ECLI:NL:RBROT:2018:2345

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 maart 2018
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
10/994551-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bestuurder van rederij voor overtreding van de Europese Verordening inzake afvalstoffen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 maart 2018 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een bestuurder van een grote rederij, die werd beschuldigd van overtredingen van de Europese Verordening inzake de overbrenging van afvalstoffen (EVOA). De verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat het dossier onvoldoende bewijs bood voor zijn betrokkenheid bij de illegale overbrenging van vier schepen, te weten de Spring Bear, Spring Bob, Spring Deli en Spring Panda. De rechtbank oordeelde dat er geen concrete handelingen door de verdachte waren vastgesteld die in verband konden worden gebracht met feitelijk leidinggeven aan de overtredingen. De rechtbank concludeerde dat de bijdrage van de verdachte niet van zodanig gewicht was dat hij als medepleger kon worden aangemerkt. De rechtbank benadrukte dat de rechtsmacht aanwezig was, ondanks het verweer van de verdediging dat de verdachte niet de Nederlandse nationaliteit had en niet in Nederland woonde. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de Nederlandse strafwet van toepassing was op de tenlastegelegde feiten, die in Nederland waren gepleegd. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor strafrechtelijke aansprakelijkheid en de noodzaak om de feitelijke rol van de verdachte in de besluitvorming en uitvoering van de handelingen te kunnen vaststellen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/994551-15
Datum uitspraak: 15 maart 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ),
wonende aan de [adres verdachte] ,
[woonplaats verdachte] ( [land verdachte] ),
gemachtigd raadsman mr. H.W.A.A. de Jong, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 08, 14, 15 februari 2018 en 01 maart 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officieren van justitie mrs. E.C. Nieuwenhuis en K. Broere hebben gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden, waarvan twee (2) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar.

4.Ontvankelijkheid

4.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat rechtsmacht ontbreekt ten aanzien van het aan de verdachte onder 4 tenlastegelegde, dat ziet op de overbrenging van het schip Spring Panda. Dit schip is in de tenlastegelegde periode niet in Nederland geweest, de verdachte heeft niet de Nederlandse nationaliteit en hij is niet in Nederland woonachtig. Van deelname door de verdachte aan (mogelijke) strafbare feiten door in Groningen gevestigde vennootschappen is geen sprake.
Het openbaar ministerie is in zoverre niet-ontvankelijk in de vervolging.
4.2.
Beoordeling
Op grond van artikel 2 van het Wetboek van Strafrecht is de Nederlandse strafwet van toepassing op een ieder die zich in Nederland aan enig strafbaar feit schuldig maakt. Het aan de verdachte tenlastegelegde feit waarop het verweer zich richt, is volgens de tenlastelegging in Groningen gepleegd, in elk geval in Nederland. Aangezien op grond van artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering de rechtsmacht moet worden beoordeeld op basis van de tenlastelegging, is daarom sprake van rechtsmacht. De omstandigheid dat de verdachte niet de Nederlandse nationaliteit heeft en niet in Nederland woont, doet daar niet aan af. Evenmin is van betekenis of in een later stadium bewezen kan worden of de verdachte als strafbare dader heeft deelgenomen het aan hem tenlastegelegde feit. Het verweer wordt verworpen.
4.3.
Conclusie
Het openbaar ministerie is ontvankelijk in de vervolging.

5.Motivering van de vrijspraak

5.1
Inleiding
Ten behoeve van de leesbaarheid zal in deze overweging de verdachte [naam verdachte] hierna worden aangeduid met alleen zijn achternaam. Ook bij de medeverdachten zal worden volstaan met het noemen van de achternaam dan wel de namen van de verschillende vennootschappen. De medeverdachten zijn: [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte rechtspersoon 1] (thans ook wel [naam medeverdachte rechtspersoon 1] genoemd), [naam medeverdachte rechtspersoon 2] , [naam medeverdachte rechtspersoon 3] , [naam medeverdachte rechtspersoon 4] , [naam medeverdachte rechtspersoon 5] , [naam medeverdachte rechtspersoon 6] en [naam medeverdachte rechtspersoon 7] .
Aan [naam verdachte] wordt - kort gezegd - verweten dat hij zich al dan niet samen met een ander of anderen, schuldig heeft gemaakt aan de overbrenging van een viertal schepen in strijd met de bepalingen van de Europese Verordening (EG) Nr. 1013/2006 van het Europees parlement en de raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA), althans dat hij daaraan, al dan niet samen met een ander of anderen opdracht dan wel feitelijke leiding heeft gegeven.
