Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een geschil tussen twee advocaten die beiden werkzaam zijn binnen het arrondissement Rotterdam. De rechtbank heeft op 21 maart 2018, onder zaaknummer C/10/545150 / HA ZA 18-181, besloten om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Den Haag. Dit besluit is genomen op basis van artikel 46b van de Wet RO, dat de rechtbank de mogelijkheid biedt om een zaak ter verdere behandeling naar een andere rechtbank te verwijzen indien dit gewenst is vanwege de betrokkenheid van de rechtbank. De rechtbank achtte het noodzakelijk om de persoonlijke levenssfeer van de partijen te beschermen, en daarom is besloten dat een rechter buiten het arrondissement Rotterdam de zaak zal beoordelen en beslissen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 12 februari 2018, en de rechtbank heeft alle verdere beslissingen aangehouden totdat de zaak is doorverwezen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.J. van den Bergh.