4.2.Bewezenverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de verweren van de verdediging worden weerlegd door de inhoud van wettige bewijsmiddelen, opgenomen in bijlage II, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden en acht op grond hiervan wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. primair
hij in juni 2003 te Rotterdam en Oranjestad Aruba tezamen en in vereniging met een ander een deel van de bedrijfsadministratie van [naam verzekeringsmaatschappij 1] - zijnde dat deel van die bedrijfsadministratie een samenstel van geschriften dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader toen aldaar, zakelijk weergegeven, in dat deel van die bedrijfsadministratie een valse factuur van [naam makelaar] met factuurnummer [nummer factuur] d.d. 'june 2003' gericht aan [naam verzekeringsmaatschappij 1] (DA-013) doen of laten opnemen, bestaande die valsheid hierin dat in voornoemde factuur valselijk en in strijd met de waarheid is vermeld dat [naam makelaar] diensten en werkzaamheden heeft verricht aan [naam verzekeringsmaatschappij 1] in de periode '31052002 - 01062003', terwijl in werkelijkheid in die periode [naam makelaar] niet meer bestond en die diensten en werkzaamheden niet zijn verricht door [naam makelaar] , zulks met het oogmerk om dat deel van deze bedrijfsadministratie als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
2.
hij in de periode van 21 augustus 2003 tot en met 3 oktober 2003 te Rotterdam en Oranjestad Aruba tezamen en in vereniging met een ander meermalen
telkens opzettelijk goederen, te weten geldbedragen van AWG 72.000,- (omgerekend $ 40.000,-) (DA-016) en AWG 614.100 (omgerekend $ 345.000,-) (D-021) die toebehoorden aan [naam verzekeringsmaatschappij 1] , en welke goederen verdachte en zijn mededader telkens uit hoofde van hun persoonlijke dienstbetrekking als lid en voorzitter van de raad van bestuur van [naam verzekeringsmaatschappij 1] onder zich hadden, telkenswederrechtelijk heeft toegeëigend.
3.
hij in de periode van 7 augustus 2003 tot en met 23 oktober 2003 te Rotterdam en Oranjestad Aruba
tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
[naam verzekeringsmaatschappij 2] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van AWG 720.900,- (omgerekend $ 405.000,-) (DA-017), hebbende hij, verdachte, en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een faxbericht gestuurd naar [naam verzekeringsmaatschappij 2] en/of [naam directeur] met het verzoek om een bedrag van $ 345.000,- over te maken naar ' [naam verzekeringsmaatschappij 1] ' onder vermelding van 'projectkosten systeem-implementatie' en
- op dat faxbericht voorgewend dat rekeningnummer [bankrekeningnummer] een Arubaanse
bankrekening van [naam verzekeringsmaatschappij 1]
was en
- nadat gebleken
wasdat door [naam verzekeringsmaatschappij 2] voornoemd bedrag naar de reguliere Arubaanse bankrekening van [naam verzekeringsmaatschappij 1]
wasovergemaakt telefonisch aan [naam directeur] meegedeeld dat het bedrag naar de verkeerde bankrekening op Aruba
wasovergemaakt en
- een faxbericht gestuurd naar [naam verzekeringsmaatschappij 2] en/of [naam directeur] met wederom het verzoek om $ 405.000,- over te maken naar rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van ' [naam verzekeringsmaatschappij 1] ' onder vermelding van 'projectkosten systeem-implementatie',
waardoor die [naam verzekeringsmaatschappij 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
4.
hij in de periode van 1 augustus 2005 tot en met 13 februari 2007 te Rotterdam en Oranjestad Aruba tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om en anderen wederrechtelijk te
bevoordelen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
[naam verzekeringsmaatschappij 3] heeft bewogen tot
- de afgifte van een geldbedrag van (circa) $ 147.500,- (DA-079 p.13) ,
hebbende hij, verdachte, en zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- voorgewend dat het een aankoop van onroerend goed door [naam verzekeringsmaatschappij 3] betrof waarbij sprake
wasvan een beleggingsobject en het onroerend goed daarnaast
diendevoor eigen gebruik/accommodatie tijdens verblijf op Aruba door [naam verzekeringsmaatschappij 3] medewerkers, en- vervolgens het onroerend goed ' [naam onroerend goed] ' door [naam verzekeringsmaatschappij 3] laten aankopen zonder dat de voltallige raad van bestuur van [naam verzekeringsmaatschappij 3] hiermee
hadingestemd en de raad van commissarissen van [naam verzekeringsmaatschappij 3] om goedkeuring
wasgevraagd, en
- voorgewend dat [naam ] de verkoper
wasvan het onroerend goed ' [naam onroerend goed] ', waardoor die [naam verzekeringsmaatschappij 3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
5.
hij in de periode van 31 juli 2012 tot en met 10 oktober 2012 te Rotterdam en Santa Ponsa te Mallorca (Spanje) opzettelijk
eengoed, te weten een geldbedrag tot een totaal van 3.159.000,- euro (DA-036 en DA-037 en DA-038 en DA-039) dat toebehoorde aan [naam verzekeringsmaatschappij 3] , en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als voorzitter van de raad van bestuur van [naam verzekeringsmaatschappij 3] , onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.