Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
ernstigeinbreuk is gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank is van oordeel dat daar in het onderhavige geval in onvoldoende mate sprake van is, zodat het taakstrafverbod niet van toepassing is.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
240 (tweehonderd en veertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
120 dagen;
€ 3.000,= (zegge: drieduizend euro), bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 21 januari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 3.000,=(hoofdsom,
zegge: drieduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 januari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 3.000,= vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;