2.2Bij brief van 27 juni 2017 heeft [verzoeker] [verweerder], voor zover thans van belang, als volgt bericht:
“Betreft:
Gebeurtenissen van afgelopen periode en aanbod mediation en coach
Onder verwijzing naar ons gesprek van 21 juni 2017 […] het navolgende.
De aanleiding voor het gesprek was dat u uw collega twee weken geleden meerdere malen gestoord hebt, ondanks het feit dat hij heeft aangegeven dat hij niet gestoord wilde worden. De collega heeft aangegeven dat hij zeer druk met iets bezig was. Op het moment dat u voor de zesde keer uw collega stoorde is deze zo geïrriteerd geraakt dat deze een minieme hoeveelheid water, welke zich in een glas op zijn bureau stond, naar u heeft gegooid. U hebt zich vervolgens omgedraaid en bent tegen de deurpost aangelopen en bent naar huis vertrokken. […]
Uw collega heeft donderdag zijn excuses aangeboden voor het gooien van het water. Hij heeft aangegeven dat u hem zeer hebt geïrriteerd door niet zijn verzoek tot niet storen te respecteren.
Ik heb u een schriftelijke waarschuwing en aankondiging verbetertraject overhandigd. U raakte hiervan helemaal in paniek en reageerde hierop zeer emotioneel eerst boos en daarna verdrietig. Ikzelf heb het gesprek met u als bijzonder onprettig en intimiderend ervaren. U was zeer agressief en ik voelde mij door u bedreigd. U probeerde steeds uw collega’s bij het gesprek te betrekken en u liet de deur van de kamer bewust openstaan zodat iedereen het gesprek kan horen.
Ik heb u een aantal voorbeelden gegeven wat u ongewenst gedrag inhoud en dat u met enige regelmaat bijzondere directief overkomt en heftig emotioneel reageert. In 2016 hebben we ook meerdere aanvaringen gehad. Ik benoem nu alleen de incidenten uit 2017. Deze bestaan uit:
1 februari 2017: Discussie over de updates van programmatuur waarbij uw collega [voornaam] bijzonder geïrriteerd is over de wijze waarop hij wordt benaderd door u. Als interventie heb ik moeten optreden.
In februari 2017: Het ongevraagd meenemen van privé vakliteratuur van een collega. Deze heeft aangegeven u alleen nog maar zakelijk te willen spreken
23 maart 2017: Het vaktechnisch overleg onder uw leiding is mislukt door het niet inbrengen van praktische onderwerpen maar zeer specifieke/bijzondere situaties te bespreken, welke niet relevant zijn voor onze praktijk.
10 april 2017: Overleg over pensioen in eigen beheer, u heeft aangegeven hier geen verantwoording voort willen nemen. Voorts hebt u aangegeven geen besprekingen met cliënten te willen voeren, u wenst alleen de actuariële berekeningen te maken. Ook hierover bent u aangesproken. U bent fiscalist en dient dus de werkzaamheden die passend zijn bij deze functie uit te voeren.
12 mei 2017: U hebt aangegeven alleen de uren te willen registreren die u het waard vindt in tegenstelling tot het beleid op dit kantoor waarbij de werkelijk gemaakte uren moeten worden geregistreerd. Niet declarabele uren worden uit declaraties gefilterd. U hebt aangegeven dat u weigert hieraan te voldoen.
12 mei 2017 bespreking over besteding van een aantal uren bij een cliënt. U reageert zeer emotioneel. U bent aangesproken op uw gedrag.
23 mei 2017 wegens afwezigheid van collega’s wordt een vraag van een cliënt aan u voorgelegd. U reageert zeer agressief richting het secretariaat. U bent hierop aangesproken.
U ontkende alle genoemde voorbeelden. U gaf aan dat u de gesprekken met uw collega’s op uw telefoon opneemt. U waarschuwt uw collega’s vooraf niet.
Ik heb uitgelegd dat uw collega’s zeer verschillend reageren op uw onwenselijke gedrag. Een deel van de collega’s wordt boos en andere collega’s ontwijkt u. Het gevolg is dat er binnen dit kantoor door geen gebruik meer wordt gemaakt van uw fiscale kennis.
Op kantoor heeft vrijwel iedereen last van uw gedrag. U haalt hiermee de werkvreugde bij iedereen weg en op deze wijze berokkent u schade aan het kantoor.
Daarnaast heb ik u aangegeven dat de door u gehanteerde kantoortijden het contact met uw collega’s niet bevorderen. De kantoortijden zijn: aanvang tussen 8:00 uur en 9:00 uur ’s ochtends. U komt meerdere malen per week rond 10:00 uur of 11:00 uur binnen. Ik acht dit onwenselijk en wil dat u, net als iedereen, in het vervolg tussen 8:00 en 9:00 uur start.
Ook heb ik u aangegeven dat de urenverantwoording niet correct is. Op de desbetreffende 13 juni staan 13,25 gewerkte uren vermeld inclusief 2:00 uur ziekte. Uitgaande van een starttijd van 10:00 uur ’s ochtends is dit onmogelijk. Ik trek uw gedeclareerde uren dan ook in twijfel.
De bezwaren jegens u zijn dan ook concreet samengevat:
1. Uw werkhouding
2. Uw functioneren naar collega’s toe
3. Uw zeer omslachtige wijze van werken
4. Het niet juist registreren van de uren
Na twee uren uiten van emotionele reacties was u uiteindelijk bereid tot een dialoog onder de voorwaarde dat ik mijn waarschuwingsbrief mede inhoudende het verbeter-traject zou worden ingetrokken. Ik ben hiermee akkoord gegaan omdat u anders niet wilde praten. Ik achtte een gesprek essentieel.
Nadien hebben wij een redelijk gesprek gevoerd. Ik heb u voorgesteld om individuele gesprekken met collega’s te gaan voeren waarbij de ergernissen en ervaringen wellicht meer kunnen worden geuit. Het leek mij goed dat ik bij deze gesprekken aanwezig ben om op deze wijze de emoties te temperen. dan wel dat er een mediator aan te pas komt.
[…] Maar ik ben van mening dat uw gedrag jegens uw collega’s, niet acceptabel is. Zoals besproken adviseer ik u nogmaals om het aanbod van mediation met uw collega’s te accepteren. Ook adviseer ik u om zich te laten coachen voor wat betreft uw houding jegens uw collega’s.
Uit uw e-mail kan ik opmaken dat uw relatie met [voornaam] echt verbetert dient te worden. Uw collega [voornaam] heeft al de eerste handreiking aan gedaan om zowel schriftelijk als mondeling zijn excuses aan u aan te bieden. Ik raad dan ook van harte mediation aan.
Op maandag 26 juni geeft u aan dat u zich “slecht” voelt en dat u zich niet kunt concentreren als gevolg van het gesprek van 21 juni 2017. U bent van mening dat u mij dat aan moet rekenen. Voorts wenst u geen contact meer met collega’s. Ik heb u verzocht om aan te geven wat u wil gaan doen om uw relatie met uw collega’s te verbeteren. U wenst alleen maar in discussie te gaan over hetgeen 13 juni is voorgevallen. En u wenst de discussie van 21 juni 2017 weer te herhalen.
Gegeven deze toelichting van u wil ik u dan nogmaals vragen om in te stemmen met mediation en de begeleiding van een coach. Graag verneem ik binnen drie dagen na heden van u.”