Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties, ontvangen op 28 februari 2018;
- het verweerschrift, tevens verzoekschrift strekkende tot het gelasten een ondernemingsraad (hierna: OR) in te stellen, alsmede inhoudende een (deels voorwaardelijk) tegenverzoek ex artikel 671c BW, althans artikel 7:686 BW, met producties, ontvangen op 23 maart 2018;
- de brief van mr. S.J. Nauta van 30 maart 2018 met producties 20 tot en met 25.
2.De feiten
e-mailbericht (productie 10 bij verzoekschrift) gestuurd waarin hij zijn zorgen uit over het gebrek aan draagvlak op de werkvloer voor het beleid, het nut van het benaderen van de directie, het autobeleid en de belangenbehartiging van hem en zijn collega’s.
e-mailbericht aan [S.] (productie 14 bij verzoekschrift) gestuurd waarin hij zich onder andere uit over de gang van zaken ten aanzien van een bepaald product, en het volgens hem niet adequaat ingrijpen door de leidinggevenden hierbij. Voorts heeft [verweerder] aangegeven te zullen gaan nadenken over welke plek en functie voor hem geschikt zouden zijn.
out of the boxdenken, waardering krijgen en kunnen groeien.
- “ De match die vroeger bestond tussen jou en Van Iperen (en andersom) is in de loop van de jaren afgebrokkeld en bestaat vandaag eigenlijk niet meer. Jij bent gebleven die je was en die je vandaag nog bent, terwijl het bedrijf van vandaag in veel opzichten niet meer lijkt op wat het was.
- Het feit dat jij en het bedrijf uit elkaar zijn gegroeid kun jij maar lastig (concreter gezegd: niet) accepteren; je verzet je tegen nogal wat elementen van de huidige bedrijfsvoering. Daarbij laat je in het gevecht dat je daartegen levert een mate van onverzettelijkheid zien die maar weinig (concreter gezegd: geen) aanleiding geeft om te veronderstellen dat je de bocht richting conformeren aan het beleid van Van Iperen alsnog gaat maken.
- Doordat je een strijd voert die je niet kunt winnen (hoewel je dat niet aanvaardt) leidt dat tot spanningen in allerlei verbanden […].
- Als directie vinden we dit niet langer acceptabel; voor jou niet en voor het bedrijf niet. […]
- We hebben veel waardering voor jou als persoon; wie je bent. Daar willen we niets aan veranderen. We hebben ook veel waardering voor wat je in het verleden voor het bedrijf hebt betekend. Die twee dingen spelen nadrukkelijk mee bij onze inspanningen om te zoeken naar een oplossing.
[H.] (hoofd P&O), [verweerder] en zijn echtgenote. In het gespreksverslag hiervan (productie 21 bij verzoekschrift) staat onder meer dat [verweerder] kan re-integreren in zijn oude functie, in Westmaas, mits [verweerder] zich conformeert aan de bestaande procedures, hiërarchie/structuur, herindeling van taken en het sectorplan, alsmede afscheid neemt van zijn rol als ‘ombudsman’. [verweerder] heeft aangegeven waar hij in het verleden tegenaan is gelopen. Voorts heeft hij zijn twijfels geuit of hij gelukkig wordt onder zijn nieuwe leidinggevende, [W.], die hij niet het kennisniveau toedicht dat hijzelf heeft. Voorts heeft hij gemeld dat hij niet het vertrouwen heeft dat zijn nieuwe leidinggevende voor zijn mensen gaat liggen. In de slotalinea van het gespreksverslag is opgenomen dat [verweerder] nog niet antwoordt op de vraag of hij openstaat voor re-integratie in zijn eigen functie in Westmaas.
3.Het verzoek
4.Het verweer, het voorwaardelijk zelfstandig tegenverzoek en het nevenverzoek
Het verweer
31 december 2018 en om toekenning van een transitievergoeding van € 88.785,37, een billijke vergoeding van € 177.500,- en/of € 37.500 netto aan schadevergoeding wegens handelen in strijd met artikel 7:611 BW. Tevens heeft [verweerder] verzocht in geval van ontbinding van de arbeidsovereenkomst Van Iperen te veroordelen tot betaling van het maandsalaris, de vakantiebijslag, niet opgenomen vakantie- en verlofuren, de indexering en de bonus, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente, en om te bepalen dat Van Iperen geen rechten kan ontlenen aan het concurrentie- en boetebeding.
5.De beoordeling
e-mailbericht van 1 juni 2016 afleidde dat [verweerder] in zijn functie in Westmaas wellicht niet meer op zijn plaats was, vanwege de veranderingen die daar in de loop van de tijd hadden plaatsgevonden en de meer ingekaderde omgeving aldaar en dat [verweerder] niet bereid was tot het doen van concessies ten aanzien van deze nieuwe omstandigheden.
5.De beslissing
- € 88.785,37 aan transitievergoeding;
- € 4.325,55 bruto aan maandsalaris tot 1 augustus 2018 (onverminderd indexering);
- de vakantiebijslag over de periode van 31 mei 2017 tot 1 augustus 2018;
- uitbetaling van de nog resterende vakantie- en verlofuren tot 1 augustus 2018;
- de gemiddelde indexering van 2% per 1 januari 2017 en 2% per 1 januari 2018 over het/de nadien betaalde en te betalen salaris en vakantiebijslag;
- € 2.268,90 bruto per maand aan gemiddelde bonus vanaf 1 januari 2017 tot 1 augustus 2018;
- de wettelijke rente over de hiervoor genoemde bedragen vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;