ECLI:NL:RBROT:2018:1959
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2018 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, [naam 1]. De bewindvoerder had de rechter-commissaris verzocht om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, wat op 20 december 2017 werd goedgekeurd. Tijdens de zitting op 2 februari 2018 waren zowel de bewindvoerder als de schuldenaar aanwezig, bijgestaan door diens advocaat, mr. E.R. van Dijk-Lopes Lima, en andere betrokkenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling heeft voldaan, met een boedelachterstand van € 4.685,44 en de opbouw van nieuwe schulden. De schuldenaar had ook psychische klachten en had zich niet onder behandeling gesteld, wat zijn inspanningsverplichting beïnvloedde. Ondanks deze tekortkomingen bood de schuldenaar zijn excuses aan en werd er een betalingsregeling getroffen voor de nieuwe schulden. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar een laatste kans kreeg om de schuldsaneringsregeling succesvol af te ronden, mits hij zijn verplichtingen stipt nakomt.
De rechtbank weigerde de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling en benadrukte dat alle verplichtingen in de toekomst nagekomen moeten worden om een (tussentijdse) beëindiging zonder schone lei te voorkomen. De beslissing werd genomen door mr. W.J. Geurts-de Veld en is openbaar uitgesproken.