bestand 6] en/of [naam bestand 7] en/of [naam bestand 8] en/of [naam bestand 9] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een
(erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die
persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 10] en/of [naam bestand 11] en/of [naam bestand 12] en/of [naam bestand 13] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( [naam bestand 14] en/of [naam bestand 15] en/of [naam bestand 16] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
02 januari 2008 tot en met 31 december 2015 te Rotterdam en/of Maassluis
(meermalen) (telkens) met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren, te
weten met [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2005), handelingen heeft
gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen
van het lichaam,
namelijk het (meermalen)
- brengen/houden van zijn penis en/of vinger(s) en/of tong in/tegen haar vagina en/of mond en/of
- het door haar aan zijn penis laten likken en/of het laten betasten van zijn penis.