Op 11 april 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor de schuldenares, [naam 1]. De rechtbank had eerder op 24 maart 2015 de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De bewindvoerder, mr. P.A. Loeff, heeft op 21 december 2017 en 13 maart 2018 verslag uitgebracht over de voortgang van de regeling. Tijdens de behandeling op 5 april 2018 heeft schuldeiser de heer [naam 2] zijn bezwaren geuit, stellende dat de schuldenares goederen had verkocht via Marktplaats en de opbrengsten buiten de boedel had gehouden, wat volgens hem de schuldeisers benadeelde. De bewindvoerder heeft echter verklaard dat de schuldenares aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat de opbrengsten van de verkoop in de boedel zijn gevallen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de schuldsaneringsregeling, maar dat deze tekortkoming van geringe betekenis was. De rechtbank heeft daarbij meegewogen dat de schuldenares gedurende de regeling haar verplichtingen goed is nagekomen en een aanzienlijk bedrag heeft gespaard voor de boedel. De rechtbank heeft besloten om de schuldenares een schone lei te verlenen, waardoor de onvoldaan gebleven vorderingen niet langer afdwingbaar zijn. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 3.188,52.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.