4.1.Bewijswaardering
Inleiding
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden. De verdachte handelde in de ten laste gelegde periode in bitcoins. Hij bood (via internet) bitcoineigenaren aan om hun bitcoins om te zetten in contanten. De bitcoineigenaren schreven de bitcoins over naar een van de wallets (virtuele portemonnees) van de verdachte en kregen dan de tegenwaarde minus een commissiepercentage direct in contanten uitbetaald. Deze transacties werden op openbare plaatsen uitgevoerd. De verdachte verkocht de verkregen bitcoins vervolgens aan verkoopmaatschappijen als Kraken of Bitstamp. Deze verkoopmaatschappijen betaalden de verkoopprijs van de bitcoins uit op door de verdachte gebruikte bankrekeningen op zijn naam en op naam van anderen. In totaal is in de ten laste gelegde periode een bedrag van € 11.690.267,85 naar deze bankrekeningen overgemaakt. De verdachte nam het grootste deel van dit geld contant op. Uit het dossier volgt dat het commissiepercentage dat de verdachte voor zijn diensten rekende tussen de 5 en 8% heeft gelegen. Naar eigen zeggen ontving de verdachte gemiddeld ongeveer 4% van het bedrag van de transactie. Reguliere bitcoinexchanges hanteren een commissie van maximaal 1%.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van (gewoonte)witwassen. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de bitcoins die hij van zijn klanten kreeg uit misdrijf afkomstig waren. Door die bitcoins om te zetten in contant geld op de wijze zoals hiervoor beschreven heeft de verdachte de illegale herkomst hiervan verhuld.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het medeplegen van (gewoonte)witwassen. De raadsman van de verdachte heeft hiertoe aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de bitcoins waarin hij handelde uit misdrijf afkomstig waren. De verdachte heeft ook niet opzettelijk de (illegale) herkomst hiervan willen verhullen.
Herkomst bitcoins
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het niet anders kan dan dat verdachte wist dat de bitcoins die hij in handen kreeg een criminele herkomst hadden, nu een groot aantal van de bitcoins die door de wallets van de verdachte zijn gegaan direct dan wel indirect afkomstig was van zogenoemde darkwebmarkets. Volgens de officier van justitie is algemeen bekend dat daar bijna uitsluitend verboden goederen worden verhandeld.
In het dossier bevindt zich een proces-verbaal van bevindingen waarin verwezen wordt naar een onderzoek door het Amerikaanse ATF. ATF heeft aan de Nederlandse autoriteiten een aantal bitcoinadressen verstrekt dat door de verdachte zou zijn gebruikt. Uit een analyse van die adressen blijkt volgens de politie dat een groot aantal bitcoins die op die adressen zijn ontvangen direct dan wel indirect afkomstig was van darkweb markets. De rechtbank is van oordeel dat deze analyseresultaten niet kunnen worden gebruikt voor het bewijs dat verdachte wetenschap had van de illegale herkomst van de bitcoins, nu op basis van het dossier niet kan worden geverifieerd dat en op welke wijze de bedoelde adressen aan de verdachte gelinkt zijn.
Wetenschap van witwassen
De raadsman heeft aangevoerd dat, nu de personen waarmee de verdachte handelde niet zijn te linken aan darkweb markets, de belangrijkste pijler onder het onder 1 ten laste gelegde is weggevallen.
Dat er geen directe of indirecte link kan worden vastgesteld tussen de verdachte en de genoemde darkweb markets, betekent naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat de verdachte niet heeft witgewassen.
De rechtbank zal nagaan of de overige door het Openbaar Ministerie aangedragen feiten en omstandigheden de conclusie kunnen dragen dat verdachte wetenschap van de illegale herkomst van de bitcoins had. De rechtbank acht de navolgende feiten en omstandigheden hierbij van belang.
- De verdachte hanteerde een ongewoon hoog commissiepercentage voor zijn diensten. Ook indien wordt uitgegaan van de verklaring van de verdachte dat hij 4% van het verhandelde bedrag verdiende, dan is dat nog altijd vele malen hoger dan de 1% die reguliere bitcoinexchanges maximaal hanteerden.
- De verdachte gebruikte bankrekeningen op naam van andere personen en vennootschappen voor het ontvangen van de gelden uit de verkoop van de bitcoins.
- De verdachte betaalde de bitcoineigenaren uit in grote contante bedragen. Uit het dossier blijkt dat het in sommige gevallen ging om € 50.000,- in contanten. De overdrachten van die contanten vonden plaats in openbare plaatsen.
- De verdachte heeft de identiteit van zijn klanten niet vastgesteld en hield ook overigens geen administratie bij van zijn klanten.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, rechtvaardigen de conclusie dat verdachte wetenschap had van een criminele herkomst van de bitcoins.
Verklaring verdachte
De verdachte heeft zich bij de politie telkens beroepen op zijn zwijgrecht en heeft pas ter terechtzitting een verklaring afgelegd. Kort samengevat heeft de verdachte verklaard dat het commissiepercentage dat hij hanteerde volgens hem in redelijkheid niet kan worden vergeleken met de percentages die werden gebruikt door de in het dossier genoemde wisselkantoren. In tegenstelling tot de reguliere wisselkantoren waren zijn diensten snel, veilig en eenvoudig. Het hogere commissiepercentage kan bovendien verklaard worden doordat hij het risico van waardedaling van de verkregen bitcoins droeg. Zijn klanten waren studenten en IT’ers en geen criminelen. Voorts verklaarde de verdachte dat hij bankrekeningen van anderen gebruikte, omdat zijn bank zijn rekeningen sloot. Volgens de verdachte gebeurde dat omdat de banken bitcoins als een concurrent zagen. Over de overdrachten van de grote contante geldbedragen verklaarde de verdachte dat daar vraag naar was en dat het giraal overmaken van de bedragen langer duurde, zodat gelijk oversteken (het ontvangen van de bitcoins en direct betalen) dan niet mogelijk was.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze verklaringen niet voldoende om te weerleggen dat verdachte wetenschap had of tenminste had moeten hebben van een criminele herkomst van de bitcoins. De verdachte heeft met zijn handelwijze de deur opengezet voor malafide bitcoineigenaren en geen enkele moeite gedaan om de achtergrond van deze eigenaren dan wel de herkomst van de bitcoins te onderzoeken. Dat hij handelde met studenten en IT’ers is op geen enkele wijze te verifiëren, nu hij geen administratie van zijn klanten heeft bijgehouden.
Door geen persoonsgegevens te vragen, geen onderzoek te verrichten naar de herkomst van de bitcoins en betaling in contant geld aan te bieden, heeft de verdachte naar het oordeel van de rechtbank de aanmerkelijke kans in het leven geroepen en aanvaard dat malafide bitcoineigenaren gebruik maakten van zijn diensten en de door hem omgezette bitcoins dus een criminele herkomst hadden. Bitcoins werden in elk geval destijds veelvuldig gebruikt als betaalmiddel in het criminele circuit, hetgeen een feit van algemene bekendheid is, waar de verdachte ook op is gewezen door een ander, blijkens een chatgesprek in het dossier. De rechtbank is dan ook van oordeel dat hiermee bewezen is dat de verdachte tenminste voorwaardelijk opzet heeft gehad op het witwassen van bitcoins en geldbedragen.