De vier onderhavige schepen, de Spring Bear, Spring Bob, Spring Deli en Spring Panda, waren koelschepen/reefers, alle van het bouwjaar 1984. Deze vier schepen zijn in de eerste helft van het jaar 2012 aan verschillende kopers voor de schrootwaarde verkocht, overgebracht naar stranden in India, Bangladesh en Turkije en zijn daar vervolgens gesloopt.
Teneinde inzicht te geven in eigendomsverhoudingen en zeggenschap met betrekking tot deze schepen wordt hieronder de structuur van het [naam verdachte onderneming] concern, voor zover hier van belang, kort uiteengezet. Een schematische weergave is te vinden op pagina 55 van het Hoofddossier.
[naam medeverdachte rechtspersoon 4] , [naam medeverdachte rechtspersoon 5] , [naam medeverdachte rechtspersoon 6] en [naam medeverdachte rechtspersoon 7] waren de registered owners van de Spring Bob, Spring Panda, Spring Deli en Spring Bear.
[naam medeverdachte rechtspersoon 2] was de beneficial owner van alle vier de schepen. Zij was tevens enig aandeelhouder en bestuurder van [naam medeverdachte rechtspersoon 8] , dat op haar beurt directeur was van [naam medeverdachte rechtspersoon 4] , [naam medeverdachte rechtspersoon 5] en [naam medeverdachte rechtspersoon 6] [naam medeverdachte 2] was de directeur van [naam medeverdachte rechtspersoon 2]
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] was enig aandeelhouder van [naam medeverdachte rechtspersoon 2] In de raad van bestuur van [naam medeverdachte rechtspersoon 1] zaten [naam medeverdachte 1] als voorzitter (CFO) en [naam verdachte] als financieel directeur.
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] was (via andere tussenschakels dan [naam medeverdachte rechtspersoon 2] ) indirect houder van 50% van de aandelen in [naam medeverdachte rechtspersoon 7] .
De rechtbank zal hierna eerst ingaan op de vraag of de verdachte strafrechtelijk relevante betrokkenheid had bij voornoemde overbrengingen.
5.2
Standpunt officieren van justitie ten aanzien van het daderschap
Binnen de structuur van het [naam verdachte onderneming] concern was [naam medeverdachte rechtspersoon 1] eigenaar van de rechtspersoon [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en indirect eigenaar van alle vier de Spring schepen. Mede gezien de statuten van [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en de daaruit voortvloeiende verregaande beslisbevoegdheid van [naam medeverdachte rechtspersoon 1] , [naam verdachte] en [naam medeverdachte 1] over de bedrijfsvoering van [naam medeverdachte rechtspersoon 2] , kan worden gesteld dat [naam medeverdachte rechtspersoon 1] , met [naam verdachte] als een van de bestuurders, feitelijk de bedrijfsvoering van [naam verdachte onderneming] bepaalden. [naam verdachte] , samen met [naam medeverdachte 1] , had aldus de volledige zeggenschap, bestuurs- en beslisbevoegdheid over [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en alle daaraan te relateren verdachte rechtspersonen.
Op grond van het dossier, in het bijzonder de vele e-mailberichten, de verklaringen bij de rechter-commissaris van de getuigen [naam getuige 1] en [naam getuige 2] , het verhoor van [naam] op 8 september 2017 en de notulen van de vergaderingen van het Fleet Management Team, kan worden geconcludeerd dat sprake is van grote verwevenheid en vervlechting van de vennootschappen, de beslislijnen en de uitvoering/operationele acties die daarmee samenhangen en daaruit voortvloeien. Er bestond dan ook een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen de betrokken rechtspersonen dat gesproken kan worden van medeplegen van de strafbare feiten door [naam verdachte] .
