Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 mei 2017, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met productie,
- de brieven van deze rechtbank van 6 september en 27 september 2017 waarbij een comparitie respectievelijk agenda voor comparitie is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
- het proces-verbaal van de comparitie gehouden 6 december 2017, met daaraan gevoegd de comparitieaantekening van beide advocaten voornoemd.
2.De feiten
- In afwijking van het gestelde in de franchise overeenkomst artikel 8 en 11 kwamen wij overeen de franchise overeenkomst per 1 september 2014 zonder verdere opzegtermijn te beëindigen.
- In afwijking van mijn schrijven van 15 augustus 2014 kwamen wij overeen dat u de openstaande vorderingen per 31 augustus 2014 van in totaal € 42.599,28 volgens bijgaande specificatie erkent.
- U zegt toe deze vorderingen per uiterlijk 31 oktober 2014 te zullen voldoen, naar verwachting in zijn geheel, doch in iedere geval grotendeels, waarbij wij een schema voor verdere afbetaling overeenkomen, leidend tot afronding van uw schuldpositie uiterlijk ultimo 2014.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)