Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair impliciet primair (poging tot doodslag) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het primair impliciet subsidiair (poging tot zware mishandeling) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van voorarrest, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd in het rapport van 12 februari 2018.
4.Waardering van het bewijs
De verdachte verklaart ook anders over het gebeurde. De verdachte heeft verklaard dat hij de aangever in een ruzie een trap heeft gegeven, waardoor deze achterover ten val is gekomen. Volgens de verdachte moet de aangever toen met zijn rug op/in een mes terecht zijn gekomen. Het mes zat volgens de verdachte los in de rug van de aangever, “het bungelde”.
5.In beslag genomen voorwerpen
6.Bijlagen
7.Beslissing
- gelast de teruggave aan de verdachte van een blauw stanleymes;