[naam medeverdachte 2] als ‘general manager’, [naam medeverdachte 1] als ‘CFO en voorzitter van de raad van bestuur’ en [naam verdachte] als ‘financieel directeur en lid van de raad van bestuur’ hebben samen, actief en effectief bepaald dat de schepen uit de vaart werden genomen en ter sloop verkocht zouden worden. Zij waren van die beslissing op de hoogte en bij de uitvoering daarvan actief betrokken. Uit hoofde van hun functies hadden zij zeggenschap en uit de onderliggende e-mailcorrespondentie blijkt dat zij reeds vanaf begin februari betrokkenheid en wetenschap hebben van het uit de vaart nemen van de Spring-schepen. Dat zij bij de administratieve en praktische uitvoering van dat besluit ook actief zijn betrokken, volgt onder meer uit het e-mailbericht van 2 februari 2012 waarin [naam verdachte] aan [naam medeverdachte 2] vroeg hoe het staat met het Spring-onderzoek en de daarop volgende berichten op 2 en 3 februari 2012 waarin werd gesproken over kosten van het verwijderen en hergebruik van de motoren van de Spring-schepen. Op 7 februari 2012 vroeg [naam medeverdachte 3] per e-mail aan [naam medeverdachte 1] en [naam verdachte] om input op zijn onderhandelingen met cash-buyer GMS. In die mailwisseling werd reeds uitgegaan van “Sloop Spring Klasse”. In zijn e-mailbericht van 9 maart 2012 werden door [naam medeverdachte 2] opdrachten en/of actiepunten gegeven die in deze fase uitgevoerd moesten worden. Uit een e-mail van 12 april 2012 van [naam medeverdachte 3] aan onder andere [naam medeverdachte 2] en [naam verdachte] volgt ook dat het de bedoeling was de schepen op het strand te varen met een berekening of het USD 350.000 waard is om de schepen niet te laten eindigen op de ‘name and shame list’. Het exit-schema, verkoopvoorwaarden en concept MOA’s werden aan [naam verdachte] , [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] voorgelegd. Ze werden geïnformeerd over de wijze waarop de hypotheek na verkoop kon worden doorgehaald, over de aandelenovereenkomst te behoeve van de verkoop en over de doorhaling van hypotheek na verkoop en waren daarbij actief betrokken. [naam medeverdachte 2] ondertekende één van de MOA’s, [naam medeverdachte 1] en [naam verdachte] waren betrokken bij de overdracht van de aandelen in [naam medeverdachte rechtspersoon 7] . en onderhielden de contacten met de bank over de financiële afwikkeling van de verkoop. [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 1] en [naam verdachte] hebben de overbrenging van de sloopschepen laten gebeuren en toegestaan, terwijl zij wisten dat daarmee in strijd met de EVOA werd gehandeld. Zij hadden daarmee opzet op de verboden gedragingen en zijn strafrechtelijk verantwoordelijk te houden voor de aan hen tenlastegelegde feiten.
5.3
beoordeling
Ten aanzien van [naam verdachte] biedt het dossier, op onderdelen zoals ook door de officieren van justitie aangehaald, diverse aanknopingspunten dat hij vanuit zijn functie als financieel directeur bij de besluitvorming tot verkoop en sloop van de vier Spring schepen en de financiële afwikkeling daarvan met aandeelhouders en banken rechtstreeks betrokken is geweest. Geen rechtstreekse betrokkenheid kan worden vastgesteld bij de keuze van de partij aan wie de schepen zijn verkocht, de plaats waar de schepen zijn afgeleverd en gesloopt, de gevaren route naar de eindbestemming, al dan niet met lading, de vraag welke goederen eventueel van boord gehaald moeten worden en de afweging van mogelijkheden om niet op de ‘name of shame list’ te komen. Enkele van de mailberichten over deze onderwerpen zijn ter kennisgeving (cc) aan [naam verdachte] gericht evenals de concept Memoranda van Overeenkomst. Niet echter kan worden vastgesteld dat hij hierbij feitelijke betrokkenheid of zeggenschap heeft gehad, anders dan dat hij geïnformeerd werd.
Als bestuurder van [naam medeverdachte rechtspersoon 1] en financieel directeur had [naam verdachte] er belang
bij dat met de verkoop van de schepen een zo hoog mogelijke opbrengst werd gerealiseerd.
Of en zo ja, in hoeverre hij invloed en zeggenschap had op de wijze waarop dat resultaat werd behaald is onvoldoende duidelijk kunnen worden. Behoudens de formele zeggenschap-structuur binnen het [naam verdachte onderneming] concern biedt naar het oordeel van de rechtbank het dossier onvoldoende inzicht in de wijze waarop de besluitvorming feitelijk heeft plaatsgevonden en wiens stem daarin als eindverantwoordelijke doorslaggevend was en wat de feitelijke rol van [naam verdachte] was. Niet kan worden vastgesteld dat sprake was van een actief en effectief aansturen door [naam verdachte] , dat kan worden opgevat als feitelijke leidinggeven. Ook de stelling van de officieren van justitie dat [naam verdachte] als financieel directeur de mogelijkheid had om de verweten gedragingen te voorkomen en hij daaraan door na te laten in te grijpen feitelijke leiding heeft gegeven, vindt onvoldoende onderbouwing in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting. Concrete handelingen door [naam verdachte] die in het algemeen met feitelijk leidinggeven worden geassocieerd, zoals het geven van opdrachten, zijn niet gebleken. Hij was indirect bestuurder, maar dat is onvoldoende voor de conclusie dat hij feitelijk leiding gaf aan de tenlastegelegde gedragingen.
