Uitspraak
[naam veroordeelde] ,
raadsman mr. F. Ben-Saddek, advocaat te Rotterdam.
Rechtbank Rotterdam
In deze jeugdstrafzaak heeft de rechtbank Rotterdam op 8 maart 2018 uitspraak gedaan over de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie. De vordering was ingediend door de officier van justitie op 21 februari 2018, naar aanleiding van een vonnis van 13 mei 2016 waarin aan de veroordeelde een jeugddetentie van twee maanden was opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. De bijzondere voorwaarden omvatten onder andere het naleven van een avondklok en het volgen van onderwijs. Tijdens de zitting zijn de veroordeelde, diens ouders, de raadsman en een reclasseringswerker gehoord. De officier van justitie stelde voor om de proeftijd met een jaar te verlengen en de bijzondere voorwaarden op te heffen. De veroordeelde en zijn raadsman steunden dit standpunt.
De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de vordering beoordeeld en vastgesteld dat deze tijdig was ingediend. Vervolgens is gekeken naar de rapportages van de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JBRR), waaruit bleek dat de veroordeelde zich moeilijk liet begeleiden en niet voldeed aan de voorwaarden. De rechtbank concludeerde echter dat er geen bewijs was dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden van het vonnis van 13 mei 2016 had geschonden. Daarom heeft de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen, waardoor de voorwaarden van het eerdere vonnis blijven gelden. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken.