ECLI:NL:RBROT:2018:2423

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 maart 2018
Publicatiedatum
26 maart 2018
Zaaknummer
C/10/545150 / HA ZA 18-181
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak tussen advocaten naar een andere rechtbank ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een geschil tussen twee advocaten die beiden werkzaam zijn binnen het arrondissement Rotterdam. De rechtbank heeft op 21 maart 2018, onder zaaknummer C/10/545150 / HA ZA 18-181, besloten om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Den Haag. Dit besluit is genomen op basis van artikel 46b van de Wet RO, dat de rechtbank de mogelijkheid biedt om een zaak ter verdere behandeling naar een andere rechtbank te verwijzen indien dit gewenst is vanwege de betrokkenheid van de rechtbank. De rechtbank achtte het noodzakelijk om de persoonlijke levenssfeer van de partijen te beschermen, en daarom is besloten dat een rechter buiten het arrondissement Rotterdam de zaak zal beoordelen en beslissen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 12 februari 2018, en de rechtbank heeft alle verdere beslissingen aangehouden totdat de zaak is doorverwezen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.J. van den Bergh.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/545150 / HA ZA 18-181
Vonnis van 21 maart 2018
in de zaak van
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. Th.H.P. van den Kieboom,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. B.F. Desloover.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 12 februari 2018, en de daarbij overgelegde producties.

2.De overwegingen

2.1.
Op grond van artikel 46b van de Wet RO kan de rechtbank een zaak ter verdere behandeling verwijzen naar een andere rechtbank, indien naar haar oordeel door betrokkenheid van de rechtbank behandeling van die zaak door een andere rechtbank gewenst is.
2.2.
Het gaat in deze zaak om een geschil tussen advocaten onderling. Beide advocaten zijn werkzaam binnen het arrondissement Rotterdam. Ter bevordering van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van partijen, acht de rechtbank het dienstig om de zaak te laten beoordelen en beslissen door een rechter die buiten het onderhavige arrondissement werkzaam is. De rechter zal daarom de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, doorverwijzen naar de rechtbank Den Haag.
2.3
Iedere nadere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt naar de rechtbank Den Haag.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. van den Bergh en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2018.
1257/2504