ECLI:NL:RBROT:2018:2053
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een eigen aangifte faillissement door een natuurlijk persoon
Op 7 maart 2018 heeft de aangever, een natuurlijk persoon, een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte ingediend bij de Rechtbank Rotterdam. De aangever is op 13 maart 2018 in raadkamer gehoord, waarna de rechtbank op dezelfde dag uitspraak deed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangever verkeert in een toestand van betalingsonmacht, wat voldoet aan de eisen van de Faillissementswet (Fw) voor een faillietverklaring. Echter, de rechtbank oordeelt dat er onvoldoende vermogen aanwezig is om de kosten van het faillissement te dekken, en dat het doen van een eigen aangifte in dit geval misbruik van recht oplevert. De aangever was zich ervan bewust dat de boedel vrijwel leeg was en er geen baten te verwachten waren voor de schuldeisers. De rechtbank concludeert dat er een onevenredigheid bestaat tussen het belang van de aangever bij de faillietverklaring en het belang van de curator, die geconfronteerd zou worden met kosten zonder baten. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot faillietverklaring afgewezen.