Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.de vennootschap naar buitenlands recht
2.de vennootschap naar buitenlands recht
3.de vennootschap naar buitenlands recht
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
Verdeling verzekeraars:
1 januari 2009. Dit pand is op 8 februari 2009 door brand verwoest.
3.De vordering
8 februari 2009 in de opstal, plaatselijk bekend [adres] , door de verzekering tussen [eiser] en China Taiping met [polisnummer] wordt gedekt en dat China Taiping gehouden is conform de verzekering de schade aan [eiser] uit te keren;
4.De beoordeling
Strafrechtelijk verleden” en “
Algemene slotvraag” (productie 6 bij dagvaarding).
Betreft: 7 Opstalverzekerings-aanvragen t.n.v. [eiser] te WEERT
Algemeen” boven aan de vragenlijst aangaande het pand aan de Vonderen en de nummering van de vragen in de vragenlijsten, bovendien aannemelijk voorkomt dat de aanvraag van 11 december 2007 heeft bestaan uit een algemeen deel dat betrekking had op de verzekering van alle panden en een specifiek deel voor ieder van de panden, neemt de rechtbank dit als vaststaand feit aan. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat de vraag over het strafrechtelijke verleden van [eiser] en de algemene slotvraag ook aan [eiser] zijn gesteld en door hem zijn beantwoord in het kader van de verzekeringsaanvraag voor het pand aan de Hondsdijk.
23. Heeft de aanvrager/kandidaat-verzekeringsnemer ooit schade gehad gedurende de afgelopen 5 jaar?
De navolgende relevante gegevens werden bekend:(…) Opzegging door Delta Lloyd op 21 mei 2003. De reden van de opzegging kon niet meer worden achterhaald. (…)
9. Koudekerk: woonhuis, momenteel leegstaand (…)
11. Is het pand bewoond? (…) Momenteel leegstaand Relatie wacht op huurders”
momenteel’leeg staat, de suggestie wekt dat de leegstand kortstondig is en dat de verzekeraars de verzekeringsovereenkomsten zijn aangegaan met die gedachte. Nu, naar inmiddels is gebleken, de panden gedurende lange tijd leeg stonden, had [eiser] dit moet melden. Dit volgt uit artikel 6.3 van de voorwaarden. Bij langdurige leegstand zouden de verzekeringsovereenkomsten andere clausules hebben bevat: dan hadden het gas, water en licht afgesloten moeten zijn en had [eiser] SGK-sloten moeten plaatsen, aldus de verzekeraars (zie proces-verbaal van comparitie).
momenteel’leegstonden met zich brengt dat de panden op het moment van het invullen van de vragenlijsten leeg stonden en niet, zoals de verzekeraars stellen, dat de panden ‘
kortstondig’zouden leeg staan. Naar aanleiding van de door [eiser] gegeven informatie lag het op de weg van de verzekeraars om meer vragen te stellen indien zij meer hadden willen weten over de (duur van de) leegstand. Dit hebben de verzekeraars evenwel niet gedaan.
Algemene slotvraag en ondertekening
Algemene slotvraag” (productie 6 bij dagvaarding). De slotvraag is bedoeld voor zaken waarin een vragenlijst niet kan voorzien en de rechtszaak waar [eiser] in is betrokken, is zo bijzonder dat daar geen gerichte vraag over kan worden opgenomen in het vragenformulier. De procedure over de eigendom en het conservatoir beslag raakt de kern van de verzekeringsovereenkomst omdat dit het verzekerbaar belang betreft. In het geval [eiser] dit had gemeld, zou de verzekering niet tot stand zijn gekomen (zie proces-verbaal van comparitie), aldus de verzekeraars.
[gevolmachtigde] maakt bij de beoordeling van een aanvraag gebruik van het draaiboek van het Verbond van Verzekeraars (productie 9 bij conclusie van antwoord). Dit gaat uit van een redelijk handelend verzekeraar.
een redelijk handelend verzekeraarhanteren
.Dit brengt met zich dat het beroep van de verzekeraars op artikel 7:930 lid 4 BW slechts kan slagen als komt vast te staan dat zij, als redelijk handelend verzekeraar, bij bekendheid met het feit dat [eiser] verdachte is geweest in een strafzaak (zie r.o. 4.21.) en/of het feit dat [eiser] andere schades heeft geclaimd (zie r.o. 4.11.), de verzekeringsovereenkomsten niet of niet onder dezelfde voorwaarden zouden zijn aangegaan (arresten Hoge Raad, 19 mei 1978, ECLI:NL:HR:1978:AC6258, en Gerechtshof Amsterdam, 4 april 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1195). De stelplicht en bewijslast ter zake ligt bij de verzekeraars.
Op basis van de resultaten van het technisch en tactisch onderzoek wordt gesteld dat:
niet is gebleken van een financieel motief bij verzekeringsnemer;
van enige negatieve betrokkenheid van verzekeringsnemer bij het ontstaan van de brand is niet gebleken”
€ 904,00(2 punten x tarief II ad. € 452,00 per punt)
5.De beslissing
30 juni op 1 juli 2008 in de opstal, plaatselijk bekend [adres] , door de verzekering tussen [eiser] en de verzekeraars met [polisnummer] wordt gedekt en dat de verzekeraars gehouden zijn conform de verzekering de schade aan [eiser] uit te keren;
8 februari 2009 in de opstal, plaatselijk bekend [adres] , door de verzekering tussen [eiser] en China Taiping met [polisnummer] wordt gedekt en dat China Taiping gehouden is conform de verzekering de schade aan [eiser] uit te keren;