Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. M.G.L. de Vetteen
mr. drs. J. van den Bos, rechters in de wrakingkamer van de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 april 2018 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker na een eerdere beschikking van 4 april 2018. In die beschikking hadden de rechters in de wrakingsprocedure hun beslissing uitgesproken en het verzoek tot wraking afgewezen. Het wrakingsverzoek werd ingediend na de uitspraak van de beschikking, wat betekent dat de rechters de zaak niet meer behandelden op het moment van het verzoek. De rechtbank oordeelde dat het doel van wraking, namelijk de verzekering van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kon worden bereikt omdat de behandeling van de zaak al was geëindigd. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking, en heeft het verzoek op die grond afgewezen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit de rechters Wouters, Jurgens en Wilbers-Taselaar, en werd ter openbare terechtzitting uitgesproken in aanwezigheid van de griffier J.A. Faaij.