Ook overigens bieden de bewijsmiddelen onvoldoende grond om te kunnen concluderen dat de bijdrage die door [naam verdachte] is geleverd van zodanig gewicht is geweest dat hij moet worden aangemerkt als medepleger van de aan hem verweten illegale overbrenging van de vier schepen.
Gelet op het voorgaande laat de rechtbank in dit vonnis verder onbesproken of de overbrenging van de schepen in strijd met de EVOA was.
5.4
conclusie
Strafbare betrokkenheid van [naam verdachte] is niet wettig en overtuigend bewezen, zodat hij zal worden vrijgesproken. Aan het subsidiaire gedane verzoek om een vertaling van bepaalde processtukken, wordt gelet op het voorgaande niet toegekomen.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.C. Franken, voorzitter,
en mrs. W.P. Sprenger en N. Doorduijn, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Koek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 maart 2018.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
[overbrenging Spring Bear]
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 7] . in de periode van 15 april 2012 tot en
met 12 juni 2012 te Rotterdam en/of te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Bear, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in de periode van 15 april 2012 tot en met 12 juni 2012 te Rotterdam en/of
te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Bear, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 7] . in de periode van 15 april 2012 tot en
met 12 juni 2012 te Rotterdam en/of
te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Bear,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Nederland naar India;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meest subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in de periode van 15 april 2012 tot en met 12 juni 2012 te Rotterdam en/of
te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Bear,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Nederland naar India;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
2.
[overbrenging Spring Bob]
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 4] in de periode van 19 april 2012 tot en
met 17 juli 2012 te Rotterdam en/of te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Bob, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in de periode van 19 april 2012 tot en met 17 juli 2012 te Rotterdam en/of
te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Bob, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 4] in de periode van 19 april 2012 tot en
met 17 juli 2012 te Rotterdam en/of te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Bob,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Nederland naar India en/of Bangladesh, in ieder geval naar
een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing is;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meest subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in de periode van 19 april 2012 tot en met 17 juli 2012 te Rotterdam en/of
te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Bob,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Nederland naar India en/of Bangladesh, in ieder geval naar
een land waarop het OESO-besluit niet van toepassing is;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
3.
[overbrenging Spring Deli]
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 5] in de periode van 1 mei 2012 tot en
met 29 mei 2012 te Rotterdam en/of te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Deli, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in de periode van 1 mei 2012 tot en met 29 mei 2012 te Rotterdam en/of te
Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Deli, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 5] in de periode van 1 mei 2012 tot en met
29 mei 2012 te Rotterdam en/of te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Deli,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Nederland naar India;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
en/of
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 5] in de periode van 1 mei 2012 tot en
met 7 juni 2012 te Rotterdam en/of te Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub a
en/of b van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing, te weten een schip
genaamd Spring Deli, in welk schip aanwezig was (onder andere) asbest en/of
(lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie en/of sludge en/of
(een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) en/of
chloorfluorkoolwaterstof(fen) (freon) en/of staal,
zijnde, dat schip, een afvalstof die niet in bijlage III, IV of IVA van die
verordening is ingedeeld,
over te brengen van Nederland naar Turkije,
terwijl die overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of toestemming
van alle bevoegde betrokken autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meest subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in de periode van 1 mei 2012 tot en met 29 mei 2012 te Rotterdam en/of te
Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Deli,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Nederland naar India;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
en/of
hij in de periode van 1 mei 2012 tot en met 7 juni 2012 te Rotterdam en/of te
Groningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub a
en/of b van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing, te weten een schip
genaamd Spring Deli, in welk schip aanwezig was (onder andere) asbest en/of
(lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie en/of sludge en/of
(een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) en/of
chloorfluorkoolwaterstof(fen) (freon) en/of staal,
zijnde, dat schip, een afvalstof die niet in bijlage III, IV of IVA van die
verordening is ingedeeld,
over te brengen van Nederland naar Turkije,
terwijl die overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of toestemming
van alle bevoegde betrokken autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
4.
