ECLI:NL:RBROT:2018:3002
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling en afwijzing verzoek dwangakkoord
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft een verzoekschrift ingediend en is gehoord op de zitting van 20 maart 2018. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en dat er onvoldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. De schuldenlijst van verzoeker bevat een aanzienlijke schuld aan een bedrijf, vertegenwoordigd door Rijnland Gerechtsdeurwaarders & Incasso, en er zijn complicaties ontstaan door een huurcontract voor vier auto’s die bedoeld waren voor een bouwonderneming in België. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij niet verantwoordelijk is voor de verduistering van deze auto’s, ondanks dat hij medeondertekenaar van het huurcontract is. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet betrokken was bij de verduistering, en heeft hem daarom toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft ook de bevoegdheid vastgesteld om deze procedure als hoofdprocedure te openen, aangezien het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt. In de beslissing is onder andere benoemd tot rechter-commissaris mr. F. Damsteegt-Molier, en zijn er financiële regelingen getroffen voor de bewindvoerder.