Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.de stichting
1.De procedure
Ik ben helaas niet in staat om op donderdag 22 februari a.s. om 11:30 uur namens mijn cliënte, [naam 4] B.V. aanwezig te zijn….”en
“Ik moet u dan ook vragen om een andere datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling te bepalen.”
- de heer [naam 7] , voorzitter van verzoekster sub 1;
- de heer [naam 8] , middellijk bestuurder van verzoekster sub 3;
- mr. Eshuis, advocaat van verzoeksters;
- mr. Kerstens, advocaat van [naam 6] ;
- mr. J.R.F. Dessing, namens zijn kantoorgenoot mr. Schelling, advocaat van [naam 5] ;
- mr. Van den Bergh, curator.
2.De standpunten
3.De beoordeling
mr. Schelling (tevens) optreedt voor verweerster en overigens niet is gebleken dat verweerster onredelijk in haar belangen is geschaad, is dit verzuim naar het oordeel van de rechtbank gedekt. Daarbij komt dat de bestuurder van verweerster, [naam 5] , op de hoogte is van de datum van behandeling van het verzet.
4.De beslissing
A.M. van Kalmthout, rechters, en in aanwezigheid van mr. N.A. Masrom, griffier, in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2018. [1]