ECLI:NL:RBROT:2018:3181
Rechtbank Rotterdam
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar door de gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 24 april 2018 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 5 januari 2018, waarin haar beroep tegen een besluit van de gemeente Rotterdam niet-ontvankelijk was verklaard. Dit besluit betrof de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van opposante tegen een brief van 8 maart 2017, waarin verweerder had aangegeven dat een eerder ingediend bezwaarschrift was doorgezonden naar de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat opposante geen procesbelang meer had, omdat haar bezwaar inmiddels door verweerder in behandeling was genomen. Tijdens de zitting op 18 april 2018 was opposante aanwezig, maar verweerder was niet verschenen. De rechtbank beperkte zich in haar beoordeling tot de vraag of de eerdere uitspraak zonder zitting terecht was gedaan. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe argumenten waren die een andere beslissing rechtvaardigden. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.