Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
raadsvrouw mr. L.A. Sjadijeva, advocaat te Rotterdam.
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden de meldplicht, de verplichting tot ambulante behandeling en een inspanningsverplichting tot het nakomen van afspraken die nodig zijn om een inkomen te realiseren.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2. diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
allerlaatstepoging te wagen om de verdachte in het kader van bijzondere voorwaarden te begeleiden. De rechtbank zal, in lijn met de eis van de officier van justitie, het advies van de reclassering volgen en aan de verdachte een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er niet alleen toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen, maar tevens om behandeling en begeleiding door de reclassering mogelijk te maken. De rechtbank zal aan de verdachte dan ook de in het dictum nader omschreven bijzondere voorwaarden opleggen die door de reclassering zijn geadviseerd in het rapport van 8 februari 2018.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;