[overbrenging Spring Panda]
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 6] in de periode van 9 mei 2012 tot en met
29 mei 2012 te Groningen, in elk geval in Nederland en/of te Duitsland en/of
te België, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Panda, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in de periode van 9 mei 2012 tot en met 29 mei 2012 te Groningen, in elk
geval in Nederland en/of te Duitsland en/of te België, in elk geval binnen het
grondgebied van de Europese Gemeenschap,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 34 lid 1 van voornoemde verordening,
een schip genaamd Spring Panda, zijnde (een) voor verwijdering bestemde
afvalstof(fen),
uit de Gemeenschap uit te voeren;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 6] in de periode van 9 mei 2012 tot en met
29 mei 2012 te Groningen, in elk geval in Nederland en/of te Duitsland en/of
te België, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Panda,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Duitsland en/of België naar India;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
en/of
[naam medeverdachte rechtspersoon 1] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 2] en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 3]
en/of [naam medeverdachte rechtspersoon 6] in de periode van 9 mei 2012 tot en met 16 juni
2012 te Groningen, in elk geval in Nederland en/of te Duitsland en/of te
België, in elk geval binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub a
en/of b van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing, te weten een schip
genaamd Spring Panda, in welk schip aanwezig was (onder andere) asbest en/of
(lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie en/of sludge en/of
(een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) en/of
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) en/of staal,
zijnde, dat schip, een afvalstof die niet in bijlage III, IV of IVA van die
verordening is ingedeeld,
over te brengen van Duitsland en/of België naar Turkije, terwijl die
overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of toestemming van alle
bevoegde betrokken autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
tot welk feit verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
opdracht heeft gegeven,
en/of
aan welke verboden gedraging verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen,
feitelijke leiding heeft gegeven;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
meest subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in de periode van 9 mei 2012 tot en met 29 mei 2012 te Groningen, in elk
geval in Nederland en/of te Duitsland en/of te België, in elk geval binnen het
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub f
van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door in strijd met artikel 36 lid 1 a en/of b en/of c en/of d van voornoemde
verordening (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing,
te weten een schip genaamd Spring Panda,
welk schip een gevaarlijke afvalstof was die niet onder één enkele code van
bijlage V van voornoemde verordening viel (artikel 36 lid 1 onder c) en/of
welk schip een mengsel van gevaarlijke afvalstoffen en/of een mengsel van
gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen was die niet onder één code van
bijlage V viel (artikel 36 lid 1 onder d),
in welk schip aanwezig was een hoeveelheid
-asbest en/of (lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie
en/of sludge en/of (een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) althans telkens (een) in
bijlage V bij die verordening als gevaarlijk opgenomen afvalstof(fen)
(artikel 36 lid 1 onder a),
en/of
- chloorfluorkoolwaterstoffen (freon), zijnde een afvalstof van Bijlage V,
deel 3 van die verordening (artikel 36 lid 1 onder b),
over te brengen van Duitsland en/of België naar India;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]
en/of
hij in de periode van 9 mei 2012 tot en met 16 juni 2012 te Groningen, in elk
geval in Nederland en/of te Duitsland en/of te België, in elk geval binnen het
grondgebied van de Europese Gemeenschap,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
(een) handeling(en) heeft verricht als bedoeld in artikel 2 onder 35, sub a
en/of b van de EG-verordening overbrenging afvalstoffen,
door (een) afvalstof(fen) bestemd voor nuttige toepassing, te weten een schip
genaamd Spring Panda, in welk schip aanwezig was (onder andere) asbest en/of
(lood)accu's en/of bilge-olie en/of stook- en/of dieselolie en/of sludge en/of
(een) koelsyste(e)m(en) (koelinstallatie(s)) dat/die
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) bevatte(n) en/of
chloorfluorkoolwaterstoffen (freon) en/of staal,
zijnde, dat schip, een afvalstof die niet in bijlage III, IV of IVA van die
verordening is ingedeeld,
over te brengen van Duitsland en/of België naar Turkije, terwijl die
overbrenging geschiedde zonder kennisgeving aan en/of toestemming van alle
bevoegde betrokken autoriteiten overeenkomstig genoemde verordening;
[artikel 10.60 lid 2 Wet milieubeheer juncto artikel 2 onder 35 EG-verordening
overbrenging afvalstoffen]