ECLI:NL:RBROT:2018:3117
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 april 2018 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. M.G.L. de Vette, senior rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek was ingediend op 8 februari 2018, terwijl de verzoeker op 16 januari 2018 op de hoogte was gesteld van de zitting op 23 februari 2018. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien de verzoeker niet onmiddellijk na het bekend worden van de feiten en omstandigheden tot wraking had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat verzoeker geen verklaring had gegeven voor de vertraging in het indienen van het verzoek. Hierdoor werd het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard.
De zaak betreft een cluster van negen zaken die op de zitting van 23 februari 2018 gepland stonden, waarbij de verzoeker stelde dat de vereiste dossiers niet compleet waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen andere uitlatingen of gedragingen van de rechter waren die aanleiding hadden kunnen geven voor het indienen van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek tot wraking van de rechter. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.