Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 jaar en 4 maanden met aftrek van voorarrest, alsmede tot de ter beschikkingstelling (hierna: tbs) van de verdachte met bevel tot dwangverpleging;
- herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling, in de zaak met VI-nummer 99-000256-37.
4.Waardering van het bewijs
alleonderdelen moet bevestigen.
gestopt, terwijl tijdens het plegen van dit misdrijf nog geen vijf jaren - welke periode al dan niet is verlengd op de wijze als bedoeld in artikel 43a Sr, tweede zin - zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
engemakkelijk te maken
den aan haar haren heeft getrokken en
5.Strafbaarheid feiten
verkrachting, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een hem wegens een soortgelijk misdrijf opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan;
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een hem wegens een soortgelijk misdrijf opgelegde gevangenisstaf heeft ondergaan;
poging tot afpersing, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een hem wegens een soortgelijk misdrijf opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan;
poging tot diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige een hem wegens een soortgelijk misdrijf opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
Leger des Heils,afdeling jeugdbescherming en reclassering, gedateerd 19 januari 2018. Dit rapport houdt, kort weergegeven, het volgende in.
het PBC, opgemaakt door T. van den Hazel, klinisch psycholoog, en C.J. Kerssens, psychiater en gedateerd 18 december 2017. Dit rapport houdt het volgende in.
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
€ 743,47.
€ 344,48.
€ 411,=.
€ 2.835,43. Voor het overige wordt de vordering niet-ontvankelijk verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
€ 233,10 +
9.Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) jaar;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
€ 30.424,25 (zegge: dertig duizend vierhonderdvierentwintig euro en vijfentwintig cent),bestaande uit € 5.424,25 aan materiële schade en € 25.000,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 maart 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 30.424,25(hoofdsom
zegge: dertig duizend vierhonderdvierentwintig euro en vijfentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 maart 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
187 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
de vordering tot herroepingvan de voorwaardelijke invrijheidstelling;