ECLI:NL:RBROT:2018:3731
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.Y.A. van Meersbergen
- C.E. Bos
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Weigering van de bevestiging van de optieverklaring voor het Nederlanderschap wegens gevaar voor de openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die in Rotterdam woont, en de burgemeester van de gemeente Rotterdam. De eiser had op 6 december 2016 een optieverklaring afgelegd om het Nederlanderschap te verkrijgen. Echter, de burgemeester weigerde de bevestiging van deze optieverklaring op basis van een ernstig vermoeden dat de eiser een gevaar voor de openbare orde vormt. Dit vermoeden was gebaseerd op eerdere veroordelingen van de eiser, waaronder een gevangenisstraf van 16 maanden en een ontnemingsmaatregel van € 53.361,07, die door het gerechtshof was verlaagd naar € 9.000,-. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester zich terecht op het standpunt had gesteld dat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van het Nederlanderschap, omdat hij nog niet had voldaan aan de ontnemingsmaatregel en er ernstige vermoedens bestonden dat hij een gevaar voor de openbare orde vormde.
De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn langdurig verblijf in Nederland en de tijd die verstreken was sinds zijn strafbare feiten, niet als voldoende bijzonder beschouwd om van het beleid af te wijken. De rechtbank benadrukte dat de weigering om het Nederlanderschap te verlenen niet als een straf kan worden gezien, maar als een gevolg van het niet voldoen aan de wettelijke vereisten. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en gaf aan dat hij na het verstrijken van de rehabilitatietermijn een nieuw verzoek kan indienen.